Waarom het kapitalisme geen oplossing biedt
De eerste reden voor het falen van het klimaatbeleid is de innige band tussen overheid en het bedrijfsleven. De kern van de kapitalistische economie bestaat uit de olie- en auto-industrie. Dit historische feit heeft de wereld waarin we leven vormgegeven, inclusief de beleidsagenda’s van politieke partijen die de regeringen en mondiale instituten leiden. Alle oplossingen zijn bespreekbaar, zolang de belangen van de belangrijkste industrieën maar niet geschaad worden.
Sterker nog, de industrieën die het meest verantwoordelijk zijn voor CO2-uitstoot worden door de staat gesubsidieerd. In 2001 werd in de EU 13 miljard euro subsidie aan de kolenindustrie en 8,7 miljard euro aan de olie- en gasindustrie verstrekt.
De tweede reden is de politieke omarming van de neoliberale agenda. Hele delen van de milieubeweging en alle politieke partijen (de SP uitgezonderd) zoeken oplossingen voor klimaatverandering in de richting van marktwerking. De notie dat milieuproblemen, van vervuiling tot CO2-uitstoot, tot verhandelbare waren omgevormd kunnen worden is echter onwerkbaar en zal niets aan de problemen doen. Zie het falen van de hele opzet van emissiehandel terwijl de CO2-uitstoot toeneemt.
Meer marktwerking komt neer op meer vrijheid voor het bedrijfsleven en minder regelgeving. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) schaft milieuregelgeving af omdat deze als ‘handelsbarrières’ wordt gekenmerkt. In de geest van het neoliberalisme heeft het afgelopen kabinet miljarden euro’s belastingverlaging voor multinationals doorgevoerd. Wat als we die miljardenhadden gebruikt voor een uitbreiding van het openbaar vervoerssysteem?
De derde reden is de meest fundamentele. Het kapitalisme geeft prioriteit aan winst boven alles, ook boven het voortbestaan van de mensheid. Dat is niet een bewuste keus van de aandeelhouders of directeuren, maar vloeit voort uit de logica van het systeem zelf. Vraag een willekeurige econoom naar de drijfveer van het kapitalisme en je krijgt als antwoord ‘winst’ en ‘concurrentie’. Als er kapitaal te accumuleren valt met het verdubbelen van de autoproductie en het verbranden van het laatste vat olie, dan zal dat gebeuren.
Het verband tussen CO2-uitstoot en een systeem dat op winsten draait maakt klimaatverandering tot een klassenkwestie. Ten eerste omdat ook onder dit probleem de armen het meest zullen lijden. Ten tweede omdat degenen aan de top van de maatschappij niet met de logica van de winst kunnen breken. Ze zitten vast in een eindeloze strijd: het aanjagen van winstmarges en de noodzaak om meer kapitaal te accumuleren dan de concurrent. Geen enkel bedrijf kan zich permitteren om achter te blijven. Geen enkele overheid is bereid de winsten van haar kapitalisten te riskeren.
Wat een beweging tegen klimaatverandering dus nodig heeft is een ecologische kritiek op het kapitalisme. Een systeem dat berust op eindeloze accumulatie van kapitaal kan niet anders dan destructief zijn in haar
relatie met de aarde. Dat laat ook het faillissement van ‘groene’ partijen zoals GroenLinks zien. ‘Groei Mee!’ was de verkiezingsleus. Met de huidige groei van 3 procent zou de mondiale industriële productie elke 25 jaar verdubbelen.
Oneindige groei kan niet binnen een biosfeer met eindige natuurlijke bronnen en kwetsbare koolstofcycli. De boodschap voor een ieder die deze aarde een warm hart toedraagt is dat kapitalisme onhoudbaar is. Betekent dit dat arme landen niet mogen ontwikkelen? Nee. Maar de vraag is wel wat voor ontwikkeling duurzaam is. De vorm van ontwikkeling die nodig is gaat over genoeg hebben, niet over continu meer hebben.
Een maatschappij anders inrichten is uiteindelijk een vraagstuk van controle en politieke macht. Controle over de productiecapiciteit van de mensheid om deze te gebruiken voor de behoefte van mensen, in plaats van een ongecontroleerde concurrentiestrijd naar eindeloze groei en vernietiging. De strijd voor behoud van onze biosfeer moet daarom hand in hand gaan met het streven naar sociale rechtvaardigheid. Dit vertelt ons alles over de soort van beweging die er nodig is tegen klimaatverandering.
Andersglobalisme, de vredesbeweging en de campagnes tegen klimaatverandering voeren dezelfde strijd tegen dezelfde tegenstanders en zouden hun krachten moeten bundelen. De mensheid staat op een keerpunt: wordt het een acute klimaatcrisis of een radicale koerswijziging?