Waarom we morgen demonstreren
De manifestatie Nederland Bekent Kleur morgen op de Dam lijkt ondanks het slechte weer een succes te worden. Meer dan vijftig bekende Nederlanders steunen de oproep, Frank Boeijen zal zijn bekende hit Zwart-Wit in het Arabisch opvoeren en onder de sprekers zijn onder andere oud-politici Hedy D’Ancona, Mohammed Rabbae en Hans Dijkstal. De Tweede Kamerleden die hadden toegezegd te komen haakten echter af, op Tofik Dibi na. Maar hun argumenten snijden geen hout.
1. ‘De manifestatie had over antiracisme in het algemeen moeten gaan, niet over Wilders’
De manifestatie van morgen is ook gericht tegen racisme in het algemeen. In de oproeptekst, die de politici lang van tevoren onder ogen hebben gekregen, wordt Geert Wilders maar in één regel genoemd. De tekst richt zich duidelijk tegen ‘het klimaat van angst en haat’ en ‘de toename van racisme en islamofobie’. Maar het zou gek zijn om de persoon en partij die dat klimaat dagelijks het hardst voeden angstvallig niet te noemen.
Wilders negeren zou het protest verzwakken, niet versterken. Elke politicus zal als dat gevraagd wordt zeggen tegen racisme in het algemeen te zijn. Maar het gaat erom hier ook consequenties aan te verbinden in het hier en nu. Tegen racisme zijn zonder stelling te nemen tegen politici die dagelijks een hele bevolkingsgroep stigmatiseren, is een wassen neus. Kleur bekennen betekent voor de politieke partijen dat ze zich moeten uitspreken tegen het gedachtegoed van de PVV. Verschillende partijen hebben dat in het verleden ook publiekelijk gedaan. Waarom zouden ze dit dan niet kunnen doen op een manifestatie op de internationale dag tegen racisme?
2. ‘Wilders is een Kamerlid. Andere Tweede Kamerleden kunnen hem daarom alleen in het parlement bestrijden’
Geert Wilders zegt zelf dat het hem niet gaat om de politici in Den Haag, maar dat hij een ‘politieke beweging’ wil opbouwen. Waarom zouden de mensen die de invloed van zijn ideeën willen bestrijden daarvoor geen tegenbeweging mogen opstarten? Tweede Kamerleden zijn gekozen om de stem van een deel van de bevolking te vertegenwoordigen. Dat doen ze niet alleen door stelling te nemen binnen de Tweede Kamer, maar ook door zich te mengen in maatschappelijke kwesties, waar nodig door protest. Tweede Kamerleden van de SP en GroenLinks hebben in de afgelopen jaren gedemonstreerd tegen Bush en de oorlog in Irak, en tegen Balkenende en zijn neoliberale beleid. Nu is het tijd om datzelfde te doen tegen het toenemende racisme.
Dat is des te harder nodig, omdat ook binnen de Tweede Kamer het weerwoord tegen Wilders maar al te vaak ontbreekt. De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) constateerde in een in februari verschenen rapport dat ‘met name de PVV een spraakmakende rol heeft gespeeld door het indienen van omstreden beleidsvoorstellen en door racistisch of xenofobisch taalgebruik, met name gericht tegen moslimgemeenschappen.’ Nog in dezelfde paragraaf merkt de ECRI op ‘dat vertegenwoordigers van gevestigde politieke partijen zelden stelling nemen tegen zulk taalgebruik.’
3. ‘De manifestatie geeft Wilders een podium’
Dit argument, dat Jan Marijnissen vandaag naar voren brengt in de NRC, is de wereld op zijn kop. Sinds het bericht dat Wilders werkt aan een film, is hij vrijwel elke dag in het nieuws. Er is geen partij die zoveel aandacht krijgt in de media als de PVV, nog altijd een fractie van niet meer dan negen zetels. De tegenstanders hebben al die media-aandacht niet gecreëerd. De meerderheid van de Nederlanders heeft geen sympathie voor Wilders en is het er niet mee eens dat bevolkingsgroepen stelselmatig tegen elkaar worden opgezet. Maar de stem van deze mensen wordt in het politieke debat nauwelijks vertolkt. Juist daarom is de manifestatie georganiseerd.
Kamerlid Tofik Dibi en de vele SP-leden die ongetwijfeld van plan zijn naar de manifestatie te komen, hebben gelijk. Tot een aantal jaar geleden zou het ondenkbaar zijn geweest dat de grote linkse partijen een manifestatie tegen racisme op deze manier zouden boycotten. Het is de angst voor het spook van Fortuyn en de kiezerswinst voor Wilders die er nu voor zorgt dat politici zich niet duidelijk durven uit te spreken. Het is tijd om die angst te doorbreken en kleur te bekennen. Morgen is een belangrijke eerste stap.