Wat Omtzigts memo zegt over neoliberalisme en democratie

Foto: Pieter Musterd
In juni zegde Pieter Omtzigt eindelijk zijn lidmaatschap van het CDA op, nadat de memo die hij voor een interne onderzoekscommissie had geschreven op straat belandde. De politieke gevolgen van de crisis in het CDA zullen beperkt blijven. Maar Omtzigts memo zegt veel over het ondemocratische en ondoorzichtige karakter van de heersende politiek.
7 juli 2021

In de gelekte memo beklaagt Omtzigt zich bijvoorbeeld over het wekelijkse coalitieoverleg, waarin het kabinet en de fractievoorzitters van de coalitiepartijen kamerdebatten en stemmingen vooraf doorspreken. De andere leden van de regeringsfracties moeten zich daar vervolgens naar voegen. Zo worden de Kamers voor het blok gezet, zegt Omtzigt terecht, al voegt hij daar ten onrechte aan toe dat dit vooral voor de regeringsfracties geldt. Voor de oppositiefracties geldt namelijk hetzelfde: het verloop van parlementaire debatten en zoiets als feiten en argumenten zijn immers niet van belang, aangezien vooraf vaststaat hoe de meerderheid van zogenaamde volksvertegenwoordigers gaat stemmen.

Dan blijven twee dingen over: kamerleden kunnen bewindspersonen ondervragen om informatie boven tafel te krijgen – al blijkt keer op keer dat bewindslieden die informatie met dubieuze argumenten achterhouden en anders tactisch kwijtraken. Of je kunt je richten op het theater – performances geven die na een zorgvuldige montage op social media kunnen worden verspreid.

Dit is een van de manieren waarop de parlementaire democratie – die naar haar aard al ondemocratisch is – verder wordt uitgehold. Maar het is een symptoom van het feit dat de neoliberale kabinetten sinds de jaren 80 beleid hebben gevoerd dat steeds meer uit het zicht gehouden moest worden, omdat het lijnrecht tegen de belangen van de grote meerderheid van de bevolking ingaat.

Grote geld

Omtzigts memo is ook interessant waar het gaat over de invloed van grote geldschieters en van het CPB op het beleid van het CDA. Omtzigt hield zich schriftelijk op de vlakte over de invloed van geldschieters en gaf aan daarover in gesprek te willen met de commissie Spies, waarvoor hij zijn memo schreef. Wel zei hij dat er pogingen zijn geweest om wijzigingen aan te brengen in de plannen van de partij en zou de partij onder druk zijn gezet om Hugo de Jonge te wippen als lijsttrekker.

Inmiddels is duidelijk dat de hoofdrolspeler Hans van der Wind is, die als hoofd fondsenwerving in het campagneteam van de partij zit. Van der Wind komt net als Hoekstra bij consultancyfirma McKinsey vandaan. Volgens Omtzigt heeft Hoekstra aanpassingen gemaakt in het partijprogramma die in het belang zijn van de grote geldschieters. Dat lijkt te kloppen, zo blijkt uit onderzoek van Follow the Money. Naast een extra programmapunt over de opleiding van schooldirecteuren, wat direct in Van der Winds belang is, werd ook de verhoging van het minimumloon uit het programma geschrapt en kwamen er nieuwe subsidies voor het MKB in.

Dit soort directe belangenverstrengeling is overigens maar één manier waarop het kapitaal de politiek beïnvloedt. Na het schandaal rondom de poging van het kabinet- Rutte III om de dividendbelasting af te schaffen, bleek dat de top van het Nederlandse grootkapitaal al sinds de Tweede Wereldoorlog een vast geheim overleg heeft met het kabinet en de ambtelijke top. Dat het CDA deze belangenverstrengeling niet als probleem ziet – ook nu nog niet – spreekt boekdelen over hoe zij de relatie tussen het grote kapitaal en de politiek zien.

Planbureaus

Omtzigt beklaagt zich er verder over dat zijn partij haar standpunten niet uitwerkt, maar ‘net als bij andere partijen’, winkelt uit de ‘kansrijk beleid’-publicaties van het CPB. Planbureaus zouden moeten toetsen maar niet zelf beleid moeten ontwikkelen, vindt Omtzigt. Dat laatste klopt, maar het eerste is dubieus. Het CPB is een door en door neoliberale club die dus ook doorrekent op basis van neoliberale veronderstellingen. Die veronderstellingen kloppen niet, waardoor hun voorspellingen vrijwel nooit uitkomen.

De doorrekeningen zijn daarom vooral een ideologisch wapen tegen anti-neoliberale partijen. Maar dat het CDA en andere neoliberale partijen kennelijk shoppen uit de CPB-rapporten is een symptoom van de brede neoliberale consensus. Waarom zou je zelf allerlei neoliberale plannen gaan uitdenken als die toch al worden voorgekauwd?

Partij van het kapitaal

Omtzigts memo biedt een wonderlijke leeservaring. Niet alleen vanwege de inkijkjes in het ondemocratisch functioneren van zijn partij en de heersende politiek, maar ook in Omtzigts schreeuwende naïviteit. Hij beklaagt zich erover dat het CDA niets doet aan het feit dat mensen met een uitkering of minimuminkomen niet kunnen rondkomen. Dat de CDA-plannen voor het verhogen van het minimumloon in nevelen gehuld zijn. En dat er weinig mensen uit de wetenschap, de voedselbanken of de vakbeweging kandidaat willen staan.

Het antwoord ligt voor de hand. Dat soort mensen hebben niets te zoeken in een partij die al 40 jaar de neoliberale agenda uitvoert of ondersteunt en daar vrij letterlijk alles aan ondergeschikt heeft gemaakt. Wat dat betreft is voormalig McKinsey-partner Wopke Hoekstra een uitstekende lijsttrekker voor het CDA. Bij een partij als de VVD leiden corruptie, geheime deals met multinationals of het toeslagenschandaal niet tot ophef. Daar accepteert men dat soort zaken als vanzelfsprekend. Bij het CDA ligt dat anders en dat is precies waarom de top zover wilde gaan om Omtzigt weg te werken. Hopelijk is dit het moment voor een ieder met nog iets van een sociaal geweten om mét Omtzigt en Van Agt eindelijk te breken met deze partij van het kapitaal.