Wie is er bang voor Emile Roemer?
Door Jeroen van der Starre
De pavlovreacties van het establishment waren in ieder geval weer bijzonder vermakelijk. Van PvdA tot PVV kwam er een storm aan waarschuwingen voor ‘het rode gevaar’ en de ‘onrealistische’ SP. Maar wat vooral opviel was het gebrek aan realiteitszin over de oorzaken van deze politieke verschuiving die veel van de reacties tekende.
Het duidelijkste voorbeeld hiervan moet die van Bert Wagendorp zijn geweest, die leeft in de stellige overtuiging dat Nederland zich in rap tempo ontpopt tot een ‘socialistische heilstaat’. Hij schrijft dat de SP haar winst dankt aan Emile Roemer die miljoenen Nederlanders heeft gehersenspoeld door middel van zijn welhaast bovenaardse charismatische krachten. Ook Wilders’ frontale aanval ging gepaard met een reeks absurde aantijgingen, al moest hij toch ook toegeven dat de sociale politiek van de SP misschien ook een rol heeft gespeeld.
Wilders toonde zich een echte regent. Zijn stelling was dat de SP vooral makkelijk praten had en dat ‘verantwoordelijkheid nemen’ door te regeren nu eenmaal altijd ‘pijn doet’. Wat hij hierbij tactisch onbesproken liet was waarvoor hij precies verantwoordelijkheid heeft genomen en bij wie dat precies pijn doet. Dat Wilders stemmen verliest aan de SP komt omdat een deel van zijn achterban de gevolgen van de bezuinigen voelt, Wilders daar terecht voor verantwoordelijk houden en op af beginnen te rekenen.
Maar dat wil zeker niet zeggen dat de winst van de SP alleen een gevolg is van een leegloop bij de PVV. Nederland wordt geregeerd door het meest asociale kabinet in decennia, dat een monsterpakket van 18 miljard aan bezuinigingen loslaat op zorg, onderwijs, de publieke sector en uitkeringen en straks voor de tweede ronde wilt gaan. Rechtse hobby’s als de villasubsidie – in totaal goed voor 11 miljard – blijven volledig buiten schot, net als de fiscale politiek die multinationals toestaat om voor miljarden per jaar aan belasting te ontduiken. Dit heeft geleid tot verdiepende afkeer van het politieke centrum en een polarisatie naar de flanken. Dat die polarisatie nu vooral links ten goede komt heeft alles te maken met het feit dat de PVV zich volledig heeft gecommitteerd aan de afbraak.
Alternatieven
Dit verklaart waarom de SP vooral onder de laagste inkomens wint, zoals blijkt uit onderzoek van De Hond. De PvdA blijft het kabinet keer op keer aan meerderheden helpen en GroenLinks ziet vooral te weinig hervormingen – de ontslagbescherming is immers nog grotendeels intact. In die context is de SP de enige partij die nog een weerwoord heeft op de blinde ‘logica’ van de vrije markt. Nu steeds duidelijker wordt dat Wilders één is met het establishment, bewegen de mensen die de klappen krijgen van deze ongebreidelde marktpolitiek naar links.
Roemer heeft dan ook groot gelijk als hij de ontstane ophef vooral ziet als een ‘mooi compliment’. De paniek bij rechts is het logische gevolg van het succes van een partij die zich positioneert buiten de zich vernauwende grenzen van neoliberaal cynisme. Om dezelfde reden zijn de aanvallen op de SP vooral een voorbode: we staan immers nog maar aan het begin van politieke en sociale onrust.
Dat de SP op deze basis wint is bijzonder hoopvol. Het werpt een perspectief op een links dat de grenzen die de neoliberale ideologie stelt aan wat ‘realistisch’ is kan verwerpen en dat er alternatieven zijn voor de race to the bottom die de financiële markten voor ons uitgestippeld hebben. Alternatieven als extra investeringen in onderwijs, zorg, kinderopvang en openbaar vervoer verdienen daarom brede steun van links, maar de manier waarop de SP deze verbeteringen wil doorvoeren geeft wel te denken.
Realistisch
De SP top laat geen mogelijkheid onbenut om te benadrukken dat ze wil regeren. Roemer is als voormalig wethouder in een coalitie met de VVD in Boxmeer het boegbeeld van de trend in de SP om zich regierungsfähig te tonen. Zo zei Roemer in januari dat hij niet inziet waarom de SP niet met de VVD zou kunnen regeren. Rutte reageerde hier afwijzend op en dat was reden voor Roemer om ook wat gas terug te nemen, maar dat hij dit als een serieuze optie ziet zou zorgen moeten baren.
Want als de crisis iets duidelijk maakt is dat niet regeringen, laat staan parlementen, bepalend zijn voor de politieke en sociale realiteit. In Europa zien we een duidelijke trend naar minder democratie. Dit zien we niet alleen terug in de de installering van neoliberale ‘technocraten’ in Italië en Griekenland, maar ook in de mate waarin de financiële markten de grenzen stellen van wat mogelijk is. De tragedie van Papandreou maakte de nietigheid van het individuele staatshoofd glashelder: de toekomst van Griekenland wordt niet bepaald door ‘de politiek’, het echte politieke gevecht is de confrontatie tussen de Europese economische elites en de massabewegingen op straat en in de bedrijven.
Nederland zal hierin niet verschillen van Griekenland: Ruttes politieke agenda wordt net zo goed gestuurd door de ratingbureaus, financiële markten en de Nederlandse multinationals. De enige realistische anti-neoliberale politiek is een politiek die het opbouwen van maatschappelijke strijd als uitgangspunt neemt. Zelforganisatie van de bevolking is de enige macht die uiteindelijk weerstand kan bieden aan de heersende economische macht.
De oriëntatie van de SP op regeringsdeelname draagt daarmee het levensgrote gevaar in zich van nieuwe teleurstellingen op de langere termijn. De echte gevechten liggen namelijk buiten het Binnenhof. Dat is waar geschiedenis geschreven zal worden en dat is waar de SP de belangen van haar achterban het beste kan dienen. Meeregeren is de weg van de PvdA en dat zou te denken moeten geven. Een SP die partij kiest voor sociale strijd zal de marktfundamentalisten pas echt de stuipen op het lijf jagen. Als je dat doet, dan zit je op de goede weg.