Wat kunnen studenten in Nederland leren van het verzet in Groot-Brittannië en Italië?
Door Jeroen van der Starre
Vorige week gingen we in Amsterdam, Den Haag en Groningen met in totaal meer dan 3000 studenten de straat op. Op 10 december komen we in vier steden – Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en Wageningen – opnieuw met duizenden in actie. De harde onderwijsbezuinigingen die Rutte heeft aangekondigd geven daar dan ook alle reden toe.
Maar we moeten ook helder zijn over wat we precies willen. Er worden veel oproepen gedaan om van bezuinigingen af te zien vanwege ‘onze kenniseconomie’. Maar diezelfde kenniseconomie is het mantra dat al jarenlang de uitkleding van het hoger onderwijs heeft verhuld. Onder deze vlag is het ondergeschikt gemaakt aan grotere invloed van het bedrijfsleven, zijn bestuurscolleges zich als bedrijfsmanagers gaan gedragen en is de kwaliteit juist achteruit gehold.
De kabinetsplannen zijn dan ook geen nieuwe uitvinding, ze bouwen voort op een lange reeks van neoliberale maatregelen die sinds het zogenaamde Bologna-verdrag van 1999 de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs in Europa onder druk hebben gezet. Het is daarom een fabel dat deze bezuinigingen een ‘noodzakelijke maatregel zijn om het begrotingstekort terug te dringen vanwege de crisis’. De crisis is het rechtse excuus om de rekening bij onder andere studenten neer te leggen, in plaats van bij de veroorzakers in de financiële wereld.
De reden om tegen deze bezuinigingen in actie te komen is omdat elke jongere het recht moet hebben om zichzelf te ontplooien en dus het recht moet hebben om te studeren – helemaal los van hoeveel zijn of haar ouders verdienen.
Over de grenzen kijken
In het buitenland kunnen we belangrijke overeenkomsten zien. In Groot-Brittannië worden studenten geconfronteerd met een verdrievoudiging van het collegegeld en wordt de beurs voor arme studenten zelfs opgeheven. In Italië vechten de studenten tegen een bezuinigingspakket van 300 miljoen euro, waarbij financiële steun voor armere studenten het moet ontgelden en de invloed van het bedrijfsleven op universiteiten wordt vergroot. De precieze maatregelen variëren per land, maar vloeien voort uit dezelfde Europese ‘onderwijshervormingen’ en dezelfde rechtse crisispolitiek.
Britse studenten zijn zich bewust dat ze deze aanval niet gaan stoppen met 1 of 2 keer demonstreren. Ze hebben dan ook opnieuw gereageerd door tientallen bezettingen van universiteiten en met sit-ins voor winkels van bedrijven die belasting ontduiken, om aan te geven dat er sociale alternatieven bestaan voor wat terecht wordt gezien als het nekschot voor hoger onderwijs. ‘Laat de rijken de crisis betalen!’ is hun antwoord op de bezuinigingen. En vandaag demonstreren ze in Londen wederom in grote getale.
Inmiddels vinden in zowel Groot-Brittannië als Italië ook op middelbare scholen bezettingen en sit-ins plaats, zoals dat twee maanden geleden al gebeurde in Frankrijk. In Italië is een ‘Blokkeer alles dag’ gehouden, waarbij in het hele land snelwegen en spoorwegen werden geblokkeerd om de druk op de regering op te voeren. De TUC (de Britse FNV) heeft inmiddels opgeroepen tot solidariteit en gezamenlijke acties van vakbondsleden en studenten, iets dat in Italië al gebeurt. In de grote studentendemonstratie vandaag in Londen lopen vooraanstaande vakbondsleden mee van onder andere de spoorwegbond.
Dergelijke uitbreiding en verheviging van de acties vormt een serieuze bedreiging voor de Britse en Italiaanse regering en vergroot de kans op succes in de strijd – zeker als de studenten zich meer weten te verbinden met sectoren waar werknemers het werk kunnen neerleggen om de druk op de kabinetten verder op te voeren.
Voorbeeld voor Nederland
Dit zijn voorbeelden die we in Nederland moeten volgen. Als de LSVb, ISO en LKvV op 10 december de datum bekendmaken van de volgende landelijke actiedag in januari in Den Haag dan zouden we er alles aan moeten doen om deze tot de grootste studentendemonstratie in jaren te maken. Maar tegelijk moeten we ons ervan bewust zijn dat we meer druk van onderaf nodig hebben om te kunnen winnen. We moeten ons daarom organiseren in lokale comités waarmee we allereerst moeten zorgen dat zoveel mogelijk mensen naar die demonstratie komen, maar waarmee we ook meer actie-initiatieven kunnen nemen.
We moeten leren van onze medestudenten in het buitenland die een stap verder hebben gezet en over zijn gegaan tot massale bezettingen en blokkades. Daarmee dwingen ze hun regeringen nu te luisteren naar hun eisen, nadat ze eerder nog totaal niet serieus werden genomen. Door samen met docenten verschillende universiteiten en hogescholen lam te leggen zouden we ook in Nederland een situatie kunnen creëren waarin Rutte & Co nog wel twee keer nadenken voordat ze hun asociale plannen doordrukken.
Daarvoor zouden we ook een brug moeten slaan naar degenen die net zo hard onder vuur liggen en wordt verteld dat ‘bezuinigen onvermijdelijk is’. Kunstenaars, gepensioneerden, arbeidsgehandicapten, noem maar op: we zijn allemaal slachtoffer van hetzelfde crisisbeleid en zouden elkaar moeten steunen, in plaats van elkaar de rekening door te sturen. Daarom zouden we ons bijvoorbeeld ook solidair moeten verklaren met de postbodes bij TNT die nu in staking zijn voor hun baan. De gezamenlijke acties van studenten en schoonmakers tijdens de universiteitsbezettingen begin dit jaar gaven al aan wat voor solidariteit mogelijk is.
Kom ook in actie en lees:
OPRUTTE: stop het snoeien van ons hoger onderwijs!
Foto hieronder: een student staat tijdens een actie op de Universiteit van Londen tussen uitvergrote exemplaren van studieboeken (9 december)