Zuid-Korea: vakbeweging steeds grotere bedreiging voor de staat

In 2015 was Seoul sinds jaren weer het toneel van massale protesten. Demonstranten eisten een einde aan de afbraak van arbeidsrechten door de regering van Park Geun-hye. Lotte van der Ploeg sprak met activist jong Kim. Volgens hem staat in 2016 de strijd op iedere werkvloer centraal.
9 februari 2016

Waar tijdens het eerste protest van 2015 zo’n 10.000 mensen de straat op gingen, waren dit er afgelopen november ruim 100.000. Gedurende het jaar vonden stakingen plaats. Volgens Jong Kim is de toename te danken aan het groeiende zelfvertrouwen van arbeiders en de goed georganiseerde radicaal-linkse tak van de vakbeweging. ‘Eerder waren de protesten mild van toon en de eisen van demonstranten verdeeld, maar het massale protest in november laat duidelijk de opgebouwde strijd en organisatie van vakbondsleden zien.’

De maatregelen die de regering wil doorvoeren maken het (nog) makkelijker om werknemers tijdelijk aan te nemen of te ontslaan. De Zuid-Koreaanse staat meent dat met deze ‘hervormingen’ de jeugdwerkloosheid wordt aangepakt. In werkelijkheid zal de macht van invloedrijke conglomeraten zoals Samsung en LG groeien terwijl arbeiders en vakbonden moeten inleveren.

Arbeiders hebben sinds de financiële crisis in 1997 al veel rechten moeten inleveren, waarbij de macht van buitenlandse multinationals juist toenam door diverse vrijhandelsakkoorden (FTA’s) met de VS. Het aannemen van goedkope, tijdelijke krachten is sindsdien flink toegenomen.

Afhankelijk van China

Volgens critici begint president Park Geun-hye steeds meer te lijken op haar vader, dictator Park Chung-hee die het land in de jaren 60 en 70 met harde hand leidde. De staat is diverse vakbondskantoren binnengevallen, heeft computers geconfisqueerd en vakbondsleiders en -leden gearresteerd. Jong Kim: ‘De toenemende repressie van de staat hangt samen met de huidige economische instabiliteit, wat nauw verband houdt met de problemen van de Chinese economie. Zuid-Korea’s export is voor een aanzienlijk deel afhankelijk van China. Het spreekt voor zich dat de regering daarom geen baat heeft bij een goed georganiseerde vakbeweging die de zogenoemde “hervormingen” tegengaat.’

De Koreaanse Federatie van Vakbonden (KCTU) is de leidende organisatie achter het verzet. Met ongeveer 800.000 leden en de vertegenwoordiging van de belangen van ruim negen miljoen arbeiders, vormt zij een groot obstakel voor het doorvoeren van neoliberaal beleid. Ondanks de grote tegenstellingen strijden arbeiders zij aan zij.

Volgens Jong Kim is er met name verdeeldheid tussen de verschillende (afdelingen van) vakbonden wat betreft strategie en tactiek. ‘Een grote groep kiest vooralsnog voor straatprotesten, of zelfs voor onderhandelingen met Park Geun-hye, maar dit is niet genoeg. Arbeiders zullen alleen de overhand krijgen wanneer zij eensgezind hun meest belangrijke middel inzetten: massale stakingen.’

Hoewel de regering heeft aangekondigd de maatregelen begin 2016 door te voeren, betekent dit volgens Jong Kim alles behalve het einde van de strijd. ‘Komend jaar zal het gaan om de strijd op de werkvloer zelf. We hebben in het verleden gezien dat elk verzet op iedere specifieke werkvloer tot veel resultaat kan leiden.’