‘We moeten afscheid nemen van de zware industrie’

Dit jaar is de aardgasprijs verviervoudigd en de elektriciteitsprijs verdrievoudigd, met grote gevolgen voor huishoudens en bedrijven. De Socialist sprak hierover met Peter Polder, olie- en gasspecialist binnen de klimaatbeweging.
17 maart 2022

Als mensen aan aardgas denken, dan denken ze aan een cv-ketel. Is dat terecht?

Nee, een derde van al het aardgas in Nederland wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit. Daarnaast is aardgas een grondstof voor allerlei producten die hier geproduceerd worden: kunstmest, plastics, autobanden en reinigingsmiddelen bijvoorbeeld. Verwarming in huishoudens komt op de derde plaats, en daarna de glastuinbouw.

En nu is de prijs voor aardgas dus omhooggeschoten, terwijl die vorig jaar juist heel laag was. Wat is er aan de hand?

Het is een samenloop van allerlei omstandigheden, een soort perfect storm van zowel langetermijnontwikkelingen als recente factoren. Vijfentwintig jaar terug was aardgas een handel tussen staten, gebaseerd op langetermijncontracten. Zo heeft Nederland tijdens de Koude Oorlog besloten om voor een habbekrats aardgas van het Groningenveld aan Italië te leveren om die economie een boost te geven en zo te voorkomen dat Gazprom daartussen kwam en de Communistische Partij sterker zou worden. In de jaren negentig, toen de neoliberale golf over ons heen walste, heeft de Nederlandse staat hard gelobbyd om de gasmarkt te liberaliseren.

Dat gebeurde en er kwam een markt met dagprijzen, met als gevolg dat partijen gas kochten om mee te speculeren. Dat maakte de prijs wisselvallig. Bovendien werd in deze tijd ook vloeibaar gas ontwikkeld (LNG), waardoor gas ook met schepen vervoerd kon worden. Hierdoor ging het van een regionale naar een mondiale markt, met alle gevoeligheden voor disrupties van dien.

Welke factoren beïnvloeden die prijs nu?

Wat we ons nu misschien niet kunnen voorstellen is dat energieprijzen in 2015 extreem laag waren. Toen hebben Shell en andere producenten hun investeringen in olie- en gas drastisch teruggebracht. Die projecten hebben een opstarttijd van vijf á zeven jaar. We zien nu het effect van die onderinvestering. Daar kwam Covid overheen. Dat haalde eerst de prijzen onderuit, terwijl de industrie ook met uitval van personeel kampte. Toen overheden biljoenen investeerden om de economieën weer uit het slop te krijgen, was dat een kans om in te zetten op een duurzaam herstel. Maar dat is niet gebeurd. Er is juist heel veel geld gestopt in een fossiele herstart. Dat dreef de mondiale vraag naar aardgas op, terwijl er in de jaren ervoor juist heel weinig in de capaciteit geïnvesteerd was.

Rusland heeft dit jaar net zoals een aantal aardgasproducerende landen last gehad van capaciteitsproblemen, maar het is ook duidelijk dat de lage aardgasleveringen chantage zijn. Poetin heeft vrij openlijk gezegd dat hij wel meer gas kon leveren, maar dat daar een tegenpresentatie tegenover moest staan: het versneld goedkeuren van Nordstream2, de gasleiding van Rusland naar Duitsland.

Opvallend genoeg greep Poetin die crisis ook aan om kritiek te leveren op het Europese klimaatbeleid, dat hij de schuld gaf van de hoge gasprijzen.

Voor een klein deel heeft Poetin een punt. Want er was dit jaar minder wind en dus minder productie van windenergie. In de rechtse media wordt dat argument nog wel eens herhaald en gezegd dat de hoge gasprijs door de energietransitie komt, maar dat is echt maar een fractie van het verhaal. Het echte probleem met het Europese klimaatbeleid is, dat het veel te traag en ondoordacht is. Het grootste gasveld van Europa, namelijk Groningen, wordt gesloten vanwege de aardbevingen daar. Toen dat duidelijk werd, hebben ik en anderen uit de klimaatbeweging gezegd dat je dan ook iets aan de vraagkant moet doen. Dat je gebruik van aardgas moet vervangen door een duurzaam alternatief. Dat is niet gebeurd.

In plaats van inzetten op duurzaam werd er in Nederland en een aantal landen om ons heen groot geïnvesteerd in de import van gas. Er is in Nederland voor €15 miljard aan LNG terminals gebouwd en er is geïnvesteerd in contacten met Rusland. Het Koningshuis en Rutte moesten Poetin paaien om Shell maar aan nieuwe gascontracten te helpen. Het heeft Nederland en Europa afhankelijk gemaakt van import en daarmee veel kwetsbaarder. Die hoge gasprijzen waren een kwestie van tijd.

Nu wordt alles hier duurder, terwijl 700.000 huishoudens al in energiearmoede leven. De vraag is hoe hier mee te dealen. De overheid zet in op €400 compensatie per huishouden. Wat vind je daarvan?

Het punt is dat eigenlijk al tien jaar geleden de vraag naar gas structureel omlaag had gemoeten. Door huizen te isoleren, fabrieksprocessen te elektrificeren en tuinbouw op geothermie en koude-warmteopslag aan te sluiten. Het gebeurt, maar veel te langzaam. Daar moet het beleid op inzetten en het geld naartoe gaan. De huidige compensatie is een grof instrument dat niets verandert. Een villabewoner heeft dit niet nodig, en voor mensen in een tochtig huurhuis is het onvoldoende.

Wat is er structureel dan wel nodig?

Neem de glastuinbouw. Daar heeft iedereen belang bij omschakelen naar duurzaam. Dat is veel stabieler. Maar omdat ze zich blauw hebben betaald aan hoge energieprijzen lukt dat ze niet. Beleid zou moeten sturen op versnelde uitfasering van fossiel en daar geld in investeren. Nu vloeit compensatie door naar fossiele producenten.

Je noemt duurzame energie stabieler. Maar er zijn ook geluiden, zelfs binnen de klimaatbeweging, dat duurzame energie juist niet een stabiele productie heeft en er constante productie bij moet en daar komt kernenergie om de hoek kijken.

Kernenergie is alleen een oplossing voor mensen die alles hetzelfde willen houden. Een duurzaam energiesysteem kan perfect zonder kernenergie, maar je moet je economie er op herinrichten. Dat moet de klimaatbeweging duidelijker communiceren. We gaan niet de absurde hoeveelheden energie die nu verbruikt worden duurzaam kunnen voorzien. Dus gaan we een aantal dingen niet meer doen. Om terug te komen op die tuinbouwers. Hebben we echt aardbeien in de winter nodig? Omschakelen op seizoensgroenten maakt heel veel uit. Zeker als je kunstmestgebruik daarin meeneemt. Het betekent ook dat je gebruik aanpast op aanbod.

Hoe zou zo’n duurzame economie eruit zien?

Grote fabrieken laten draaien als er zon en windenergie voorradig is. De hitte in steden opslaan in de grond en in de winter gebruiken. Een 100% duurzaam energiesysteem is prima mogelijk, maar je moet het dan niet aan de markt overlaten, maar rationeel plannen. Iedereen denkt dat ongebreideld energieverbruik een natuurrecht is. Groeien om de groei is geen natuurgegeven. Daar moeten we mee ophouden. Het gaat om investeren in de kwaliteit van leven in plaats van steeds meer spullen. Rechts en Rutte willen door met de huidige economie maar dan zonder CO2. Dat kan niet. We zullen moeten veranderen.

Wat betekent dat voor de zware industrie?

Gronings gas was ooit de reden om zware industrie naar Nederland te halen. Nu hebben we afscheid genomen van dat gasveld en moeten we ons ook afvragen of die zware industrie hier nog wel bestaansrecht heeft of dat die niet beter naar gebieden kunnen waar er altijd veel zon is om op zonne-energie te draaien. Net zoals textiel, klompen en steenkoolmijnen is het tijd om hier afscheid te nemen van de zware industrie. Dat vereist gezamenlijke aansturing en omscholing van personeel. We moeten een toekomstbestendig plan maken en dat kan niet afhankelijk zijn van de vraag of dat voor de markt wel of niet uitkomt.

Dit interview werd afgenomen voor de Russische aanval op Oekraïne.