Wat we kunnen leren van de jaren dertig

Josephine Baker in Volendam, still uit Andere Tijden (NTR/VPRO).
De periode na de Eerste Wereldoorlog bracht Nederland aanvankelijk vooruitgang en vrijheid, maar aan het eind van de jaren dertig was er een economische crisis die gepaard ging met vreemdelingenhaat en nationalisme. De documentaireserie Een bezeten wereld, Nederland tussen de oorlogen laat een tijdsbeeld zien waarin de parallellen met de huidige periode onmiskenbaar zijn.
22 november 2019

Op een thematische manier neemt historicus Hans Goedkoop de kijker mee door wat de jaren twintig en dertig kenmerkt. Dat begint iedere aflevering weer met een optimistische toon. Bijvoorbeeld over de rol die muziek, film en mode speelde om je af te kunnen zetten tegen het katholieke denkbeeld. Of over de technologische vooruitgang die de auto en nieuwe producten als de stofzuiger en de haardroger voortbracht. Steeds voorzien van prachtig historisch beeldmateriaal.

Tot zover een bekend verhaal, maar wat deze serie vooral de moeite waard maakt, is dat steeds wordt stilgestaan bij de keerzijde van al die veranderingen. En de onrust die dat veroorzaakte.

Neem bijvoorbeeld de opkomst van de jazz. Op historische beelden uit 1928 zien we de wereldberoemde zwarte revue-artieste Josephine Baker. Ze is op bezoek in Volendam waar ze de stijf geklede meisjes de swingende charleston leert. Baker tilt bij één meisje de rok omhoog tot aan de bovenbenen om de kniebewegingen te oefenen. Dat gaat blijkbaar te ver en een bezorgde vrouw trekt het tegenstribbelende meisje weg. Als antwoord op deze vrijgevochten manier van dansen werd de ballroom geïntroduceerd. Een witte dansvorm met strakke regels, onderwezen in nieuwe dansscholen.

Crisis

Na de vooruitgang volgt al snel de crisis van de jaren dertig die ontstond als gevolg van de beurskrach van 1929. Met aangrijpende verhalen van gewone mensen wordt duidelijk hoe hard de crisis erin hakte. Zoals het verhaal van de 88-jarige Leidenaar Bram Wetselaar over de armoede in zijn stad. ‘De mensen die het voor het zeggen hadden deden niets. Daarom waren we zo rood als een kroot. Je moest wel.’

Indruk maakt ook de staking van tewerkgestelde werklozen uit Deventer die tussen 1930 en 1938 het Twentekanaal moesten graven. Uit onvrede over de loodzware arbeidsomstandigheden gingen de tewerkgestelden een half jaar in staking. Hoewel de staking niet werd gewonnen, was de solidariteit groot. Dat blijkt alleen al uit het feit dat er huis aan huis ansichtkaarten werden verkocht om geld bij elkaar te krijgen voor de stakers. Die werden namelijk gekort op de steun die ze ontvingen als werkloze.

Naarmate de serie vordert is er steeds meer aandacht voor de spanningen die toenemen in het interbellum. De immigratie van Chinezen, Surinamers en Joden naar Nederland brengt onrust met zich mee. Aanvankelijk reageren Nederlanders nog voorzichtig belangstellend. Surinamers fungeren als een ‘exotische attractie’ in de amusementsindustrie. En de Chinezen, die aanvankelijk als havenarbeiders komen, duiken in het straatbeeld op als ‘pindachinees’ en verkopen pindakoekjes. Als de crisis losbreekt, wordt de stemming grimmiger. De overheid ziet de pindakoekjeshandel als bedelarij en wil wat doen aan het ‘chinezenprobleem’. Zeker 1500 Chinezen worden opgepakt en gedeporteerd. De toenmalige minister van justitie Jan Donner spreekt in een document zelfs over ‘Chinezen en ander Aziatisch ongedierte’.

En dan zijn er de vele Joden die na de Kristallnacht in 1938 een veilig heenkomen zoeken in Nederland. Het land dat zo gastvrij leek te zijn voor alle vluchtelingen die de Joden voor waren gegaan. Maar Nederland is herstellend van de crisis en de overheid ziet de Joodse immigratie als een bedreiging voor de economie. Er komen grenscontroles en duizenden Joden worden teruggestuurd. Tot zover het gastvrije imago.

NSB

De angst voor het vreemde in combinatie met de impact van de crisis, zorgt er voor dat veel Nederlanders naar een houvast zoeken. Identiteit ontleen je aan de kerk of de politieke partij waar je bij hoort. Ook de Nederlandse boeren zoeken naar houvast. In met name Drenthe en Overijssel zijn de boeren hard geraakt door de crisis. Ze voelen zich ondergewaardeerd en niet gehoord door de politiek. De lokroep van NSB-leider Mussert valt hier dan ook goed. Het is niet voor niets dat de NSB het landbouwprogramma van boerenbelangenorganisatie Landbouw en Maatschappij volledig overneemt.

De NSB beschrijft zichzelf aanvankelijk als een beweging. Een alternatief voor de politieke elite. De nationaal-socialisten groeien in aantal, maar vestigen zich pas echt in 1935 wanneer de NSB in één klap de grootste wordt na de provinciale verkiezingen. Zonder dat er door de makers van deze serie expliciet op wordt gewezen, zijn de parallellen met nu onmiskenbaar aanwezig. Dat maakt dat deze serie eigenlijk heel actueel is en relevant. Het zijn juist de ervaringen en lessen uit het verleden die de strijd die socialisten vandaag de dag voeren sterker kunnen maken.

Een bezeten wereld, Nederland tussen de oorlogen is te zien op NPO Start.