VN-top racisme getorpedeerd

De VN-conferentie tegen racisme is veranderd in een diplomatiek circus. De Nederlandse minister Maxime Verhagen speelde een hoofdrol bij het voorkomen dat de top tot resultaten kon komen.
21 april 2009

Schoothond Verhagen en zijn nieuwe baasje

‘In zijn gedrag en repressiemethodes begint Israël meer en meer te lijken op apartheid-Zuid-Afrika op zijn hoogtepunt – en het overtreft zijn gewelddadigheid, de verwoesting van huizen, verwijdering van gemeenschappen, doelgerichte moorden, bloedbaden, gevangenneming en marteling van tegenstanders, collectieve straffen en agressie tegen buurstaten.’

Dit citaat komt niet uit een verklaring van de VN-racismetop die gisteren begon in Genève. Na grote druk van westerse landen, waaronder Nederland, is uit die verklaring elke nieuwe directe verwijzing naar Israël geschrapt. Het citaat komt uit een speech die vlak na de oorlog in Gaza werd gehouden door Ronnie Kasrils, veteraan van de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika en meermaals minister onder Nelson Mandela en Thabo Mbeki. Voor hem, zoals voor veel andere leiders van Afrikaanse, Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen die weten wat racisme en westers kolonialisme in de praktijk betekend heeft, was het een vanzelfsprekendheid dat de slotverklaring van de VN-racismetop een veroordeling van Israël zou bevatten.

Maar het liep anders. Een maandenlange campagne van verdachtmakingen had een normaal verloop van de VN-top al van tevoren onmogelijk gemaakt. Negen westerse landen besloten uiteindelijk de conferentie te boycotten, een besluit waartoe Nederland en de VS het voortouw namen. Alle landen die besloten tot een boycot hebben zelf een lange geschiedenis van geïnstitutionaliseerd racisme – over de grenzen als koloniale macht, en binnen de grenzen tegenover de eigen minderheden. Ondanks dat eisten zij het recht voor zichzelf op om vooraf de geplande verklaringen van de conferentie uitgebreid te censureren.

Het besluit tot een boycot werd zelfs niet teruggedraaid toen de andere betrokken landen zich bereid toonden voor de VS, Nederland en vooral Israël onaangename passages te schrappen. Niet alleen in de officiële verklaringen, maar ook in de bijdrages vanuit de zaal zou kritiek op Israël achterwegen moeten blijven. Een groot aantal westerse diplomaten van landen die de conferentie niet boycotten liepen gisteren alsnog demonstratief weg toen tijdens een speech van de Iraanse president Ahmedinedjad bleek dat deze eis onhaalbaar was.

De weigering om kritiek op zionisme te accepteren vormde de hoofdmoot in alle comotie. Maar de leidende rol van Nederland in het torpederen van de VN-top over racisme heeft niet alleen te maken met de kritiekloze steun van de huidige regering aan Israël. Verhagen zette zich ook in tegen passages die tegen de zere schenen aan zouden kunnen schoppen van islamofobe politici aan het thuisfront. Zo protesteerde hij tegen de passage in de slotverklaring waarin wordt ‘bevestigd dat het propageren van op nationale afkomst, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld, bij wet wordt verboden.’ Een formulering die letterlijk afkomstig is uit een VN-verdrag over racisme dat ook door Nederland werd ondertekend.

Als een land als Iran zichzelf buiten VN-verdragen en VN-conferenties plaatst, wordt het door minister Verhagen over het algemeen behandeld als een paria. Maar zodra de kans bestaat dat een VN-conferentie zich zou uitspreken over Nederland, de VS of Israël, leidt Verhagen de uittocht. Het idee dat universele mensenrechten zoals bescherming tegen discriminatie en racisme ook echt voor iedereen gelden, staat hem blijkbaar niet helemaal aan.