Voorverkiezingen VS: Republikeinen zetten de jokers in

De Republikeinse voorverkiezingen begonnen vorige week in de staat Iowa, in het Midwesten van de VS. Dit langgerekte proces, dat uiteindelijk bepaalt wie de Republikeinse presidentskandidaat zal worden, ging afgelopen dinsdag door in New Hampshire. We kijken naar de kandidaten, en wat ze vertegenwoordigen.
12 januari 2012

Door Anindya Bhattacharyya

Mitt Romney won de voorverkiezingen in Iowa, met een nipte overwinning op Rick Santorum. Beide kandidaten zijn charmeloze reactionairen die rekenen op de stem van ‘traditioneel conservatieve’ stemmers. Romney begon zijn carrière in de jaren ’90 als voorstander van abortusrechten en homo-emancipatie. Beide standpunten liet hij vallen omdat ze steeds impopulairder werden binnen de Republikeinse Partij. In 2007 verklaarde hij over de grootte van het gevangenenkamp Guantánamo Bay: ‘We zouden het moeten verdubbelen.’

Het is een mild contrast met Santorum, die al zijn hele leven een rechtse fanaticus is. Momenteel probeert hij de homofobe kiezers te paaien door homoseksualiteit te vergelijken met bestialiteit, polygamie en incest. In een interview van een paar jaar geleden verklaarde hij: ‘De definitie van het huwelijk is bij mijn weten nooit van toepassing geweest op homoseksualiteit. Ik zeg het niet om homoseksuelen te pesten. Het huwelijk is gewoon niet bedoeld voor, je weet wel, mannen met kinderen, mannen met honden, of wat dan ook.’

Ook wil hij graag Iran bombarderen. In een interview eerder deze maand, beschuldigde hij Iran van het bouwen van kernwapenfabrieken en beviel hij de Iraanse regering om ‘deze te ontmantelen … of anders doen wij dat voor jullie met luchtaanvallen’.

De non-conformistische kandidaat Ron Paul veroverde de derde plek. Hij presenteert zichzelf als antimilitaristische libertair en heeft als gevolg daarvan wat misleide linkse kiezers aan zich weten te binden. Ron Pauls verleden laat echter een heel ander beeld van hem zien. Van 1990 tot 1993 verscheen zijn naam onder een reeks bijzonder racistische artikelen in zijn eigen nieuwsbrief Dr. Ron Pauls Freedom Report. Hij viel Martin Luther King aan als een ‘procommunistische rokkenjager’ en noemde de nationale herdenking om Kings dood snerend ‘haat-de-bleekscheet-dag’.

Paul beweert tegenwoordig dat de nieuwsbrieven waren geschreven door een onbekende ghostwriter en dat hij onbekend was met de inhoud. Echter in 1996, toen er voor het eerst vragen verschenen over de racistische inhoud van de brieven, verdedigde hij de stukken en nam de verantwoordelijkheid voor de inhoud.

In Pauls zogenaamd ‘libertaire’ denkbeelden is ook geen ruimte voor vrouwen om over hun eigen lichaam te beslissen. Hij wil abortus namelijk niet alleen verbieden, hij wil het medisch personeel dat de abortus uitvoert, criminaliseren. ‘Er moet een straf komen voor mensen die deze misdaad begaan. En volgens mij moet die gelden voor de aborteur’, verklaart zijn website.

De kwaliteit van de Republikeinse kandidaten is ver beneden peil, zelfs volgens de maatstaven van de heersende klasse. Het toont de omvang van de crisis binnen rechts, die volgde op de overwinning van Barack Obama en de opkomst van een radicaal links tegengeluid onder leiding van de Occupy-beweging.

De republikeinse partij tracht van deze nederlagen te herstellen, maar wordt in toenemende mate gegijzeld door haar eigen hard-rechtse achterban. Hieronder valt ook de Tea Party-beweging, bedacht en gefinancierd door de geheimzinnige gebroeders Koch, die vastbesloten blijven om te bewijzen dat Obama een buitenlandse moslim is.

Republikeinen die deze paranoïde campagne van verdeel-en-heers niet onderschreven, zijn daardoor langzaam aan verdreven. David Frum, een vooraanstaande neoconservatieve politicus en voormalig speechschrijver van Bush, klaagde onlangs dat hij door de Tea Party werd weggezet als een ‘RINO’: Republican In Name Only. Wanneer een ideologische architect van de Irak-oorlog klaagt dat hij te gematigd is voor zijn eigen partij, is dat een teken aan de wand.

Zoals het er nu uitziet zal de winnaar van de voorverkiezingen, wie het ook moge zijn, waarschijnlijk geen overtuigende kandidaat zijn voor de meeste Amerikaanse kiezers. Maar Obama kan nog niet opgelucht ademhalen. De Republikeinen zien er weliswaar uit als een zootje ongeregeld, maar Obama zit vast in de economische crisis en is niet in staat om een alternatief voor de grootschalige bezuinigingen te bieden.

In september zakte de steun voor zijn regering naar een dieptepunt van 43 procent. Het weerspiegelt zijn onvermogen om zich hard op te stellen richting de Republikeinen, die een politieke crisis veroorzaakten over de hoogte van de staatsschuld. Het aantal nieuwe kiezers dat zich registreert als Democraat loopt terug, wat het gebrek aan enthousiasme aangeeft over Obama’s presidentschap.

Voorheen had de woede over bezuinigingen, banken en grote ondernemingen geen echte uitlaatklep in de VS, maar de Occupybeweging heeft dat veranderd. Deze groeiende radicale volksbeweging heeft de Amerikaanse arbeidersklasse wakker geschud en biedt echte hoop voor de massa van de Amerikanen.

Dit artikel verscheen in de Socialist Worker, en is vertaald door Rik Meter.