‘Vooroordelen houden het glazen plafond in stand’

In Het Idee M/V, De ontmaskering van een hardnekkig denkbeeld gaat wetenschapsjournaliste Asha ten Broeke (1983) vooroordelen over vrouwen te lijf. Ze schrijft toegankelijk en vol humor over wat er schort aan de populair psychologische ideeën over man-vrouw-verschillen. Zij heeft zich verdiept in bergen wetenschappelijk onderzoek op dit terrein en concludeert dat de klassieke rolverdeling tussen mannen en vrouwen niet berust op oeroude biologische verschillen, maar wordt bepaald door vooroordelen die zich genesteld hebben in onze cultuur. En voor dat idee wil zij best de barricade op. Catherine Black sprak met Ten Broeke over haar werk en haar ideeën.
12 oktober 2010

Waarom een boek over man-vrouwverschillen?

Ik raakte heel gefrustreerd over de grote hoeveelheid kul die er over mannen en vrouwen wordt geschreven. Heel standaard: mannen en vrouwen zijn heel verschillend, dat komt door testosteron en dat zit in hun brein en daar doe je niks aan. Ik heb ooit wel gedacht, misschien zit er wel wat in. Het voelt allemaal heel intuïtief juist. Iedereen kent wel voorbeelden uit zijn eigen leven en je denkt al snel, aha, het klopt. Al die boeken, zoals van John Gray (auteur van Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus) drijven op die herkenbaarheid, dat aha-gevoel.

Maar ook werk van heel vooraanstaande wetenschappers in het hersenonderzoek is eigenlijk zo openlijk seksistisch, zo ouderwets. Langzaam maar zeker begon het besef bij mij te groeien dat de wetenschap die hele lezing helemaal niet ondersteunt. Het bewijs dat mannen en vrouwen psychologisch verschillend zijn is flinterdun of afwezig. Als je alle onderzoeken samen neemt vallen de verschillen tegen elkaar weg. Er wordt steeds maar weer op gehamerd dat mannen en vrouwen vreselijk verschillend zijn, terwijl ze eigenlijk voor 99,9 procent hetzelfde zijn. En dat zijn we even vergeten te zeggen.

Hoe komt het dat dit idee zo hardnekkig is, ook in de wetenschap?

Wat zogenaamde harde man-vrouw-verschillenwetenschap is, is zo beïnvloed door cultuur. Dat is ook wat ik in het tweede hoofdstuk van mijn boek wil laten zien over de evolutiepsychologie. Dat zijn mensen die toch harde wetenschap bedrijven, zoals naar Afrika trekken om daar apen te observeren, maar daarbij vreselijk beïnvloed worden door hun eigen culturele bagage. Dat gebeurt ook hersenwetenschappers en psychologen heel vaak, terwijl dat niet zou moeten.

Maar is de biologie dan helemaal niet belangrijk?

De genen zijn heel belangrijk voor wie wij zijn, alleen lang niet zo belangrijk als sommige onderzoekers altijd hadden gedacht. Er wordt gezegd dat onze genen een blauwdruk zijn. De testosterongolf, die aan het begin van de zwangerschap bij jongetjes optreedt en bij meisjes niet, zou het brein veranderen en daarmee vastleggen dat hij later beter ingenieur kan worden en zij beter verpleegkundige. Dat is kul. Als dat zo was, zouden we als soort binnen no time uitsterven. Ons succes zit erin dat we ontzettend flexibel zijn. We kunnen ons aanpassen aan de omgeving waarin we ons bevinden.

Onze omgeving op dit moment in de westerse wereld is er een waarin vrouwen een andere rol toebedeeld krijgen dan mannen, en jongens andere dingen moeten en mogen dan meisjes. Dat verandert dingen. Zelfs uit onderzoek met muizen en ratten blijkt dat een andere opvoeding daadwerkelijk structuurverschillen veroorzaakt in het brein en andere genen aan en uit zet. Het is een vreselijk interessant mechanisme, waar we nog niet het fijne van weten, maar het verklaart heel goed hoe het kan dat we bij volwassenen man-vrouwverschillen in het brein kunnen vinden (hoewel die klein zijn en niet consistent) terwijl bij kleine kinderen volstrekt geen verschil is.

Waarom vind je het zo belangrijk om dit idee aan te pakken?

Het probleem is dat heel veel mensen er ongelukkig van worden. Ik vind dat we jongens en meisjes en mannen en vrouwen vreselijk tekortdoen door tegen de ene helft van de mensen te zeggen, jij hoort niet te zorgen en tegen de andere helft te zeggen, jij hoort niet te werken – in elk geval niet te hard. Het is bespottelijk. Ik denk dat dit heel individuele beslissingen moeten zijn, die niet gedicteerd moeten worden door een mal stereotype dat geen enkele basis in de werkelijkheid heeft.

Er wordt vaak gezegd dat nu vrouwen veelal dezelfde rechten hebben als mannen, de verschillen in werk, inkomen en topposities wel moeten berusten op biologie, of bestaan omdat vrouwen simpelweg niet willen.

Ik denk dat het een illusie is te denken dat als je wetten heb gemaakt die de gelijkheid tussen de seksen garanderen het daarmee klaar is. Het glazen plafond kun je niet afschaffen met een wet. Ik denk helemaal niet dat er een samenzwering is van blanke mannen die op de macht zitten. Maar het idee dat vrouwen zorgzamer zouden zijn en minder competitief zet zich ook vast in de hoofden van managers en daarmee worden de kansen van veel vrouwen onderuitgehaald.

Uit onderzoek blijkt in de academische wereld het vooroordeel te bestaan dat vrouwen vooral ijverig zijn en mannen vooral getalenteerd. Daarom hebben universitaire sollicitatiecommissies de neiging om vrouwen te laag in te schatten bij dezelfde prestaties. Door dit soort dingen hebben vrouwen niet echt gelijke kansen. Het glazen plafond wordt in stand gehouden door vooroordelen in plaats van door wetten.

Ik denk dat de eisen die aan vrouwen gesteld worden in onze maatschappij heel streng zijn. Vrouwen moeten ook uiterlijk gezien aan een hele reeks van voorwaarden voldoen. Niet alleen moet je competent zijn, twee keer zo goed zijn als een man voor de helft van het salaris, maar je moet er ook nog eens smashing uitzien. Ik pleit in mijn boek dan ook voor meer blinde sollicitatieprocedures, meer standaardtests en quota voor vrouwen.

Zie je jezelf ook als feminist of activist?

Mijn moeder was betrokken bij de vrouwenvredesbeweging. Zij heeft mij heel expliciet een feministische boodschap meegegeven toen ik opgroeide. Ik ben in de eerste plaats journalist en vind dat je zo objectief mogelijk te werk moet gaan. Maar wat is het nut van een boek schrijven als je er niets mee wilt bereiken? Het is heel interessant om allerlei wetenschap op een rij te zetten, maar ik heb geen studieboek geschreven, juist niet.

Ik ben op basis van alle literatuur die ik heb gelezen tot de conclusie gekomen dat de vrijheid om te kiezen beperkt wordt door vooroordelen. Voor dat idee wil ik best de barricade op. Ik heb er geen probleem mee om feminist genoemd te worden of activist, want dat is ook zo. Ik vind heel gepassioneerd dat mannen en vrouwen gelijke kansen moeten krijgen. En dan ook echt deze keer. Niet alleen op papier, maar ook in de werkelijkheid.