Verkiezingen onderstrepen noodzaak voor een nieuw links

Foto: Michael Thaidigsmann
De uitslag van de Europese Parlementsverkiezingen was voor velen een verrassing. Toch laat deze uitslag in veel opzichten een voortzetting zien van een aantal trends die in eerdere verkiezingen zichtbaar waren.
14 juni 2019

De stemverhouding in Nederland laat vooral een verdere polarisering zien. Op rechts waren het FvD en VVD die wonnen, op links waren het GroenLinks en de PvdA. De VVD profiteerde van de hard rechtse koers die de partij is ingeslagen, conservatieve stemmers kozen vaker voor die partij dan voor het CDA. FvD won drie zetels en profiteerde van de implosie van de PVV, die nu volledig is weggevaagd.

Het lijkt erop dat de rol van Wilders voorlopig is uitgespeeld. Met FvD is er nu een partij opgekomen die zich niet alleen op hard racisme baseert, maar een integraal neofascistisch wereldbeeld heeft. Bovendien bouwt FvD aan een partijorganisatie. Waar Wilders’ strategie volledig op parlementaire verhoudingen was gericht, is Baudet veel bewuster bezig om ook een maatschappelijke machtsfactor te worden.

Linkse campagne

Het goede en opvallende nieuws in deze verkiezingen was dat de meeste winst werd behaald voor PvdA en GroenLinks, die een linkse campagne voerden. De grote winst van de PvdA wordt vooral toegeschreven aan het zogenoemde Timmermanseffect. De PvdA-lijsttrekker was de enige bekendere kandidaat: hij is vicevoorzitter van de Europese Commissie en maakt kans om voorzitter te worden én hij was het favoriete doelwit van zowel extreemrechts als de SP.

Dit is ontegenzeggelijk een factor geweest. Een tweede factor is dat veel middenstemmers behoefte hadden aan een progressief pro-EUgeluid, dat bij de de centrumrechtse partijen steeds meer ontbreekt. Maar de winst voor zowel PvdA als GroenLinks heeft ook te maken met een grote behoefte aan linkse politiek.

Beide partijen zijn door en door liberaal. Maar ze voerden een campagne, waarin de nadruk werd gelegd op sociaal beleid en een progressief Europees klimaatbeleid. Beide partijen slaagden erin hun pro-EU-standpunt te verkopen als een progressief en internationalistisch verhaal.

Daar is inhoudelijk heel veel op af te dingen. Frans Timmermans is een Brusselse bureaucraat die zich volledig heeft gecommitteerd aan het neoliberale Europa waarin de belangen van de multinationals bepalend zijn. Dat hij een linkse campagne voerde doet daar niets aan af. En ook Groenlinks blijft uiteindelijk een partij die een ‘socialer’ neoliberalisme nastreeft, maar niet wil breken met de belangen van het kapitaal.

Een belangrijk element in de verklaring waarom een eerder totaal in diskrediet geraakte partij als de PvdA nu toch weer zo groot kon worden, heeft alles te maken met het gebrek aan een echt links alternatief. De SP werd vernietigend afgestraft in deze verkiezingen. In plaats van een anti-neoliberaal, principieel socialistisch en groen internationalisme te vertolken, probeerde de partij vooral aan te sluiten bij nationalistische en xenofobe sentimenten. De partij haalde uit naar arbeidsmigranten en keerde zich tegen het ‘Brussel’ dat Nederland zou dreigen op te slokken. Een eigen socialistische visie op Europa ontbrak en de partij had inhoudelijk eigenlijk weinig meer te zeggen dan: ‘minder, minder minder.’

Aanvankelijk probeerden partijleiders hun verlies weg te verklaren door te beweren dat kiezers waren weggebleven, maar inmiddels is duidelijk dat het tegenovergestelde het geval was. De SP verloor juist vooral stemmen aan de andere linkse partijen – die inhoudelijk veel minder links zijn dan de SP, maar zich in tegenstelling tot de SP wel als linkse partijen profileerden. En de partij verloor aan FvD.

Dit laatste onderstreept dat de anti-migratiekoers van de partij extreemrechts niet de wind uit de zeilen nam, maar juist legitimeerde. De anti-migratieretoriek sloeg een brug naar extreemrechts en een deel van de vroegere SP-kiezers liep over.

Het is zeker niet voor het eerst dat de SP nationalistische retoriek bezigde. Maar anders dan in de afgelopen twee decennia was het nationalisme het centrale speerpunt in de laatste twee verkiezingscampagnes. Bovendien bleef het niet bij woorden: de SP in Limburg eiste in de coalitieonderhandelingen een vermindering van het aantal arbeidsmigranten en maakte hier zelfs een breekpunt van. Met de eis om buitenlandse arbeiders het land uit te trappen haalde de partij PVV en FvD nog rechts in.

Eerlijk verdiend

De SP heeft haar nederlaag dus eerlijk verdiend. En het is meer dan terecht dat de partij is afgestraft voor haar verraderlijke koers. Maar de teloorgang van de SP is ook een groot probleem: er is namelijk wel een grote behoefte aan een principiële socialistische partij links van de sociaal-liberalen. Een linkse partij die werkelijk de aanval durft in te zetten op neoliberalisme en kapitalisme. Die feminisme, LHBT+bevrijding en antiracisme niet afdoet als ‘verdelende identiteitspoltiek’, maar de strijd tegen elke vorm van onderdrukking een centraal onderdeel van haar politiek maakt. En die de strijd voor klimaatrechtvaardigheid tot een speerpunt maakt.

De noodzaak voor zo’n nieuw links wordt door deze uitslag nogmaals onderstreept. GroenLinks en de PvdA hebben keer op keer bewezen dat ze de belangen van het bedrijfsleven uiteindelijk belangrijker vinden dan de belangen van werkenden en de planeet. Het sociaal-liberalisme van de PvdA heeft enorm geholpen om ruimte te creëren voor de opkomst van extreemrechts.

Als een links alternatief voor de neoliberale status quo uitblijft, zal rechts vrij spel hebben om de onvrede in racistische richting te blijven afbuigen.