Wat vinden jullie van het ‘nieuwe antisemitisme’?

Meer dan 70 Nederlanders tekenden vorige maand een oproep tegen Jodenhaat in De Telegraaf. De Groene Amsterdammer wijdde een special aan de ‘ongekende vloedgolf van onversneden antisemitisme’. Maar klopt dit wel, en hoe vechten we tegen antisemitisme?
3 september 2014

Ewout van den Berg

Eind negentiende eeuw werd Europa echt overspoeld door een golf van antisemitisme. In Rusland kwamen duizenden Joden om tijdens door het regime aangewakkerde pogroms. In Frankrijk kwam de Jodenhaat tot uiting in de rechtszaak tegen de valselijk beschuldigde Joods-Franse legerofficier Dreyfus.

De zaak verdeelde Frankrijk politiek in twee kampen. Het rechtse kamp steunde de beschuldigingen terwijl het linkse kamp ertegen streed. Ook de genocide op de Joden in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog werd van bovenaf gepland en aangestuurd, en ontmoette in tal van landen weinig weerstand.

In 2008 voerde het onderzoeksbureau Pew peilingen uit naar antisemitisme in Europa. Het concludeerde dat antisemitisme vaker voorkomt bij politiek-maatschappelijk ‘rechts’ en dat er binnen diezelfde groep ook meer moslimhaat voorkomt.

‘Nieuw antisemitisme’

Sinds de jaren zestig spreken fervente verdedigers van Israël, joodse en christelijke zionisten, over het zogenoemde ‘nieuwe antisemitisme’. Kritiek op Israël wordt hierbij steevast en bewust gelijkgesteld aan het antisemitisme dat leidde tot de Holocaust.

Een columnist van de NRC zag in de toespraak tijdens een demonstratie van Lot van Baaren van de Palestina-werkgroep van de Abvakabo een vorm van ‘het meer ideologische antisemitisme’. De reden hiervoor was dat zij betoogde dat de Israëlische bezettingspolitiek voortkomt uit een ideologie die al voor de Tweede Wereldoorlog racistisch was.

De slogan van het ‘nieuwe antisemitisme’ wordt niet alleen gebruikt tegen links, maar ook tegen moslims. In een drie pagina’s tellend opinieartikel in de NRC stelt David Suurland, een van de leerlingen van Afshin Ellian: ‘Het geweld van moslims tegen Joden is geen toeval, heeft niets te maken met Israël maar komt voort uit eeuwenlang zorgvuldig gekweekte Jodenhaat.’

Hiermee probeert politiek rechts in één keer de Nederlandse geschiedenis wit te wassen – meer dan honderdduizend Joden werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd – en moslims het ‘etnisch monopolie’ op antisemitisme in de schoenen te schuiven. De ene vorm van racisme wordt zo ‘bestreden’ met een andere vorm van racisme.

Toename incidenten

In augustus maakten antidiscriminatiebureaus een inventarisatie van meldingen van antisemitisme. In 7 maanden van 2014 werden er 100 meldingen gedaan, tegenover 86 over het hele vorige jaar.

Het laat zien dat antisemitisme inderdaad een probleem is, al blijven criteria betwistbaar en gaat het hier niet om van staatswege geïnitieerd antisemitisme maar om individuele uitingen. Die zijn in vrijwel niets vergelijkbaar met het Holocaust-antisemitisme, al wordt hetzelfde woord gebruikt.

Uitingen van antisemitisme zijn nog altijd voornamelijk een rechts verschijnsel. Bij de demonstratie tegen IS was bijvoorbeeld Paul Peters woordvoerder. Deze neonazi werd in 2001 nog veroordeeld voor het vernielen van een joodse begraafplaats. Toen jongeren in de Schilderswijk de demonstratie dwongen een andere route te nemen, stelde Wilders dapper de volgende keer ‘desnoods in zijn eentje met een Nederlandse vlag te zullen lopen’.

De toename van antisemitisme is deels te verklaren doordat degenen die het voor Israël opnemen geen onderscheid aanbrengen tussen het Jodendom en het zionisme. Voor de in augustus overleden Auschwitz-overlevende Hajo Meyer was dit altijd ‘een van zijn grootste ergernissen’. ‘Dat Israël zichzelf valselijk neerzet als een Joodse staat, terwijl het in feite zionistisch is. Het wil een zo groot mogelijk gebied met zo min mogelijk Palestijnen.’

CIDI

De belangrijkste lobbyclub van Israël in Nederland, het CIDI, functioneert tegelijkertijd als ‘antisemitismemonitor’. Rabbijn Lody van de Kamp riep in het Reformatorisch Dagblad het CIDI op deze laatste functie te laten vallen: ‘Een organisatie die antisemitisme bestrijdt, maar tegelijk een informatie- en documentatiecentrum voor Israël is, roept verwarring over zichzelf af.’

Door beide functies tegelijkertijd uit te oefenen, is het CIDI in staat de aandacht af te leiden van de Israëlische bezettingspolitiek en de 2100 doden aan Palestijnse zijde. Zelfs de Groene gaat mee in deze afleidingsmanoeuvre wanneer het bedreigingen aan het adres van CIDI-directeur Esther Voet als een vorm van antisemitisme meetelt.

Dezelfde Voet stelt dat Hamas Palestijnen gebruikt als menselijk schild. ‘Waar Israëli’s het leven als heilig beschouwen, vindt het bewind in Gaza de dood heilig.’ Een journalist voor de BBC vond hier geen enkel bewijs voor, terwijl de Verenigde Naties Israël hier wel verantwoordelijk voor houdt.

De Britse komiek Russell Brand stelde terecht over deze redenering: ‘Die kinderen gaan dood vanwege de raketten die overal afgaan en Gaza maar een heel klein gebied is… Ik denk dat de hoofdoorzaak van hun dood de raket is, niet dat ze gebruikt worden als schild, waarvan ik niet denk dat dit voorkomt. Dat is dehumanisering. De kinderen zijn de kinderen van mensen – mensen net als ons. Je kunt niet zomaar zeggen dat mensen niet van hun kinderen houden – dat is hoe genocides beginnen.”

De moedige Sparta-keeper Khalid Sinouh noemde het CIDI daarom een ‘criminele organisatie’ en een ‘pro-apartheidsorganisatie’. Minister Asscher reageerde door te stellen dat dit een vorm van antisemitisme is. Dat is niet alleen onzin, hij veegt hiermee ook direct zijn eigen straatje schoon: Nederland is medeplichtig aan de voortdurende bezetting van Palestina en besloot deze lente zelfs de militaire samenwerking te verdiepen.

Dit is waarom we als Palestina activisten helder moeten zijn over het verschil tussen antisemitisme en antizionisme, ook als onze tegenstanders dit niet zijn.

Bestrijden

In de strijd tegen antisemitisme is geen ruimte voor de huichelarij van partijen zoals het CDA die de moslimgemeenschap als geheel oproepen afstand te nemen van antisemitische uitingen. Het CDA was zelfs bereid te regeren met de moslimhaters van de PVV. De dagelijkse ervaring van veel Turkse en Marokkaanse jongeren met islamofobie kan juist aanknopingspunten bieden in de strijd tegen andere vormen van racisme.

In de diepste crisis sinds de jaren dertig mogen we niet toelaten dat moslims de nieuwe zondebok worden. Andere groeperingen zullen dan volgen. Uiteindelijk is er maar één duurzaam antwoord tegenover het verdeel-en-heersbeleid: het opnieuw opbouwen van een beweging van onderen. Die beweging moet zich zowel tegen het afbraakbeleid richten als tegen het racisme dat gebruikt wordt om de aandacht daarvan af te leiden.