Waardoor komt de verkiezingsnederlaag in Venezuela?
Op 6 december won de rechtse oppositie de verkiezingen in Venezuela. Ze kreeg de meerderheid van de zetels in de Nationale Assemblee. Het is belangrijk om te weten wie dit zijn. Dertien jaar geleden, in 2002, ontvoerden dezelfde figuren de gekozen president Hugo Chávez, met de belofte dat zij het land weer onder de controle zouden brengen van de grote oliebedrijven. Het waren aanhangers van het meest wrede neoliberalisme en riepen zich uit tot regering van het land zonder zich te bekommeren om verkiezingen of burgerrechten. Vandaag de dag beweren dezelfde figuren dat zij de democratie komen verdedigen.
De lieden die nu de macht in handen krijgen willen wraak nemen – voor de vooruitgang die Chávez gebracht heeft op het gebied van sociale kwesties en arbeid, en de dreiging die hij vormde voor hun historische belangen. Elke keer opnieuw gaven de peilingen aan dat ongeveer 60 procent van de stemmen naar een president zouden gaan die de taal sprak van de meerderheid die lijdt onder de gevolgen van het politieke systeem van cliëntelisme dat de olie-inkomsten altijd verdeelde onder een kleine rijke minderheid, ten koste van de massa’s.
Deze minderheid zal nu het proces van sociale veranderingen dat Chávez begon gaan omkeren. Ook hij sprak over democratie, maar veel fundamenteler, over de controle van de maatschappij van onderaf, over het gebruik van de nationale middelen in het voordeel van de meerderheid, het opstarten van scholen, over huisvesting en gezondheidszorg. Toen Chávez in 2013 stierf, waren deze doelstellingen nog verre van voltooid, maar grote sociale vooruitgang was er zeker. Hoe dan ook bleef na zijn vroege dood het persoonlijke charisma van Chávez garant staan voor een trouwe meerderheid.
Hoe is het dan mogelijk dat zoveel mensen die Chávez jarenlang hebben gesteund ondanks zijn gebreken, ondanks de verspilling van publieke middelen, ondanks de corruptie van hooggeplaatste vertegenwoordigers van het chavisme, ondanks de herhaalde mislukkingen in sociale programma’s – slechts twee jaar later hun stem hebben gegeven aan een sinister en antidemocratisch rechts?
In het Venezuela van december 2015 is het leven hard en treurig voor degenen die hun dagelijkse behoeften moeten betalen in bolivares, de Venezolaanse valuta. Het officiële inflatiecijfer is gestegen tot 200 procent per maand. Een mand aan basisvoedsel voor een gezin van vijf kost tien keer het minimumloon. En erger nog, de meest elementaire producten – zoals koffie, rijst en melk – waren wekenlang verdwenen uit de schappen.
Intussen hebben de Venezolaanse kapitalisten twee keer voordeel. Zij handelden met dollars die de regering hen gaf tegen een zeer voordelige wisselkoers en vervolgens hamsterden ze producten, creëerden schaarste en verhoogden de prijzen. Toen producten er weer in de supermarkten lagen, vormden zich enorme wachtrijen en was de voorraad binnen de kortste keren weer op. En hoewel supermarkten de goederen verkopen tegen de ‘redelijke prijzen’ die opgelegd zijn door de regering, moest de overgrote meerderheid van de mensen hun toevlucht nemen tot doorverkopers die vier of vijf keer de officiële prijs vragen. Bijna alle medicijnen zijn schaars of helemaal niet meer verkrijgbaar.
Op straat hoor je steeds dezelfde gesprekken – over de groeiende gewelddadige criminaliteit die mensen bang maakt, over de corruptie van leiders die zichzelf schaamteloos verrijken met de olie-inkomsten die het Bolivariaanse proces zouden moeten beschermen, die zich baden in dollars en het geld naar het buitenland sturen.
Hoe was het mogelijk dat 300 miljard dollar verdween zonder dat de regering daarop reageerde? Waar was Rafael Ramírez gebleven, oud-president van het staatsoliebedrijf PDVSA, die plotseling het land verliet met honderden miljoenen gespreid over banken in verschillende landen? Waarom werden voedsel, medicijnen en benzine gesmokkeld over de grens richting Colombia met medeplichtigheid van de overheid, het leger en de Nationale Garde?
En vooral: waarom greep de regering die zogenaamd de belangen van de bevolking verdedigde, niet in? De arrestatie van de twee neven van president Nicolás Maduro, die medeplichtig waren aan drugshandel, was het absolute dieptepunt.
De rechtse oppositie heeft geprofiteerd van de vermoeidheid, de uitputting en de teleurstelling die de bevolking voelt tegenover degenen die deden alsof ze werkten aan de sociale revolutie. Het politieke programma van de rechtse oppositie is zonder twijfel veel bruter, een contrarevolutie, een aankondiging van de komende aanval op de bevolking.
Er moet meteen een volksverzet worden opgebouwd, ter verdediging van het transformatieproces, wellicht in naam van Chávez zelf, maar dit keer met een duidelijke strategie en echte controle van onderaf. Dat is het enige chavisme dat die naam verdient.
Mike Gonzalez is emeritus-hoogleraar Latijns-Amerika Studies aan de Universiteit van Glasgow en lid van de Socialist Workers Party, zusterorganisatie van de Internationale Socialisten in Groot-Brittannië. Dit is een vertaling van En Lucha.