Zorgcampagne FNV op kruispunt

Op 12 september protesteerden in Amsterdam ongeveer 15.000 mensen tegen de bezuinigingen op de zorg. Het was het grootste vakbondsprotest in jaren. Sindsdien is het echter angstvallig stil rond deze campagne. Waarom? En hoe kunnen zorgwerkers winnen?
4 december 2015

Door Ewout van den Berg

Rutte I en II hebben meer dan 50 miljard euro aan bezuinigingen doorgevoerd. Werkende mensen worden hiermee gedwongen de rekening van de banken en multinationals te betalen. Een groot gedeelte van de bezuinigingen vindt plaats op verschillende delen van de zorg. Ouderen worden uit zorginstellingen gedreven, thuiszorg wordt steeds verder uitgekleed en in verschillende taken opgeknipt en het persoonsgebonden budget verder beperkt.

De bezuinigingen zijn een frontale aanval op publieke voorzieningen en solidariteit. Wie rijk is, is in staat fatsoenlijke zorg te betalen. De rest heeft te maken met steeds beperktere zorg en wordt gedwongen voor zorg een beroep te doen op naasten. In totaal zijn nu meer dan 65.000 zorgwerkers ontslagen. De bezuinigingen op de zorg gaan alle werkende mensen aan, en vrouwen in het bijzonder. 88 procent van de 714.000 mensen die werken in de sector Zorg en Welzijn is vrouw. Vrouwen doen 61 procent van de mantelzorgtaken.

Vakbondsstrijd

Om dit offensief tegen te houden, is er vijf jaar geleden een CAO-VVT campagne gestart om een basis in de verpleeginstellingen op te bouwen door middel van organizing. Dit leidde in 2012 en 2013 op verschillende plekken tot stakingen tegen de hoge werkdruk. In dezelfde periode waren er ook een aantal grote protesten tegen de afbraak van de thuiszorg met in april 6000 deelnemers in Den Haag en 5000 deelnemers in het Oosterpark in Amsterdam.

Om de campagnes rond de verpleeginstellingen en de thuiszorg met elkaar te verbinden, werd vorig jaar een begin gemaakt met de campagne Red de Zorg. De campagne richt zich op vijf concrete eisen, zoals de bezuinigingen stoppen, de macht van managers tegengaan en banen behouden waarvan je kunt leven. Afgelopen zomer werden in zes weken meer dan 800.000 handtekeningen opgehaald. En op 12 september gingen 15.000 mensen de straat op in Amsterdam.

De dag was naast een succes ook een gemiste kans omdat er geen perspectief werd geschetst hoe de bezuinigingen gestopt kunnen worden. In plaats van dat 15.000 zorgwerkers teruggingen naar hun werkplek met handvatten om de strijd verder op te bouwen, mocht PvdA-staatssecretaris Van Rijn het moment gebruiken om de FNV-top weer aan de onderhandelingstafel uit te nodigen: ‘We moeten er samen uitkomen.’

Dit, en niet de verdere escalatie van de campagne, lijkt ook de belangrijkste zorg te zijn van de vakbondsleiding. Het laatste idee van hen is om via gemeenten die zich uitspreken tegen de bezuinigingen op de zorg de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onder druk te zetten. Dit is een risicovolle strategie.

In de schoonmakersstrijd werd een soortgelijke afspraak gemaakt met de NS. Maar in plaats van dat zij andere schoonmaakafnemers beïnvloedde, ontnam het de stakers de mogelijkheid actie te voeren op zichtbare locaties. Bovendien dreigt het de actiecomités in deze gemeenten weer te demobiliseren en betekent het een verdere vernauwing van de eisen.

Hoe verder?

In plaats van anderen te vragen in te grijpen (Van Rijn, Samsom) of te vertrouwen op de lobby van een ander (VNG), moeten zorgwerkers uitgaan van eigen kracht. Juist doordat de bezuinigingen iedereen raken, is een veel grotere campagne mogelijk. De volgende speerpunten zijn hiervoor belangrijk:

Organiseer zo democratisch mogelijk.
Nu ligt de bal vooral bij het Dagelijks Bestuur van de FNV. Die legt plannen voor aan een willekeurig samengesteld klankbord van voornamelijk leden uit de sector Zorg en Welzijn, niet aan de democratisch gekozen zorgwerkers in het sectorbestuur en het ledenparlement. Mensen die in de zorg werken, moeten in samenspraak met het ledenparlement als geheel het laatste woord hebben. Dit zou voor alle sectoren moeten gelden.

Bouw lokale actiecomités uit.
Op sommige plekken worden deze comités vooral ‘aangezet’ richting grote momenten. Dit leidt tot veel doorloop. Op andere plekken, zoals in Berkelland waar de bezuinigingen op de thuiszorg werden teruggedraaid, zijn ze juist succesvol. De vakbondsbasis in de thuiszorg en op de instellingen moet geconsolideerd worden, maar er is ook actievere ondersteuning nodig binnen aanverwante sectoren zoals de jeugdzorg, GHZ en GGZ waar de komende jaren harde klappen zullen vallen.

Haal het geld waar het zit!
Deze strijd van onderaf moet verbonden worden aan een duidelijk antibezuinigingsgeluid. Bezuinigingen zijn geen ‘noodzaak’, maar een politieke keuze. De zorgverzekeraars zitten nu op reserves van 8,5 miljard euro. Geld voor de zorg moet naar de zorg, maar daarbuiten is er ook genoeg. Zo hebben de rijken in Nederland in totaal 10 miljard euro verstopt in belastingparadijzen. Op het moment dat we de zorgverzekeraars overbodig maken en de rijken belasten, is er geld genoeg om juist te investeren in goede en toegankelijke zorg voor iedereen.

Het volgende actiemoment is op 15 december in Den Haag. Dan worden alle handtekeningen aan Van Rijn aangeboden.