‘Ze kunnen je elk moment naar huis sturen’

In Nederland openen meer en meer distributiecentra van logistieke bedrijven. Naast dat het werk de arbeiders fysiek en mentaal uitput, hebben zij vaak te maken met precaire woon- en arbeidsomstandigheden. Marko Adamovic heeft in een distributiecentrum van XPO gewerkt en vertelt ons over zijn ervaringen.
6 oktober 2021

Hoe was het om als nieuwe werknemer te starten bij het XPO distributiecentrum?

Het was voor mij de eerste keer dat ik in een distributiecentrum ging werken. Ik heb er veertien maanden gewerkt. In het begin was ik nerveus, maar het is eigenlijk niet heel moeilijk, want de werkzaamheden zijn als die van een robot. Je krijgt training om zes of zeven handelingen te leren en dat is het. Hoe langer ik er werkte, hoe beter ik doorkreeg waar ik eigenlijk in terecht was gekomen.

Wat was het zwaarste aan het werk?

Het lastigste is hoe precair het werk is. XPO verwacht dat de werknemers flexibel zijn en beschouwt ze als inwisselbaar. Er is geen zekerheid voor werknemers. Ze kunnen je elk moment naar huis sturen als er te weinig werk is. De echte problemen zijn er voor de mensen die via het uitzendbureau werken en ook in accommodatie van het uitzendbureau wonen. Als ze klagen krijgen ze van het uitzendbureau te horen dat ze 24 uur hebben om hun woonruimte te verlaten. Ze moeten dus tegen hun wil blijven werken bij het uitzendbureau totdat ze andere woonruimte hebben gevonden. En het is heel erg moeilijk om woonruimte te vinden zonder een full-time vast contract.

Hoe was het toezicht op de werkvloer?

Ze hebben op elke afdeling een paar opzichters die 200 tot 300 mensen moeten managen. Dat kan natuurlijk niet, dus het meeste toezicht gebeurt via computers. Elke order die je verwerkt wordt genoteerd in het systeem en na elk uur weten ze dus hoeveel je verwerkt hebt.

Als je begint heb je nog een laag target, maar na verloop van tijd wordt dit steeds hoger. In de eerste twee dagen is het doel nog 20 stuks per uur, maar na een paar weken is dit 60 stuks per uur, wat bijna onmogelijk is. Er is ook veel beveiliging in het distributiecentrum. Om naar buiten te gaan voor pauze moet je langs een beveiligingscheck, scanners en een poort. Dat kost je je halve pauze.

Dat klinkt als zware beveiliging.

De mensen in de beveiliging waren vooral Nederlands, 95 procent van de mensen bij XPO is Pools. De beveiligers behandelen je alsof je hiernaartoe bent gekomen uit Zuid- of Oost-Europa om van hun te stelen. Eén beveiliger noemde ons zelfs vee. Dat gaf me een heel naar gevoel, maar het is de dagelijkse praktijk op dit soort plekken.

Hoe was de sfeer onder de werknemers?

Tijdens de pauzes wordt veel geklaagd over de werkdruk en dat niemand de targets kan halen. Het meeste verzet vind je bij de mensen die werken voor een uitzendbureau dat ook hun huisbaas is. Ze zijn boos over de accommodatie, over het flexwerk en de algemene arbeidsomstandigheden. De werknemers worden echter ook tegen elkaar opgezet door de bazen. De dagelijkse targets met de namen erbij worden op papier uitgeprint en opgehangen zodat iedereen het kan zien. En dan denk je, waarom staken we niet? Helaas zegt niemand zoiets en gaan ze zelfs mee in de onderlinge competitie om zo veel mogelijk de targets te halen. De bazen weten zo de competitiviteit onder mensen aan te wakkeren, wat ze tegen elkaar opzet en hun productiviteit nog meer verhoogt. XPO geeft de vaste krachten ook andere uniforms dan de uitzendkrachten en scheidt ze ook op die manier van elkaar.

Wat kan helpen bij het organiseren van werkenden in zo’n werkomgeving?

Mensen organiseren in de vakbond zou helpen. Het lastige is dat het werk zo onzeker is dat mensen hier maar tijdelijk werken, voor de zomer of voor drie maanden. Hoe je ervoor zorgt dat die mensen lid worden van de vakbond is de vraag. De paradox is dat de meest precaire arbeiders ook de meeste onvrede hebben, maar het minst in de positie zijn om er iets aan te doen. De vaste krachten die bij XPO werken hebben meer ruimte om in actie te komen, maar doen dit niet omdat ze het relatief beter hebben dan de rest. Dat is waar, maar zelfs met een vast contract en alle zekerheden is de werkdruk hoog en wordt je uitgebuit.

Toen ik wegging kwam de FNV pas. Ze doen goed werk en krijgen nu wat aandacht, dus steeds meer mensen gaan bij de vakbond. Ze zien dat er mensen bij de FNV zijn die voor ze opstaan en wat proberen te veranderen.