Wil om een alternatief te vormen

Ruim driehonderd mensen kwamen dit weekend op de Universiteit van Amsterdam bijeen tijdens het Marxisme Festival. De rode draad van het weekend vormde het idee dat als we de wereld willen veranderen we de wereld moeten begrijpen. Vandaar dat het aanbod van de bijeenkomsten divers was en de vele onderwerpen met elkaar in verband werden gebracht.
14 april 2008

Marxisme Festival 2008
Door Hans Lammers

Een greep uit de 34 bijeenkomsten: De kredietcrisis – waar gaat het kapitalisme heen?, Honderd jaar vrouwenbeweging, Nederlands koloniale erfenis, Islam en de verlichting, klimaatverandering, Bach en Mozart en de Bolivariaanse revolutie in Venezuela. Documentaires werden ook vertoond en ingeleid, onder andere over de protesten tegen de G8, de racistische beeldvorming in Hollywoodfilms over Arabieren en over hoe de productie van de elektrische auto werd tegengehouden door multinationals.

Opvallend was de interesse van de bezoekers naar diepgaande analyse over de maatschappij. Zo trok een bijeenkomst over de kritiek van Marx op de politieke economie maar liefst vijftig mensen. De honger naar systeemkritiek uitte zich ook in een continue drukte in de boekwinkel, waar zowel klassiekers van Marx, Trotski en Rosa Luxemburg als nieuwe boeken zoals Naomi Kleins Shockdoctrine gretig aftrek vonden. Maar er werd niet alleen stil gestaan bij politiek.

Op de bijeenkomst ‘Maar is het Kunst?’ beargumenteerde Mike Gonzales aan de hand van bekende schilderijen dat goede kunst de gevestigde kijk op de maatschappij uitdaagt. ‘Kunst kan je op een andere manier naar dingen leren kijken’, zei hij en besprak in dit verband het werk van de schilder Picasso en de schrijvers Dickens en Balzac. Daarna volgden levendige bijdrages met voorbeelden over hoe creativiteit zich verhoudt tot massaproductie en stereotypering van bepaalde culturele uitingen.

Een verhit debat ontstond tijdens de bijeenkomst over de media en de oorlog, waarbij woordvoerder Martijn de Rooi van het platform Openheid over Irak de leugens over de oorlog in Irak en de weinig kritische houding van de Nederlandse media in de aanloop naar deze oorlog hekelde. Toen de andere spreker, de bekende interviewer en journalist van de Nieuwe Revue Frenk van der Linden de zaal provoceerde door te stellen dat onderzoek heeft aangetoond dat de doelgroep niet voldoende is geïnteresseerd in stevige onderzoeksjournalistieke artikelen, kwamen de bijdrages achter elkaar uit de zaal. Zo werd er beargumenteerd dat journalisten en hoofdredacties een verantwoordelijkheid hebben in het bedrijven van goede journalistiek en de lezers niet voor dom moeten houden. Verder werd aangevoerd dat juist als het gaat om de oorlog in Irak en Afghanistan, lezers juist kritische journalistiek verwachten.

Het slotdebat op zondag in de namiddag bundelde de ervaringen en de discussies van het weekend. Er werd gepleit voor solidariteit met de strijd in Egypte voor meer vrijheid en een betere levensstandaard door Sinsia van Kalkeren en Pepijn Brandon. Beiden deden verslag van de Cairo-conferentie, die een week voor de uitbarsting van massaprotest had plaatsgevonden in Egypte. Zij hadden daar stakingsleiders gesproken en gezien hoe hoopvol maar ook levensgevaarlijk die strijd is. Miriyam Aouragh benadrukte de betekenis van solidariteit dat centraal stond op het festival. ‘Dit betekent niet dat je medelijden hebt. Het betekent dat je probeert verschillende vormen van strijd aan elkaar te linken, omdat jij de volgende kan zijn die aan de beurt is’. Het applaus dat ze kreeg liet zien dat er strijdbaarheid is om Verdonk en Wilders in het defensief te drukken en de wil om een alternatief te vormen voor het kapitalisme dat onze levens aan het verwoesten is.