Verkiezingen in een weinig democratisch land

Foto: Sebastiaan ter Burg
Het kabinet heeft besloten dat briefstemmen alleen voor 70-plussers mogelijk wordt gemaakt. Andere kwetsbare groepen moeten maar zien of en hoe ze stemmen. Daarmee maakt het kabinet de verkiezingen minder toegankelijk voor mensen die kwetsbaar zijn. Terwijl er meer dan ooit reden is om een kritische stem uit te brengen.
3 maart 2021

Het kabinet verdedigt haar besluit door een beroep te doen op overmacht. Het was zogenaamd praktisch niet haalbaar om briefstemmen mogelijk te maken voor een grotere groep. De regering was er namelijk van uitgegaan dat de coronacrisis inmiddels wel opgelost was. En nu is het te laat om nog iets te regelen.

In een groot land als de VS, dat nou niet bekend staat om zijn geoliede publieke sector, was briefstemmen geen enkel probleem. Maar in een klein dichtbevolkt land dat zich erop laat voorstaan dat het alles altijd goed op orde heeft, is een vergelijkbare operatie op veel kleinere schaal kennelijk schier onmogelijk. Het is een schandaal dat de regering geen veilige en toegankelijke verkiezingen kan garanderen en nog meer dat zij daar zo gemakkelijk mee wegkomt.

Uitstel?

Vanwege de gezondheidsrisico’s rondom het stemmen gaan er links en rechts stemmen op om de verkiezingen dan voorlopig maar op te schorten. Eén sentiment hierachter is de zorg dat de stembusgang tot meer besmettingen zou leiden. Een ander is dat de opkomst nu lager zou zijn en dat uitstel daar een positief effect op zou hebben. De zorgen zijn gezond en begrijpelijk, maar het is maar zeer de vraag of de situatie over een paar maanden veel beter is.

Bovendien zijn er grote democratische bezwaren tegen het uitstellen van de verkiezingen. De huidige regering is demissionair en heeft geen mandaat om de besturen. Daar trekt het zich helemaal niets van aan. Pieter Omtzigt legde de vinger op de zere plek toen hij zich fel uitsprak tegen het feit dat Tweede Kamerleden van de regeringspartijen hun rol om de regering te controleren structureel verzaken. Het zijn geen ‘volksvertegenwoordigers’ maar vertegenwoordigers van de regering. Dat is een zeer ondemocratische gang van zaken die er ook voor zorgt dat het kabinet gewoon door kan regeren nu het gevallen is. Het demissionaire kabinet heeft immers nog altijd een meerderheid in de Tweede Kamer.

Lekker demissionair

Het enige verschil in de werkwijze van het kabinet is dat het de handen nog wat meer vrij heeft om bepaalde zaken controversieel te verklaren of niet uit te voeren. De manier waarop het dat doet spreekt echter ook boekdelen. Bepaalde zaken die ronduit controversieel zijn, worden nog snel even aangenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het verruimen van de geweldsinstructie van de politie.

Aan de andere kant worden zaken om opportunistische redenen wél controversieel verklaard. Dat gebeurde met de zorgsalarissen. De regeringspartijen wilden die niet verhogen, maar in januari stemden regeringspartijen ChristenUnie en D66 toch in met een verhoging. Het kabinet verklaarde vervolgens dat het de motie niet zou uitvoeren, met als reden dat het ‘nieuw beleid’ zou betreffen. Op die manier konden de twee partijen gratis mooie sier maken in de aanloop naar de verkiezingen, maar had het geen enkel reëel effect.

Het antidemocratische optreden in deze weken is slechts een uitvergrote variant van de algemene werkwijze van Rutte: zoals in de toeslagenaffaire bleek, heeft hij de gewoonte om zo min mogelijk documenten achter te laten. Op die manier is het niet te controleren wat de premier en zijn ambtenaren precies doen. Het uitstellen van de verkiezingen zou de regering de ruimte geven om op deze voet door te gaan. Het vraagt er wel om dat autoritaire politici worden weggestemd en dat er meer kritische parlementsleden worden verkozen die hun taak als volksvertegenwoordiger verstaan.