Vertegenwoordigt Wilders het ‘radicale kwaad’?
Het was een goed idee van jullie om Rob Riemen zo uitvoerig aan het woord te laten. Uiteraard had ik zijn boekje een tijd geleden gelezen, maar bij het herlezen nu, in jullie blad, viel me op, dat de wezenlijke vraag niet is of Wilders en zijn beweging fascistisch genoemd kunnen worden.
Nee, naar mijn mening dient de wezenlijke vraag te zijn, vertegenwoordigt deze man met zijn beweging het ‘radicale kwaad’? Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we natuurlijk eerst nagaan wat het radicale kwaad eigenlijk is.
Hannah Arendt heeft deze vraag in 1951 trachten te beantwoorden in haar boek The Origins of Totalitarianism. Zo kort na de oorlog en na het nieuws over de industriële massamoorden op de Joden en Roma kwam zij tot de naar mijn mening foute conclusie dat de industriële massamoord in Auschwitz en andere vernietigingskampen identiek was met het radicale kwaad.
Wat zij volgens mij hierbij over het hoofd zag, was dat zonder uitvoerige voorbereiding die hele mensenvernietigingsindustrie niet op gang had kunnen komen. Deze industrie was inderdaad een gevolg van het radicale kwaad dat aan de totstandkoming van deze industrie vooraf moest gaan.
De wortel voor het radicale kwaad wordt op dat moment in een samenleving geplant als een groep in deze samenleving het denken in wij versus zij invoert. Ik denk dat elke genocide in de geschiedenis op deze wijze begonnen is. Uiteraard volgt hieruit niet dat het denken dat het onderscheid tussen wij en zij hanteert noodzakelijkerwijs tot genocide moet leiden. Genocide kan soms wel het uiterste gevolg van dat denken zijn.
Het eerste gevolg van het onderscheid in denken tussen wij en zij is een ontmenselijking van de individuen in de zij-groep. Want iemand die de splitsing in wij en zij eenmaal heeft geïnternaliseerd, kan de unieke individuele menselijkheid van een bepaald persoon uit de zij-groep niet langer zien. Zij/Hij ziet haar/hem uitsluitend als een lid van de minderwaardig geachte groep en niet langer als menselijk individu.
Wat echter de meesten die dit stadium van ontmenselijking van de ander hebben bereikt niet beseffen, is dat ze hierdoor zelf – op zijn minst voor een deel – ontmenselijkt zijn. Ik durf dat zo te formuleren op grond van het volgende.
Ethologen, die het gedrag van dieren bestuderen, hebben gevonden dat op zijn minst alle primaten, waartoe de mens als de meest ontwikkelde soort eveneens behoort, ten opzichte van hun soortgenoten empathie, dus medegevoel, vertonen. Hersenwetenschappers weten zelfs waar het empathiecentrum in de hersenen is gelokaliseerd.
Om nu in staat te zijn om iemand uit de zij-groep niet langer als volwaardig menselijk individu te zien, en haar (hem) op die wijze – tenminste gedeeltelijk – te ontmenselijken, moeten door hersenspoeling de empathiegevoelens, die van nature bij de mens voorhanden zijn, voor een deel uitgeschakeld worden.
In dictaturen en sterk gemilitariseerde staten gebeurt dit vanaf de kleuterschool tot en met de militaire dienst, door opvoeders dus. In sterk door het geloof bepaalde landen speelt uiteraard de religieuze organisatie een grote rol.
In een samenleving als de onze spelen helaas de media een belangrijke rol door de grote en bijna dagelijkse aandacht die ze aan de hierom vragende Wilders en zijn secondanten menen te moeten geven.
Onderzoeker Hendrik Gommer, werkzaam aan de Universiteit van Tilburg, schreef onlangs in de NRC de door mij bepaald als steun ervaren woorden: ‘Telkens als “vreemden” als minderwaardig worden afgespiegeld – een emotie stammend uit de oertijd van de mensheid – slaat de vreemdelingenangst om in vreemdelingenhaat (…) Het is een kleine stap van “Polen nemen ons werk af” naar “dood aan de Polen”.’
Hij concludeert: ‘De evolutie heeft mensen behalve primaire emoties ook grote hersenen gegeven. Laten we deze hersenen vooral blijven gebruiken in het belang van onszelf en ons nageslacht.’
Ikzelf ben niet voldoende politicus noch voldoende psycholoog om met enig gezag te kunnen zeggen wat je dus met Wilders en zijn mensen moet doen: ze doodzwijgen of laten zien hoe diepgaand gevaarlijk ze zijn.
Dit stuk laat zien dat ik op emotionele gronden voor de laatste optie heb gekozen. Ik hoop dat niet veel van mijn vrienden nu zeggen dat ik hiermee een totaal verkeerde beslissing heb genomen.
Op het Marxisme Festival zondag 20 mei spreekt Ineke van der Valk over ‘Islamofobie en de strijd tegen racisme’. Lees hier een interview met haar: ‘Islamofobie heeft overeenkomsten met vooroorlogs antisemitisme’