Voor een links dat verschil maakt

Het nieuwe jaar is begonnen met oplopende conflicten binnen het kabinet en een verergering van de gevolgen van de economische crisis. Tegelijk maken bedrijfsleven en rechts zich op om de sociale afbraak van de afgelopen jaren te escaleren met drastische bezuinigingen.
5 februari 2010

Door Peyman Jafari

Met het verschijnen van het rapport van de commissie-Davids hebben al diegenen die begin 2003 massaal de straat op gingen om de oorlog tegen Irak te stoppen gelijk gekregen. Terecht riepen ze ‘Niet in onze naam!’ toen Balkenende en zijn kliek met leugens en manipulaties de illegale oorlog tegen Irak steunden. Nu dit eindelijk door onderzoek is bevestigd, is het een grof schandaal dat Balkenende niet is afgetreden wegens zijn medeplichtigheid aan meer dan een miljoen doden en vijf miljoen vluchtelingen in Irak. In de afgelopen zeven jaar heeft hij alles gedaan om een onderzoek te voorkomen. Het feit dat dit er uiteindelijk kwam, is mede te danken aan de vasthoudendheid van het burgerinitiatief Openheid over Irak en de anti-oorlogsprotesten die de Internationale Socialisten samen met anderen bleven organiseren.

Een andere oorlog die Balkenende zal blijven achtervolgen is die in Afghanistan. Ook deze interventie is gebaseerd op leugens. Het gaat de Amerikaanse, Britse en Nederlandse troepen die het land bezetten niet om de bestrijding van het terrorisme, het brengen van democratie of wederopbouw, maar om het versterken van hun positie in het Midden-Oosten tegenover concurrenten zoals Rusland en China. De duizenden burgerslachtoffers die hierbij al zijn gevallen versterken de afkeer van de Afghanen tegen de bezetting van hun land, dat met de steun van de bezetters bestuurd wordt door corrupte krijgsheren en drugsbaronnen.

Val van het kabinet

Het spook van de Irak-oorlog leidde half januari bijna tot de val van het kabinet. De besluitvorming over de Nederlandse missie in Afghanistan en de gemeenteraadsverkiezingen in maart zullen de spanningen tussen het CDA en de PvdA verder opvoeren.

Maar de grote vraag is wie van deze politieke crisis zal profiteren. De PVV gebruikt steeds feller de haat tegen moslims en allochtonen om stemmen te winnen en probeert met haar deelname in Almere en Den Haag een lokaal bruggenhoofd te bouwen naar de landelijke verkiezingen. De groei van D66 laat zien dat er behoefte is aan een uitgesproken geluid tegen het racisme van de PVV, maar haar eigen neoliberale politiek – zoals vertegenwoordigd in de steun voor een hogere AOW-leeftijd en een neoliberaal Europa – maakt de partij van Pechtold geen alternatief voor wie op zoek is naar meer solidariteit en een sociale samenleving.

Terwijl de VVD in de peilingen opkrabbelt, staat de PvdA op het punt om weggevaagd te worden in veel gemeentes door haar steun aan de asociale maatregelen van dit kabinet, waaronder de verhoging van de AOW-leeftijd. In deze context is een stem op de SP op 3 maart een middel om een dam op te werpen tegen de afbraak die op ons af komt.

Rechts slijpt de messen

De neoliberale aanval die we onder de huidige en de vorige kabinetten hebben gezien, zal verbleken bij wat rechts voor de komende jaren van plan is. ‘We moeten het bed weer eens goed opschudden’, zei Balkenende in een interview met De Telegraaf in december. Hij legde uit wat hij bedoelt: ‘De staatsschuld stijgt ook na een economisch herstel jaarlijks met liefst 35 miljard euro.’ Deze staatschuld, opgebouwd doordat banken en bedrijven miljarden euro’s aan overheidssubsidie hebben ontvangen om te voorkomen dat ze omvielen, moet wat Balkenende betreft worden teruggedrongen door maatregelen zoals de verhoging van de AOW-leeftijd, minder loon voor oudere werknemers, het afschaffen van de studiefinanciering en de zorgtoeslag, en meer marktwerking in de zorg.

Balkenende weet echter ook dat de verdere herstructurering van Nederland in het voordeel van het kapitaal niet mogelijk is, zonder het verzwakken van de vakbeweging en links. Tegen Elsevier zei hij in december: ‘Na Balkenende I en II was er even rust nodig. Tussen 2003 en 2007 hebben we veel gevraagd van de bevolking. Maar het proces van hervormingen moet weer door. De ondernemende mentaliteit moet groeien.’

Met andere woorden: de sociale afbraak werd na het massale protest van de vakbonden in oktober 2004 en de groei van de SP in 2006 op een lager pitje gezet, maar moet nu weer worden opgevoerd. Daarin wordt het kabinet aangespoord door gebrek aan maatschappelijk verzet. Balkenende: ‘Het besef neemt toe dat veranderingen nodig zijn. Bij de acties tegen de AOW-maatregel krijgt de vakbeweging weinig mensen op de been. Ik zie geen Malievelden of Museumpleinen volstromen. De opstand werd aangekondigd, maar ik merk er niets van.’

Strijd van onderaf

Zoals Balkenende zelf al suggereert, kan alleen strijd van onderaf de bezuinigingstrein stoppen. Het gebrek daaraan rond de AOW was het gevolg van de halfslachtige manier waarmee de FNV-top meer op de PvdA in de Kamer rekent dan op de kracht van haar eigen leden. Diezelfde PvdA is echter al jarenlang meer dan bereid om het belang van werknemers op te offeren om de BV Nederland te managen. Op haar beurt heeft de SP sinds haar enorme overwinning in 2006 regeren tot haar hoofddoel gemaakt, en kijkt ze in toenemende mate richting samenwerking met de PvdA. Dat verklaart waarom de SP minder hard oppositie voert dan voorheen, minder zichtbaar is in acties op straat en veel van haar elan aan het verliezen is.

Het alternatief voor deze desastreuze strategie is dat links, met de SP als de grootste partij voorop, acties en campagnes opzet die zoveel mogelijk mensen in beweging brengen tegen het crisisbeleid. In het afgelopen jaar heeft de SP die kans laten liggen. Ze had bijvoorbeeld rond Prinsjesdag het initiatief kunnen nemen voor een grote demonstratie tegen de kabinetsplannen en ze had haar leden in de vakbond kunnen mobiliseren om van onderop acties te ondernemen. Ook had de SP zich publiekelijk kunnen verzetten tegen de capitulatie van Agnes Jongerius en haar pleidooi voor samenwerking met de PVV. Maar de ‘protestpartij’ bleef stil en onderscheidde zich niet of nauwelijks van de rest in Den Haag.

Op al die terreinen waren het de Internationale Socialisten en andere linkse organisaties en netwerken binnen de vakbeweging die het initiatief moesten nemen. Als de grootste organisatie links van de SP zijn we trots op wat we gedaan hebben, maar we zijn ons ook bewust dat we te klein zijn om het rechtse offensief te stoppen, en dat er veel meer nodig is. Wat we wel kunnen doen is blijven bijdragen aan het creëren van een nieuw, strijdbaar links dat daartoe wel in staat is. We hopen dat iedereen die deze ambitie deelt zich in dit nieuwe jaar bij ons aansluit of met ons zal samenwerken.


• Stop bezuinigingen op sociale verworvenheden
• Investeer in onderwijs en zorg – niet in oorlog
• Haal het geld waar het zit: belast de rijken
• Vecht voor solidariteit – zeg NEE tegen racisme
• Tegen de vrije markt – voor een rood alternatief