Zorgwerkers en leerkrachten bijten van zich af
De publieke sector kraakt in zijn voegen. In de zorg en het onderwijs hebben marktwerking, bezuinigingen en loonmatiging steeds verder ingevreten.
Het lerarentekort is inmiddels zo groot dat steeds meer scholen zich gedwongen zien om leerlingen naar huis te sturen. In Amsterdam West zullen 16 scholen een week voor de kerstvakantie de deuren al moeten sluiten.
Vorig jaar werd aan de bel getrokken wegens de enorme toename van het aantal ‘verwarde personen’ – veroorzaakt door het langdurig falen van de geestelijke gezondheidszorg en de jeugdzorg.
Ook in de ziekenhuiszorg stapelen de problemen zich op. Verschillende ziekenhuizen, waaronder het Slotervaart in Amsterdam, moesten de deuren sluiten. De druk op de spoedeisende hulp (SEH) loopt op. In 2012 waren er in totaal nog 93 SEH’s, in 2018 was dat aantal teruggelopen tot slechts 80 – een reductie van 14 procent in slechts zes jaar.
Zorgwerkers staan onder grote druk. Volgens onderzoek van de FNV ervaart 75 procent van de hele zorg- en welzijnsector de werkdruk als te hoog tot veel te hoog. Het personeelstekort is al groot en zal als er niets gebeurt tot 2022 oplopen naar 100.000 tot 125.000 personeelsleden. Nu al kampt één op de drie zorgwerkers onder de 35 met burn-outklachten.
Neoliberalisme
De problemen in de publieke sector zijn veroorzaakt doordat elk kabinet sinds het kabinet Lubbers neoliberaal beleid heeft doorgevoerd. Er moest zoveel mogelijk worden geprivatiseerd en waar dat niet lukte moest de marktwerking op andere manieren worden ingevoerd. Papieren efficiëntie kwam bovenaan te staan, waardoor personeel zich steeds meer moest verantwoorden en meer en meer tijd kwijt raakte aan administratie. Zorgwerkers kunnen nu slechts 60 procent van hun werktijd aan zorgverlening besteden, de rest gaat op aan administratie en andere taken. Bij ziekenhuizen en in de jeugdzorg is deze verhouding volgens de FNV zelfs 50-50.
Ondertussen werd er zoveel mogelijk bezuinigd en werd de belastingdruk verschoven van bedrijven en grootverdieners naar werkenden en consumenten. Sinds de crisis van 2008 kwamen steeds meer werknemers in de publieke en semipublieke sector jarenlang op de nullijn te staan.
Stakingen
Zowel zorgwerkers als leerkrachten werken over het algemeen niet slechts voor het geld, maar uit liefde voor hun vak. Dat de beide groepen massaal in staking gingen spreekt boekdelen over hoezeer het water hen aan de lippen staat.
Toen het AOb-bestuur achter de leden om instemde met een slap akkoord zonder de noodzakelijke structurele investeringen, lieten leerkrachten massaal van zich horen via social media. Een dag later werd de AOb-voorzitter naar huis gestuurd en beloofde het bestuur beterschap. Dit lost het structureel gebrek aan democratie binnen de AOb niet op, maar het is ontegenzeggelijk een stap in de goede richting.
Op 30 en 31 januari zullen leerkrachten opnieuw staken. Daarmee lijkt de stap te worden gezet naar een strategie om de stakingsacties te escaleren: vaker en langer staken om op die manier de druk op de regering echt op te voeren.
Het ziekenhuispersoneel legde in november ook overal in het land het werk neer. Er werd overgeschakeld op zondagsdiensten. Het was een historische staking: nooit eerder vond er in dit land een landelijke staking van ziekenhuispersoneel plaats. De stakingsbereidheid was hoog: terwijl ziekenhuizen nooit helemaal kunnen sluiten, deden toch zo’n 150.000 zorgwerkers mee aan de staking – ongeveer driekwart van het totaal.
Solidariteit
Ondanks de grote strijdbaarheid van zorgwerkers en leerkrachten houdt het kabinet de poot stijf. De onderfinanciering van zorg en onderwijs zijn geen fout of vergissing, maar een bewuste keuze. Dat er geld genoeg is voor goed onderwijs en goede zorg is ook duidelijk. Een van de eerste maatregelen die het kabinet bij zijn aantreden trots aankondigde was de verlaging van de vennootschapsbelasting – de belasting op de winsten van bedrijven. Daarmee gaf het de rijken een cadeautje van meer dan 5 miljard euro. En dan hebben we het nog niet over de zorgverzekeraars die miljarden van ons zorggeld opstrijken.
Het kabinet hoopt de stakers te kunnen verslaan door niet toe te geven en de actievoerders uit te putten. Het kabinet vreest dat overwinningen in deze sectoren ook andere sectoren zullen inspireren om ook van zich af te bijten. Het overgrote deel van de mensen heeft immers te maken met een stagnerend inkomen, hogere kosten van levensonderhoud en een ongezonde werkdruk.
Juist omdat het kabinet zich niet gemakkelijk gewonnen zal geven, is het van groot belang om de stakingen op te schalen en om solidariteit tussen de verschillende sectoren te organiseren. De steun voor de acties is groot en er kan onder ouders, leerlingen, patiënten en anderen breed worden gemobiliseerd om de strijd voor goede zorg en onderwijs te ondersteunen. Als leerkrachten en zorgwerkers samen optrekken kunnen zij een sterk front vormen tegen de slooppolitiek van dit kabinet.