Waarom we een revolutionaire organisatie bouwen

Als Internationale Socialisten bouwen we niet alleen aan linkse samenwerking tegen neoliberalisme, oorlog en onderdrukking. We willen ook een basis helpen leggen voor een revolutionaire partij. We willen niet alleen de symptomen van het kapitalisme bestrijden, we willen het begraven en vervangen door socialisme van onderop.
24 april 2018

Door Ramon Lambregts

We willen bijdragen aan de opbouw van een revolutionaire partij. Toch lijken we in Nederland niet dicht bij een revolutionaire situatie. Moeten we niet vooral een breder links opbouwen? We doen beide. De wisselwerking tussen revolutionaire principes en actieve strijd van bewegingen zorgt voor een versterking van zowel de ideeën als de strijd zelf. Bovendien ontstaat zo’n partij niet vanzelf als deze plotseling nodig is.

Marges

In de dagelijkse realiteit lijkt er inderdaad weinig ruimte te zijn voor verandering. Het is al moeilijk ons te verdedigen tegen de onophoudelijke neoliberale aanvallen. Vrouwen hebben vaak een dubbele werklast, anderen moeten dealen met racisme. We moeten elke dag naar ons werk om te overleven, ‘voor jou tien anderen’ en politici doen wat ze willen.

Wereldverbeteraars raken gedemoraliseerd als ze zien dat de meerderheid zich lijkt neer te leggen bij de wereld zoals de 1 procent die vorm geeft. Bovendien zijn kapitalistische media bedreven in het promoten van cynisme over een radicale omwenteling van de status quo.

Daarom voelen veel linkse activisten zich beperkt tot de middelen aangereikt door de bestaande structuren. In gemeenteraden, het parlement of via NGO-lobby’s kun je tenminste invloed uitoefenen op de besluitvorming en er iets uit halen voor milieu, arbeidsrechten en gelijkheid.

Deels klopt dat. Het maakt uit of de SP beleid maakt, of de VVD. Maar wetgeving alleen zal nooit leiden tot een machtsverschuiving van de kapitalisten naar de werkende klasse. Afgelopen jaren tonen dat gewonnen rechten binnen het systeem ook weer kunnen worden afgebroken.

Omdat het neoliberalisme dominant is, zijn de marges voor verandering binnen het systeem heel klein. Die delen van links, die zich oriënteren op regeringsdeelname voor verandering, zijn daarom moeilijk te onderscheiden van de rest van het politieke spectrum. Gelukkig beginnen grotere groepen mensen in te zien dat we meer strijd op straat nodig hebben om de krachtsverhoudingen in de maatschappij te veranderen.

Revolutionairen

Maar dat heeft alleen zin als die strijd niet alleen gaat om een positie in het parlement of aan de onderhandelingstafel. Omdat revolutionairen achter economische en politieke gevechten een onoverbrugbare klassentegenstelling zien, willen zij de strijd aangrijpen om meer zelforganisatie en een linkse tegenmacht in de maatschappij op te bouwen die in staat is echte verandering af te dwingen. Daarom zijn revolutionairen de beste reformisten.

In revolutionaire situaties echter, verdedigen reformistische organisaties – ook als ze een oriëntatie op strijd hebben – uiteindelijk altijd de gevestigde macht. Ze zijn dan ook al vaak in het systeem geïntegreerd en ervan afhankelijk. Daarom vochten de Duitse sociaal-democraten in de Duitse Revolutie van 1918-1919 tegen de communisten die de revolutie verder wilden brengen dan een parlementaire democratie.

Maar het verklaart ook waarom huidige parlementaire partijen en vakbonden vaak op de rem gaan staan als hun leden of anderen te ver dreigen te gaan. De angst is dat acties die niet door ‘verantwoordelijke’ leiders wordt beheerst alleen maar tot ‘chaos’ kunnen leiden.

Anarchisten en andere horizontalisten geloven in tegenstelling tot reformisten wel in revolutie, maar zijn tegen het principe van een partij en het relateren van politiek aan bestaande burgerlijke instituties en ideeën. Deze visie legt de nadruk op de rol van spontaneïteit en de individuele keuze voor bepaalde acties. Maar hoewel het spontaan ontstaan van verzet mogelijk is, is het niet voldoende.

Bewustzijn

Dit komt doordat bewustzijn nooit bij de hele werkende klasse tegelijk op hetzelfde niveau is. Sommigen zijn al op weg naar revolutie, terwijl anderen nog niet overtuigd zijn van een kleine actie. Alle mensen daar tussenin worden heen en weer geslingerd tussen radicale en conservatieve ideeën.

De heersende klasse zal alles doen, met geld, media, politieapparaat, knokploegen en leger, om de beweging uit elkaar te spelen. De mensen die dan nog willen doordrukken moeten georganiseerd zijn, geleerd hebben van eerdere conflicten en kunnen coördineren.

Deze situaties worden niet gecreëerd door revolutionairen. Ze ontstaan als het kapitalisme zijn eigen problemen niet meer kan oplossen en de werkende bevolking niet op de oude voet verder wil. Dan zijn er twee opties: ofwel de oude macht wordt met geweld hersteld, of ze wordt gebroken. Een revolutionair-socialistische partij moet dan klaar zijn om de situatie om te buigen in het voordeel van de werkende klasse.

De geschiedenis van het kapitalisme staat bol van zulk soort momenten. Willen we echt een betere wereld, dan moeten we zulke kansen serieus nemen. De dynamiek van bijvoorbeeld de Egyptische Revolutie in 2011 was heel anders geweest met een linkse revolutionaire tegenmacht. Door het ontbreken daarvan was het uiteindelijk het leger dat de staatsmacht herstelde.

Breuk

We willen een einde aan milieuvernietiging, racisme en wereldwijde oorlog, uitbuiting en slavernij. Daarom moeten we radicaal breken met het economische systeem dat de basis ervan is. Door gebrek aan durf en zelfvertrouwen bij links en een vereenzelviging met het systeem is dit vergezicht verdwenen.

Het negeren van een revolutionaire visie en praktijk door links, zorgt dat extreem-rechts zich in deze tijden van crisis als enige presenteert als kracht die radicaal wil breken met de status quo. In plaats van hun rechtse agenda als succesfactor te zien en over te nemen, heeft links een eigen radicaal verhaal nodig, inclusief een revolutionaire partij. Zo’n partij kan worden opgebouwd door de voortdurende wisselwerking tussen socialistische ideeën en de ervaringen van strijd.

Door dit soort ideeën naar voren te brengen in stakingen, demonstraties en campagnes, leren we onze macht voelen om de wereld te veranderen. We kunnen als individuen met onze dagelijkse strubbelingen en ervaringen van onderdrukking niet op tegen de sterk georganiseerde 1 procent. Maar door ons democratisch te organiseren kunnen we elkaar steunen en versterken, van elkaar leren en zetten we de eerste stappen naar een wereld waarin in ieders behoefte wordt voorzien.