‘We komen niet op pantoffeltjes tot de socialistische maatschappij’

In Museum Helmond is van 2 april tot 27 augustus de tentoonstelling Werk voor een betere wereld te zien. De expositie is samengesteld uit werken van kunstenaars die met hun kunst wilden bijdragen aan sociale verbeteringen, met werken van onder anderen Peter Alma, Bart van der Leck, Lou Loeber en Johan van Hell.
30 juni 2017

Door Wilemijn Wilgenhof

De tentoonstelling bestaat uit een bonte verzameling schilderijen uit de periode tussen de wereldoorlogen, gemaakt door kunstenaars die wilden opkomen voor een betere wereld – zonder lage lonen, lange dagen en slechte werkomstandigheden. Je ziet portretten van ‘de arbeider’, politieke pamfletten die oproepen mee te doen aan een demonstratie of staking, en vormen van straatkunst bedoeld voor het mooier maken van de publieke ruimte van ‘de gewone man’. De schilderijen die in de tentoonstelling hangen, zijn vooral beïnvloed door de denkbeelden van De Stijl.

Dit tijdschrift werd in 1917 in Leiden opgericht tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie. De kunststroming die hieruit volgde is tegenwoordig vooral bekend vanwege de abstracte schilderijen van Theo van Doesburg en Piet Mondriaan en de stoelen van Gerrit Rietveld. De leden van De Stijl wilden de kunst radicaal hervormen door een minimum aan kleuren te gebruiken – primaire kleuren, gecombineerd met zwart, wit en grijs – en een zo eenvoudig mogelijke vormgeving – liefst met rechte lijnen.

Tegelijkertijd waren er ook kunstenaars die op hun eigen manier wilden opkomen voor een betere wereld. Deze maatschappijkritische kunstenaars hingen de denkbeelden van De Stijl niet per se aan, maar werden hier wel door beïnvloed. De tentoonstelling in Helmond laat zien hoe verschillende Nederlands kunstenaars in deze periode onderwerpen zoals ‘werk’ en ‘de arbeider’ verbeeldden, en zo hun politieke ideeën uitdroegen.

Peter Alma (1886 – 1969)

Een van de bekendste voorbeelden hiervan is Peter Alma. Geïnspireerd door de verschillende revoluties in Europa, sloot hij zich in 1919 aan bij de Communistische Partij Holland (CPH). Vanaf toen besloot hij zijn artistieke talenten in dienst te stellen van de revolutie. Hoewel hij goed bevriend was met Mondriaan en zeer veel bewondering had voor zijn abstracte schilderijen, was Alma van mening dat abstracte kunst onbegrijpelijk was voor arbeiders. Alma wilde een kunstenaar zijn voor de gewone mens.

Zo lezen we in zijn aantekeningen voor een lezing aan de Volksuniversiteit Amsterdam in 1926: ‘Als kunst niet direct contact heeft met de strijdende arbeidersklasse, dan bereikt zij het tegenovergestelde. Dan gaat zij afleiden van hetgeen waarom het nu gaat, en dat is: de strijd om het socialisme te veroveren. Sociale opvoeding en cultuur zijn geen kasplantjes. We komen niet op pantoffeltjes tot de socialistische maatschappij. Daarom moeten wij hand in hand met de arbeidersklasse strijden voor een betere maatschappij, een betere cultuur en een betere mensheid.’

Hoewel Alma wel grotendeels het lijn- en kleurgebruik overneemt van De Stijl, blijft hij figuren gebruiken om zo zijn politieke boodschap over te brengen. Een van de mooiste voorbeelden hiervan is de houtsnede Arbeid 8 uur uit 1928. Met krachtige zwarte lijnen op een witte achtergrond zie je arbeiders opgepropt in een fabriek staan. De mensen zijn geen individuen meer, maar zijn vereenvoudigd tot identieke figuren. De cirkel van de tijd staat prominent in het midden. Het is een strijdkreet voor de rechten van alle werknemers. Alma maakte veel politieke en activistische prenten, die onder andere in De Tribune werden gepubliceerd, het blad van de communistische partij.

In 1921 was hij naar Moskou gereisd voor het derde wereldcongres van de Communistische Internationale als lid van de Nederlandse delegatie (waarvan ook de dichteres Henriëtte Roland-Holst deel uitmaakte). Daar heeft hij waarschijnlijk kopstukken ontmoet van de Russische avant-garde, zoals Malevitsj, El Lissitzky en Kandinsky. Over de conferentie schreef hij later: ‘Lenin kwam ongemerkt naar binnen. De congresgangers applaudisseerden. De reactie van Lenin was eenvoudig en menselijk. Dat heeft mij getroffen.’ Toen Lenin in 1924 overleed, maakte Alma voor De Tribune een houtsnede van een wijzende Lenin, met als titel Mij herdenken beteekent mijn arbeid voortzetten.

In de jaren 30 maakte Alma verschillende ‘beeldstatistieken’ voor de Gemeente Amsterdam, zoals het prachtige De controle op melk door den keuringsdienst van waren (1938). De afbeelding laat op zeer eenvoudige manier zien hoe de productie van melk is toegenomen. Hoewel deze infographics op het eerste gezicht los lijken te staan van zijn overige werk, zie je ook hier hoe Alma het harde werken van de gewone mens vast weet te leggen.

Hoewel de tentoonstelling met 50 werken niet heel groot is, zijn de geselecteerde werken van hoge kwaliteit en is de vormgeving zeer fraai. Wie nog twijfelt of de tentoonstelling het ritje naar Helmond waard is, kan een tussenstop maken op het Amstelstation in Amsterdam om twee grote muurschilderingen van Alma te bewonderen – gratis te bezichtigen door de gewone mens, precies zoals hij het wilde.

Museum Helmond, Werk voor een betere wereld, tot 27 augustus 2017.