We moeten het geld halen waar het zit

Begin juni kondigde VVD-fractievoorzitter Zijlstra aan extra te willen bezuinigen op zorg, uitkeringen en toeslagen. ‘We moeten de pijn nú nemen’, zei hij. Voor wie het tijdens Balkenende nog niet door had, met ‘we’ bedoelt hij ‘jullie’ – iedereen behalve de miljonairs en multinationals.
17 juni 2013


Door Maina van der Zwan

Verrassing, verrassing: de VVD wil nog meer bezuinigingen. Dat terwijl er nauwelijks meer een econoom te vinden is die denkt dat dit verstandig is.

Zelfs het Internationaal Monetair Fonds geeft toe dat de aan Griekenland opgelegde bezuinigingen averechts hebben gewerkt. Het land is voor het vijfde jaar achtereen in recessie en de economie is met 17 procent gekrompen. Genoeg aanleiding om de ingeslagen weg te heroverwegen, zou je denken.

Toch willen de Europese beleidsmakers juist harder doorpakken in hun bezuinigingsdrift. De drieprocentsnorm is heilig, ook in Nederland. Waarom wordt er zo halsstarrig vastgehouden aan dit overduidelijk destructieve beleid?


Amerikaans model

Een deel van het antwoord is te vinden in de neoliberale ideologie van de heersende partijen. Die zien in de crisis juist een kans om hun politieke project versneld door te drukken: de maatschappelijke omvorming naar Amerikaans model. Meer markt en minder medemenselijkheid.

Dus horen we dat de rol van de overheid in de samenleving is ‘doorgeslagen’ en dit ‘opgeblazen systeem’ onhoudbaar is. Daarmee bedoelt Zijlstra niet de miljardensubsidies aan banken en Nederland belastingparadijs, maar de verzorgingsstaat.

Een ander deel van het antwoord is economisch. Alle eurolanden zitten in een crisis en proberen er al concurrerend uit te komen. Dan is het rationeel om de werkloosheid op te laten lopen en gelijktijdig te snijden in uitkeringen. Zo hoopt de heersende klasse de lonen te drukken en de concurrentiekracht te verhogen. Dat is wat Rutte bedoelt met ‘snoeien om te groeien’.

Broodje aap

Dit is een herkauwing van het eerst-zuur-dan-zoet-argument van Balkenende. Dat was toen een broodje-aapverhaal en dat is het nog steeds. Ten eerste omdat alle eurolanden dit recept volgen en het gezamenlijke snoeien overal de consumptie drukt en dus ook de import uit andere landen.

Ten tweede omdat in het kapitalisme zuur en zoet nooit eerlijk verdeeld worden. Ook als de concurrentiekracht toeneemt, zoals het afgelopen decennium in Duitsland, gaat dat ten gunste van aandeelhouders en over de ruggen van werkers. Nederlandse bedrijven boekten het afgelopen jaar 37 miljard euro winst. Dat ging naar dividend-uitkeringen, niet naar investeringen in werkgelegenheid. Ruttes recept biedt dus geen enkele garantie.


Het kan anders

Toch gaat ook het merendeel van links mee in het idee dat er ‘nou eenmaal’ bezuinigd moet worden. En dus draait het politieke debat om de vraag in welke mate en in welk tempo er bezuinigd moet worden, niet om de vraag of dit überhaupt wel nodig is. Zo bepaalt rechts de richting, en stuurt links hooguit bij zodat rechts niet crasht.

Er is een alternatieve koers die wordt vormgegeven door de diverse protestbewegingen in Europa. Die vertrekt vanuit de constatering dat er genoeg geld is om in ieders behoefte te voorzien, maar dat het in de verkeerde handen is.

Bezuinigen zou onnodig zijn als we het geld halen waar het zit: bij de duizend miljard euro die in Europa jaarlijks aan belasting wordt ontweken, bij de topinkomens wier vermogens alleen maar groeien en bij de subsidiëring van wapentuig als de JSF. Dat zou het uitgangspunt van links moeten zijn, niet de drieprocentsnorm van Brussel.

De protestbewegingen stellen in de kern de vraag wie het voor het zeggen heeft, wie er controle heeft over de welvaart die we gezamenlijk produceren. Zoals de afsluitende verklaring van het Blockupy-protest het treffend samenvatte: ‘Zij willen kapitalisme zonder democratie, wij willen democratie zonder kapitalisme.’