Zwarte gezichten in een wit instituut

Hoe positioneer je jezelf als ‘zwart gezicht’ in een ‘wit instituut’? Vier zwarte studenten aan een witte universiteit worstelen met de verwachtingen en omgangsvormen van een cultuur van witte overheersing: cast je jezelf als excuus-neger binnen de elite of identificeer je jezelf met een afgebakende ‘zwarte cultuur’? Waar is de plek om gewoon jezelf te zijn?
29 januari 2015

Door Chihiro Geuzebroek

Sam White is een intelligente filmstudent met een weerwoord op sluimerend racisme. Haar radioshow Dear White People spreekt studenten aan op raciale vooroordelen en irritaties. Dit maakt haar voor de een tot een heldin en voor de ander een doelwit. En voor de zwarte decaan van de universiteit tot een hoofdpijn-zaak omdat hij het imago van het instituut moet witwassen van ‘racisme-issues’. Terwijl Sam zoekt naar systematische verandering, zijn Troy en Coco beiden op hun manier bezig met het verblanken van hun imago om hun eigen positie en populariteit te verhogen.

Dit doet denken aan de wrijving tussen ‘huisnegers’ versus ‘veldnegers’, zoals Malcolm X dat zag: ‘De huisneger zorgde altijd voor zijn meester. Als de veldneger te veel uit het gelid ging, hield hij hem in toom… De huisneger kon zich veroorloven om dat te doen, omdat hij beter leefde dan de veldneger… Hij at hetzelfde voedsel dat meester at, en droeg dezelfde kleren. En hij hield meer van zijn meester dan zijn meester van zichzelf hield… Als de meester ziek werd, vroeg hij: Wat is er baas, zijn we ziek?’

Vervalt iedereen uiteindelijk in een strijd voor eigen gewin of ontwikkelt zich toch stiekem solidariteit tussen karakters die allemaal meer willen zijn dan een karikatuur?

En dan is er nog Lionell. Hij heeft als outcast geen aansluiting bij zowel de zwarte studenten als de witte studenten. Waar is er plek voor een homoseksuele zwarte die naar Mumford and Sons luistert? Alles komt aan op zijn beslissingen wanneer opportunisten hem als pion willen gebruiken in het grote imagoschaakspel.

Racisme als grap

Dan heb je nog het groepje witte studenten die de oorlog verklaren aan Sam White’s cheeky radioshow. Zij bedenken dat het tijd is om een hip feestje te houden waarin racisme wordt gevierd als grote grap: van black-face tot stereotyperingen rondom gangster-hiphop, hypergewelddadig en seksueel, pimps en ho’s only.

Helaas zijn dit soort feestjes vandaag de dag ook buiten het filmdoek een realiteit op de campus van hoofdzakelijke witte instituten. De scènes die volgen leggen heel goed bloot waar de Zwarte-Pietdiscussie in Nederland de laatste jaren mee worstelt: het naspelen van racisme is niet minder schadelijk dan racisme zonder knipoog.

De debuutfilm van Justin Simien heeft al veel kritiek en enthousiasme geïncasseerd. Op het Sundance Film Festival 2014 won de film de jury award voor Nieuw Talent. The New York Times noemde de film ‘een intelligent en moedig debuut: een scherpzinnige campuscomedy die jongleert met een handvol hete aardappels: ras, seks, privilege en macht’. Maar de New Yorker schreef: ‘Dear White People riskeert geen controverse, maar simuleert die enkel’.

Bij sommige kritische verslagen krijg je de indruk dat iedereen bij een antiracistische film een drama verwacht, en niet een grappig genre als satire. Of om meer precies te zijn het genre pastiche, wat andere bekende werken enthousiast nabootst of ‘citeert’ zonder er de spot mee te drijven. Dat doet de film bijzonder goed. Je tuimelt van de ene referentie in de andere via de snelle dialogen en een rijk arsenaal aan verwijzingen.

Hoe meer van die verwijzingen je volgt, hoe meer de film boven zijn simpele verhaallijn uitstijgt. Als afgestudeerd media en cultuurstudent herken ik de verontwaardiging van Sam over het geïnstitutionaliseerd racisme in filmwetenschappen, waar studenten nog steeds verplicht kijken naar drie uur durende racistische films zoals Birth of a Nation. In die film zijn Ku Klux Klanleden de helden van het verhaal en de bevrijde slaven de vijand. De remake die Sam White maakt, Rebirth of a Nation, met Obama als leider en white-face performers die zichzelf vernietigen is helemaal in de stijl van de stomme film uit 1915.

Meer voor insiders zijn de opmerking over anti-slavernijactivist Harriet Tubman of de grap over de films van Tyler Perry. De karakters worden dus niet uitgediept via drama en diepgang in het verhaal maar via verwijzingen in een bijdehand script.

Maar de film zit zo vol met grapjes en humor dat er voor iedereen wel wat te lachen valt. Mocht je deze film in de bioscoop zien, dan merk je ook wie wanneer lacht. Dat geeft je genoeg stof voor een nieuw gesprek.

Sinds 15 januari draait Dear White People in de bioscoop.