Wat vinden socialisten van arbeidsmigratie?

In juni verscheen de jaarlijkse rapportage van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. In 2013 waren er wereldwijd 51,2 miljoen vluchtelingen, meer dan ooit sinds 1945. Het aantal vluchtelingen stijgt nog altijd.
2 oktober 2014

Door Max van Lingen

Antonio Guterres, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, ziet hier niet snel verandering in komen. Hij spreekt van een ‘gevaarlijk gebrek aan vrede’ dat laat zien ‘wat de enorme prijs is van het niet beëindigen van oorlogen.’ Om het aantal vluchtelingen terug te brengen, moet de internationale gemeenschap zich volgens hem over haar verschillen heen zetten.

Maar aan die verschillen liggen reële tegenstellingen ten grondslag. De toenemende rivaliteit tussen imperialistische mogendheden brengt grotere instabiliteit in de wereld met zich mee. Daarnaast speelt klimaatverandering een belangrijke rol bij het ontstaan van nieuwe conflicten. Niet voor niets beschouwt het Pentagon klimaatverandering als een centrale bedreiging voor de nationale veiligheid.

Deze achterliggende problemen zijn niet op te lossen binnen een systeem dat gebaseerd is op concurrentie en winstmaximalisatie. Omdat de meeste partijen het kapitalisme accepteren, willen ze migratiestromen indammen. Mede daarom maken ze een onderscheid tussen politieke en economische vluchtelingen.

Het officiële uitgangspunt is dat slachtoffers van oorlog en onderdrukking wel moeten worden geholpen. Maar mensen die vluchten voor armoede worden als ‘gelukszoekers’ weggezet. Overigens zorgt de verrechtsing in de politiek ervoor dat ook politieke vluchtelingen het steeds moeilijker hebben. Tegenwoordig worden sommige vluchtelingen uit onveilige landen als Irak en Somalië gewoon teruggestuurd. De strijd tegen dit beleid vraagt om een visie die uitgaat van een klassenanalyse en die de solidariteit mogelijk maakt tussen groepen arbeiders die bewust in een verschillende positie worden geplaatst.

Hierin verschillen de Internationale Socialisten (IS) van mening met de Socialistische Partij (SP). De SP heeft een ambivalente houding ten opzichte van migranten. Dat bleek al in het pamflet Gastarbeid en kapitaal uit 1983. Hierin keerde de partij zich tegen de komst van migranten omdat dit tot onbegrip onder de Nederlandse bevolking zou leiden. De SP zag de komst van migranten als een probleem.

Wie denkt dat dit standpunt met het maoïsme bij het grofvuil is gezet, vergist zich helaas. In 2010 verwees de kersverse fractievoorzitter Emile Roemer nog met trots naar het pamflet: ‘Wilders is iemand die de wind mee heeft omdat hij een aantal problemen die onder mensen leven goed weet te verwoorden. Daar moeten wij open voor staan. Daar moeten wij heel voorzichtig mee omgaan. Dit zijn problemen die de SP ook al lang – en eigenlijk vér voor Geert Wilders – benoemd heeft.’

Overigens deelt ook PvdA-minister Lodewijk Asscher dit standpunt. Hij schreef vorig jaar in een brief te vrezen dat ‘onze zwakste burgers het afleggen tegen de buitenlanders. Dat vergiftigt de sfeer en wakkert vreemdelingenhaat aan’. Beide partijen hanteren dezelfde logica: omdat de komst van migranten volgens hen tot problemen leidt, moet de migratie beperkt worden.

Vanuit deze visie stemde de SP eind vorig jaar tegen de openstelling van de grenzen voor Roemenen en Bulgaren. Onze kritiek hierop werd door partijsecretaris Hans van Heijningen in een stuk op de interne website van de SP afgedaan als ‘symboolpolitiek’. Hij schreef: ‘Dat de IS het vrije verkeer tussen werknemers binnen de Europese Unie als een zaak van internationale solidariteit beschouwt, laat zien dat zij geen binding heeft met al die tienduizenden vrachtwagenchauffeurs, bouwvakkers en werknemers uit andere sectoren die hun werk zijn kwijtgeraakt door de oneerlijke concurrentie op lonen en arbeidsvoorwaarden door de inzet van werknemers uit Midden- en Oost-Europa.’

Onze kritiek was onzorgvuldig omdat we de SP beschuldigden van racisme. Zoals de historicus Sandew Hira in een column in StarNieuws opmerkte is het van groot belang om onderscheid te maken tussen racistische en opportunistische partijen. ‘De PVV-tijger is iets geheel anders dan de PvdA-koe, ook al lijken ze op sommige punten op elkaar’. Maar onze inhoudelijke kritiek op het SP-standpunt zelf is meer dan terecht.

Hoewel Hans van Heijningen schrijft dat ‘de koppelbazen, de bedrijven die de cao’s ontduiken en de politici die een oogje dichtknijpen het echte probleem’ zijn, probeert zijn partij de ‘eigen’ arbeiders te beschermen door beperkingen op te leggen aan arbeidsmigranten. De SP kan wat dat betreft een voorbeeld nemen aan het standpunt van vicevoorzitter Maurice Limmen van CNV: ‘Buitenlanders mogen hier komen, maar moeten onder dezelfde voorwaarden werken als Nederlanders.’

Voor socialisten is het uitgangspunt altijd de situatie van werkende mensen. Vanuit dat uitgangspunt is het de grote uitdaging om verschillende groepen werkenden te verbinden en op de basis van onderlinge solidariteit de werkelijke problemen aan te pakken. Als we ons uit elkaar laten spelen verzwakt dit de positie van beide groepen.