Wie was Rosa Luxemburg?

Op 15 januari 1919, honderd jaar geleden, werd Rosa Luxemburg tijdens de Duitse Novemberrevolutie vermoord door extreemrechtse soldaten. Een korte politieke biografie van een van de belangrijkste socialisten van de Duitse arbeidersbeweging.
14 januari 2019

Rosa Luxemburg werd op 5 maart 1871 geboren in het Poolse stadje Zamość. Vanaf haar jeugd was ze actief in de Poolse socialistische beweging. Daar sloot ze zich aan bij Proletariat, een revolutionaire partij die was opgericht in 1882.

Proletariat in Polen

Polen werd in die tijd geregeerd door de Russische Tsaar. Vanaf het begin liep Proletariat voor op de revolutionaire beweging in Rusland. Terwijl de Russische beweging zich vooralsnog beperkte tot terreuraanslagen, organiseerde Proletariat al duizenden arbeiders in een staking tijdens de eerste Poolse massabeweging tegen het Russische absolutisme. De daaropvolgende arrestatiegolf verlamde de partij praktisch volledig en slechts kleine groepen konden zichzelf redden. Bij een van deze groepen sloot Rosa Luxemburg zich op 16-jarige leeftijd aan.

In ballingschap

Maar in 1889 kreeg de politie deze groep in het vizier en moest Rosa Luxemburg Polen verlaten. In ballingschap maakte ze een razendsnelle intellectuele ontwikkeling door. Ze werd de belangrijkste medewerker van de partijkrant en droeg bij aan de oprichting van de Sociaal-Democratische Partij van het Koninkrijk Polen en Litouwen (SDKPiL). Gedurende haar hele leven werd zij gezien als de leidende theoreticus van deze partij. In 1897 verhuisde ze naar Duitsland om aan de SPD mee te bouwen, de grootste en meest gerespecteerde sectie van de Socialistische Internationale. Die partij was verdeeld in twee politieke stromingen: een revolutionaire vleugel en een steeds sterkere reformistische vleugel.

In de SPD

Terwijl sterke revolutionaire partijen zich ontwikkelden in Rusland en Polen, bleven de Duitse revolutionairen een kleine minderheid. Sinds de economische crisis van 1873 had Duitsland een continue economische groei doorgemaakt. De staat en de industriëlen konden daardoor concessies doen aan de arbeidersklasse. Tegen deze achtergrond namen de functionarissen van de vakbonden en hun parlementaire vertegenwoordigers, afgevaardigden van de SPD, steeds meer afstand van revolutionaire ideeën en beperkten zij hun politiek tot het binnenhalen van geleidelijke hervormingen.

Sociale hervorming of revolutie

Tussen 1896 en 1898 schreef de Duitse sociaal-democraat Eduard Bernstein in Die Neue Zeit, het theoretische tijdschrift van de SPD, een reeks artikelen waarin hij het reformisme tot uitgangspunt verhief. In tegenstelling tot Marx beweerde Bernstein dat de tegenstrijdigheden van het kapitalisme niet zouden verergeren maar juist verzwakken. Het kapitalisme zou steeds gematigder worden en voor de arbeidersklasse meer en meer aanvaardbaar. Rosa Luxemburg diende Bernstein van repliek door middel van twee artikelen in Die Neue Zeit, die later werden gebundeld als de brochure Sociale hervorming of revolutie. Volgens Rosa Luxemburg trok Bernstein, doordat hij de steeds diepere tegenstellingen van het kapitalisme ontkende, de basis onder het socialisme weg. Hij vertrouwde op de “kracht van inzicht in rechtvaardigheid” aan de kant van de kapitalistenklasse.

Tegen de “koehandelspolitiek”

Luxemburg toonde aan dat het antagonisme tussen kapitalisten en arbeiders steeds scherper zou worden, zoals Marx al had voorspeld. Daarom is het onmogelijk om kapitalisten over te halen om hun rijkdommen aan de arbeidersklasse af te staan op grond van hun rechtvaardigheidsgevoel. Uiteindelijk zouden de reformisten via een politieke koehandel worden gedwongen om alle vooruitstrevende ideeën los te laten. Dit gebeurde destijds al met de socialistische afgevaardigde Wolfgang Heine, die het voorstel deed om de regering van kanonnen te voorzien in ruil voor het behoud van democratische rechten.

Rosa Luxemburg concludeerde: “Het socialisme volgt dus helemaal niet vanzelf en onder alle omstandigheden uit dagelijkse strijd van de arbeidersklasse. Het ontstaat slechts uit de zich steeds verder toespitsende tegenstrijdigheden in de kapitalistische economie en uit de kennis van de arbeidersklasse over de noodzaak van haar verheffing door een sociale omwenteling. Ontkent men het ene en verwerpt met het andere, zoals het revisionisme doet, dan beperkt de arbeidersbeweging zich tot slechts vakverenigingsgedoe en gehervorm, en koerst ze door haar eigen zwaartekracht in laatste instantie aan op het verlaten van haar klassenstandpunt.”

Rosa Luxemburg wees de strijd voor hervormingen niet af. Voor haar waren de vakbeweging en de politieke strijd de manier waarop “het proletariaat, d.w.z. de subjectieve factor van de socialistische revolutie, zich op de verwezenlijking van die revolutie voorbereidt.” Ze zag dat de fout slechts zat in de parlementaire weg die de reformisten insloegen.

De Russische Revolutie van 1905

Het uitbreken van de eerste Russische Revolutie in 1905 maakte een einde aan het Bernstein-debat. Rosa Luxemburg schreef voor haar Poolse partij een serie artikelen en brochures waarin ze, twaalf jaar eerder dan Lenin, het idee ontwikkelde dat de revolutie het tsaristische regime niet zou kunnen vervangen door een burgerlijke heerschappij. Bij succes zou het direct leiden tot arbeidersmacht en bij verlies tot de overwinning voor het absolutisme.

In december 1905 ging ze naar Polen waar ze de leiding van haar partij overnam. De revolutie was echter al over zijn hoogtepunt heen en in maart 1906 werd Rosa gearresteerd. Na vier maanden in de gevangenis keerde ze terug naar Duitsland.

Massastaking, partij en vakbonden

De Russische Revolutie bevestigde een idee dat Rosa Luxemburg eerder had ontwikkeld: dat massastakingen een cruciaal element vormen in de strijd van arbeiders om de macht. Ze vormen het moment waarop de arbeidersstrijd voor een hervorming van het kapitalisme begint om te slaan in een revolutie. Op basis van haar ervaringen in 1905 werkte ze dit idee uit in de brochure Massastaking, partij en vakbonden.

Strijd om de SPD

Tussen 1905 en 1910 groeide de kloof tussen Rosa Luxemburg en de leiding van de SPD. In 1907 sprak Rosa Luxemburg op het congres van de Socialistische Internationale in Stuttgart namens de Russische en Poolse partijen. Tijdens de twee decennia vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog nam de steun voor het imperialisme gestaag toe binnen de Internationale. Het Stuttgart Congres nam Luxemburgs anti-imperialistische resolutie aan met een schamele meerderheid van 127 tegenover 108 stemmen. Vanaf 1910 was de SPD uiteindelijk verdeeld in drie richtingen: de reformisten die het imperialisme steeds openlijker steunden; het centrum dat in woord radicaal bleef maar opportunistisch was in daad; en de revolutionaire vleugel die vooral door Rosa Luxemburg werd geïnspireerd.

De partijleiding en de Eerste Wereldoorlog

Rosa Luxemburg geloofde niet dat de partijleiding nog te overtuigen was. Maar ze hoopte dat deze leiding door een massastaking van arbeiders “aan de kant geschoven zou worden en dat de economische en politieke strijd zonder deze leiding zou worden gevoerd.”

In haar strijd tegen het reformisme benadrukte Rosa Luxemburg dat de revolutie het werk van de arbeiders zelf moest zijn en niet van de sociaal-democratisch partijleiding. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, trok de patriottische golf bijna alle leiders van de sociaal-democratie mee. Op 4 augustus 1914 stemde de parlementaire fractie van de SPD vóór oorlogskredieten aan de keizerlijke regering.

De Spartacusbond

Deze beslissing van de partijleiding was een zware slag voor Rosa Luxemburg. Door het ontbreken van een zelfstandige revolutionaire organisatie had ze geen mogelijkheid om effectief oppositie te voeren tegen de oorlog. Maar Rosa Luxemburg gaf zich niet zo makkelijk gewonnen. Op diezelfde 4 augustus kwam bij haar thuis een kleine groep socialisten samen die besloot om tegen de oorlog te strijden. Deze groep, geleid door Luxemburg, Karl Liebknecht, Franz Mehring en Clara Zetkin, vormde later de Spartacusbond. Vier jaar lang leidde Rosa Luxemburg, meestal vanuit de gevangenis, deze revolutionaire organisatie.

De Duitse Novemberrevolutie van 1918

In november 1918 brak de Duitse revolutie uit en werd Rosa Luxemburg uit de gevangenis bevrijd. De beweging van arbeiders en soldaten had de eeuwenoude monarchistische orde weggevaagd. In zeer korte tijd had ze niet alleen de keizer maar alle 22 Duitse koningen en vorsten de macht ontnomen en de basis gelegd voor een democratisch nieuw begin. Een paar dagen nadat de protesten waren begonnen, beëindigde een staakt-het-vuren de vier jaar durende massamoord van de Eerste Wereldoorlog. De opstand van arbeiders en soldaten bood de mogelijkheid om de macht af te pakken van de elite: het leger, de keizerlijke staatsbureaucratie en de ondernemers.

De contrarevolutie

Maar in plaats daarvan besloot de leiding van de SPD om een alliantie met de oude machthebbers aan te gaan. Arbeidersraden die weigerden hun macht op te geven – zoals in Bremen en München – en revolutionairen die de revolutie probeerden door te zetten – zoals in Berlijn – werden bloedig onderdrukt door het bondgenootschap van de SPD en de “oude machten”. Reichswehr-minister Gustav Noske (SPD) deinsde er niet voor terug om daarbij het extreemrechtse Freikorps in te zetten. Duizenden arbeiders werden vermoord. Op 15 januari 1919 werden Luxemburg en Liebknecht vermoord. Extreemrechtse soldaten sloegen Luxemburg met een geweerkolf bewusteloos, waarna ze door Freikorps-luitenant Hermann Souchon met een schot door het hoofd werd doodgeschoten. Haar lichaam gooiden de soldaten in het Berlijnse Landwehrkanaal. Op die plek staat nu een monument met haar naam erop.

Rosa Luxemburgs erfgoed

Vlak voor haar dood slaagde Luxemburg erin om een laatste artikel te schrijven. De titel luidt “Orde heerst in Berlijn” en verscheen op 14 januari in Die Roten Fahne. In de tekst probeert ze aan de arbeiders uit te leggen waarom de opstand had gefaald en hoe deze weer zou kunnen oplaaien. Ze schreef: “De leiding heeft gefaald. Maar de leiding kan en moet opnieuw voortkomen door en uit de massa’s. De massa’s zijn het doorslaggevende element, zij zijn de rots, waarop de eindoverwinning van de revolutie wordt gebouwd. […] ‘Orde heerst in Berlijn!’ Gij stompzinnige beulsknechten! Uw ‘orde’ is op zand gebouwd. De revolutie zal zich morgen reeds ‘met luide galm verheffen’ en tot Uw schrik onder bazuingeschal verkondigen: Ik was, ik ben, ik zal zijn!”

En inderdaad, in de daaropvolgende vier jaar stak de Duitse Revolutie meer dan eens de kop op. Maar de Communistische Partij, onervaren en beroofd van haar beste leiders, was niet in staat niet de leiding te geven die nodig was om de heersende klasse te verslaan. Eind 1923 was het revolutionaire moment voorbij. De vreselijke gevolgen hiervan kunnen nauwelijks overschat worden. Het Freikorps vormde al snel de kern van Hitlers Sturmabteilung, de SA. De sociaal-democraten, die het Freikorps hadden losgelaten op de arbeidersbeweging, zouden spoedig omkomen in de concentratiekampen. Luxemburgs vermaning ‘socialisme of barbarij’ werd in negatieve zin werkelijkheid: de hoop op socialisme werd vernietigd; nazisme en de Holocaust waren het gevolg.

Clara Zetkin omschreef Rosa Luxemburg in de woorden van de Duits-Joodse dichter Heinrich Heine: “Ik ben het zwaard, ik ben de vlam.” Elk jaar herdenken tienduizenden mensen in Berlijn deze “vlam”. Ze nemen deel aan demonstraties ter nagedachtenis aan Rosa Luxemburg, wier ideeën tot ons zullen blijven spreken zolang de strijd tussen uitbuiters en uitgebuitenen voortduurt.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Artikelen van de hand van Rosa Luxemburg vind je in het online Rosa Luxemburg Archief opmarxists.org.

De Nederlandstalige vertaling van Hervorming of revolutie (Rosa Luxemburg, vertaald en ingeleid door Pepijn Brandon) is te bestellen bij LeesLinks, net als andere boeken, over Rosa Luxemburg:

Stuur een mail naar leeslinks [at] socialisme.nu als je iets wilt bestellen.