Wie was: Anton de Kom (1898-1945)

‘Vrijheidsstrijder, verzetsheld, vakbondsman, activist, schrijver en banneling’, zo luidt het onderschrift van zijn standbeeld in de Amsterdamse Bijlmermeer. Toch is Anton de Kom voor veel Nederlanders een onbekende naam.
27 april 2013


Door Faaïzah Rodjan

Als zoon van een voormalig slaaf werd De Kom geboren in 1898 in Paramaribo. Aangezien hij als zwarte man vrijwel geen toekomst had in Suriname, besloot hij in 1920 het land te verlaten. In hetzelfde jaar arriveerde hij in Amsterdam. In Nederland woonde hij bijeenkomsten bij van verschillende vakbondsorganisaties die streden voor betere arbeidsomstandigheden. De Kom wist dat in Suriname niemand opkwam voor de nieuwe arbeiders, de voormalige slaven.

Hierop besloot hij een boek te schrijven over de geschiedenis van Suriname, met het doel de Surinaamse bevolking bewust te maken van haar geschiedenis, zichzelf en de situatie waarin zij zich in de jaren dertig bevond. Het boek was overigens ook bedoeld voor de Nederlandse bevolking, zodat zij de misstappen van de koloniale regering zou beseffen: ‘Geen volk kan tot volle wasdom komen dat erfelijk met een minderwaardigheidsgevoel belast blijft. Daarom wil dit boek trachten het zelfrespect der Surinamers op te wekken en voorts de onjuistheid aantonen van de vredesbedoelingen der Hollanders ten tijde van de slavernij.’

In zijn streven naar een onafhankelijk Suriname kwam De Kom in aanraking met de Communistische Partij Holland, later de Communistische Partij van Nederland (CPN). Het was de enige politieke partij die officieel het standpunt innam dat de koloniën zelfstandig moesten worden. De opvattingen van partijleider David Wijnkoop over het koloniale beleid van Nederland sloten naadloos aan bij de ideeën die De Kom zelf aan het ontwikkelen was. Indonesië, evenals Suriname, moest niet langer uitgebuit worden onder het mom van ‘beschaving bijbrengen’.

De Kom had Wijnkoop ontmoet tijdens een bijeenkomst van de Liga tegen het Imperialisme en Kolonialisme. Vanaf 1929 schreef De Kom diverse artikelen in De Communistische Gids over het onrecht dat de Surinaamse bevolking werd aangedaan. De bezittende klasse (de koloniale overheersers) onderdrukte de arbeidersklasse (de Creolen en contractarbeiders) en deze arbeidersklasse kon zich alleen door strijd vrijmaken. Zijn activiteiten en uitspraken leidden ertoe dat De Kom bij de Centrale Inlichtingendienst bekend kwam te staan als een communist en overal gevolgd werd. Het werd volgens De Kom tijd dat de Surinaamse bevolking een eigen identiteit creëerde die gelijkwaardig was aan de Nederlandse identiteit.

In 1933 ging De Kom terug naar Suriname. Hij wilde samen met de arbeiders een sterk front vormen tegen de koloniale regering. Omdat hij veel steun kreeg van de Surinaamse (contract)arbeiders werd hij door de overheid als een bedreiging gezien. Daarom werd De Kom op 1 februari 1933 gearresteerd wegens ‘opruiing en poging tot aanslag op de regeringsvorm van Suriname’.

Als reactie hierop stroomden honderden mensen Paramaribo binnen om zijn vrijheid te eisen. Dit resulteerde in een opstand waarbij twee doden en 22 gewonden vielen. De Kom bleef uiteindelijk drie maanden lang vastzitten op Fort Zeelandia, zonder enige vorm van proces. Tenslotte werd hij het land uitgezet en keerde hij gedwongen terug naar Nederland.

Na zijn terugkeer uit Suriname in mei 1933 bleef De Kom toespraken houden tijdens communistische vergaderingen, om ze te informeren over zijn activiteiten in Suriname: ‘Toen ik op 4 januari jl. in Suriname aankwam, heb ik direct verschillende vergaderingen geleid, waarvoor ik vier maanden onschuldig in de gevangenis heb gezeten. In twintig dagen had ik de gehele bevolking van Suriname achter mij. Zoo moet het hier ook gebeuren, een eenheid moeten wij hebben.’

Ook richtte hij zich op het schrijven van zijn boek Wij Slaven van Suriname. Met behulp van Jef Last slaagde hij er uiteindelijk in het boek in 1934 te publiceren. Zijn werk was de eerste antikoloniale tekst over Suriname die door een gekoloniseerde werd geschreven en vanuit dat perspectief de uitwerkingen van de slavernij en economische uitbuiting besprak.

Vanwege zijn communistische imago was het voor De Kom moeilijk een baan te vinden in Nederland. Daarnaast leverde de verkoop van zijn boek weinig op. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg De Kom de mogelijkheid voor het Haagse blad De Vonk te schrijven. Toen de Haagse verzetsgroep in 1941 ontmanteld werd, begon De Kom bij te dragen aan het landelijk blad De Vonk, van de Internationaal Socialistische Beweging. In zijn stukken bracht De Kom het verzet in Nederland in verband met de strijd tegen rassendiscriminatie in Suriname.

In de zomer van 1944 werd hij echter gearresteerd door de Grüne Polizei en naar Neuengamme getransporteerd. Op 24 april 1945, kort voor de bevrijding, overleed hij in kamp Sandbostel aan tuberculose. Een ooggetuige herinnerde zich De Kom: ‘O, die Surinamer! Het was een fijne man, hij was rustig, teruggetrokken. Maar als hij sprak, was het vol geestdrift over zijn land Suriname en zijn boek Wij Slaven van Suriname. Die man sprak nergens anders over. Was vol, boordevol van zijn land en zijn volk.’

Op het Marxisme Festival van april 2013 zijn meerdere meetings over slavernij, antiracisme en antifascisme, zoals:
Zaterdag 27 April • 11:00 • Sandew Hira • De onbeschaafde afschaffing van de slavernij
Zaterdag 27 April • 15:00 • Rob Witte • Al eeuwenlang een gastvrij volk