‘Wij staken voor een goed openbaar vervoer’
Door Sinsa van Kalkeren
Enthousiast waren ze wel, de stakende chauffeurs van het streekvervoer. Om hun eis van 3,5 procent loonsverhoging zonder beknibbeling op pauzes en vrije dagen kracht bij te zetten, verzamelden ze zich donderdag voor een landelijk manifestatie.’Maar we staan hier niet alleen voor ons loon,’ zegt Marja Top uit Ede. ‘Doordat onze bedrijven geprivatiseerd worden, wordt er op alles bezuinigd. Ik werk nu zeven jaar op de bus en de tijd die ik heb om van A naar B te komen, wordt steeds korter. Je moet Red Bull in je tank gooien om het nog te halen. Dat levert ontzettend veel stress op. Tel daar de verkorte pauzes en het verminderde aantal vrije dagen bij op, en de situatie op de bus wordt niet bepaald veiliger.’
Al zes dagen duurt de staking, nog los van de acties die in de afgelopen maanden werden gevoerd. Nu er ook in de spits geen bussen rijden, krijgen de chaufeurs het verwijt dat ze kwetsbare groepen te veel raken op deze manier. Hoewel uit onderzoek van Metro blijkt dat 84% van de ondervraagden de stakingen steunt, wil reizigersorganisatie Rover via de rechter proberen de stakingen te verbieden.
‘Ik vind het ook naar dat het nodig is,’ zucht Top. ‘Ik heb zelf een dochter die in haar examenperiode zit, dus ik weet hoe lastig het is. Maar we hebben de afgelopen maanden echt geprobeerd eruit te komen met de werkgevers, maar ze geven geen krimp. En laten we eerlijk zijn: het is nu even vervelend, maar we staken juist ook voor die kwetsbare groepen. We willen niet dat door de privatisering lijnen worden geschrapt, chauffeurs onmogelijke tijden moeten maken, noem maar op. Wij staken voor een goed openbaar vervoer.’
Hoewel de staking nog niet altijd gelinkt wordt naar andere werknemers die met dezelfde marktwerking te maken hebben, zijn er wel beginnetjes. Harry de Vries uit Hoorn: ‘Als ze onze ATV dagen en kwartier pauze af kunnen pakken, dan zijn de pauzes van die NS-ers en de arbeidsvoorwaarden in de zorg en onderwijs daarna aan de beurt. Het komt er nu op aan om meer solidariteit te kweken.’