Winst Obama drukt hoop op verandering uit
De verwachtingen in een Amerikaanse president zijn sinds de jaren dertig niet meer zo hoog geweest. De opwinding rond Obama’s campagne liet zien hoe groot de hoop is op politieke verandering na acht jaar George Bush en de neoconservatieven. De campagne raakte een snaar bij miljoenen Amerikanen. Dat bleek ook uit het grote aantal mensen die voor Obama langs de deuren gingen of zich op andere manieren met politiek gingen bezig houden – vaak voor het eerst.
De doorslaggevende factor in de overwinning was de wereldwijde economische crisis. Nu Obama gewonnen heeft, verwachten zijn kiezers dat hij de verandering zal brengen die hij hen heeft beloofd. Meer dan een miljoen gezinnen in de VS dreigen uit hun huis gezet te worden en dit aantal stijgt nog steeds. Mensen verwachten dat deze trend wordt gekeerd en er een eind gemaakt wordt aan de huisuitzettingen.
Ze willen ook dat de nieuwe president ingrijpt om ontslagen te voorkomen bij Ford en General Motors, waar duizenden banen op het spel staan. Velen van hen hopen dat er verandering komt in de ‘War on Terror’, de desastreuze bezettingen in Irak en Afghanistan die Bush ongekend lage populariteitscijfers hebben bezorgd. En de feestvierders gisterenavond verwachten zeker maatregelen tegen het racisme dat in de VS nog altijd welig tiert.
Maar op al deze punten zullen de verwachtingen van gewone mensen botsen met de eisen die Obama’s rijke aanhangers in het bedrijfsleven aan hem stellen. De Democratische Partij is nog altijd vooral een partij van de elite. Obama haalde meer steun van de multinationals binnen dan Bush. Ook met Obama aan kop zijn de Democraten niet opeens veranderd in een linkse partij. Het is waar dat 93 procent van de politieke bijdrages van de Amerikaanse vakbonden naar de Democraten gaat, maar dit levert niet meer dan 14 procent op van de fondsen van de partij. 67 procent daarvan komt van de grote bedrijven.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom gewone Amerikanen zo hopen op verandering. In de VS is het aantal zwarte mannen dat in de gevangenis zit groter dan het aantal in hoger onderwijs. Bijna een kwart van de zwarte Amerikanen leeft onder de armoedegrens. Toch omschrijft Obama de VS als het land van ‘democratie, vrijheid, mogelijkheden en vasthoudende hoop’.
Obama heeft beloofd de troepen terug te trekken uit Irak – maar hij wil ze naar Afghanistan sturen. Hij ondertekende zonder commentaar het steunplan van 700 miljard dollar voor de banken in Wall Street. Hij omringt zich met prominenten uit de regering van Clinton, de vorige Democratische president die ook gekozen werd op een golf van hoop. Maar onder Clinton groeide de kloof tussen arm en rijk. Het aantal mensen in de gevangenis verdubbelde. Hij maakte een einde aan het Amerikaanse stelsel van sociale zekerheid en voerde net zo veel oorlogen als de vier presidenten voor hem. Onder de steunpilaren van de regering-Clinton die nu getipt worden voor een ministerschap zijn Richard Holbrooke, een van de architecten van de oorlog op de Balkan, en Zbigniew Brezinsky, een prominente havik.
Er zullen nog veel momenten komen waarop de verwachtingen in Obama zullen botsen op de beperkingen van het Amerikaanse politieke systeem. De centrale vraag voor Amerikaans links is of het in staat zal zijn om aansluiting te vinden bij de enorme hoop die Obama’s overwinning heeft losgemaakt onder gewone mensen. Die hoop moet gebruikt worden voor het opbouwen van grassroots-campagnes om de nieuwe president te dwingen zijn beloftes waar te maken, maar ook om verzet te bouwen tegen de pro-kapitalistische politiek van beide grote partijen.
Obama’s verkiezing heeft een venster geopend voor links, de arbeidersklasse, de anti-oorlogsbeweging en zwarte Amerikanen om hun eigen agenda naar voren te brengen. Die kans moet gegrepen worden om te zorgen dat er ook daadwerkelijk verandering komt.