Verkiezingen: de radicalisering naar rechts zet door

Foto: Twitter @thierrybaudet
Versplintering. Dat was het woord van de verkiezingsavond, maar de term zelf verklaart niets. Een gebrek aan collectieve strijd tegen jaren van afbraak is de drijvende kracht achter de fragmentatie. Hierbinnen zet de verrechtsing voort. Deze trend kan zich de komende jaren versterken zonder een strijdbaar links.
23 maart 2018

Door Ewout van den Berg

Met 55 procent was de opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen iets hoger dan die in 2014. Vooral lokale partijen kregen veel stemmen. Dit toont een gebrek aan vertrouwen in landelijke politieke partijen. Verder bevestigt de uitslag grotendeels de lijn die met de landelijke verkiezingen vorig jaar werd ingezet. De gemeenteraadsverkiezingen betekenen een verdere radicalisering naar rechts, terwijl vooral GroenLinks zich onttrekt aan de electorale krimp van links.

De verkiezingsuitslag laat zien dat regeringsverantwoordelijkheid voor links en rechts anders uitpakt. De VVD deed op meer plekken mee dan vier jaar geleden en werd samen met het CDA de grootste. De partijen consolideren hun positie met een politiek van sociale afbraak (‘doen’) en het meebewegen met extreem-rechts. Zo voerde de VVD campagne met een filmpje waarin ze mensen opriepen zich niet te schamen voor ‘tradities’.

Waar rechts zich consolideerde, verloor het centrum-rechtse D66 terrein. De partij probeerde zich te profileren als een ‘clean’ neoliberaal alternatief voor Forum voor Democratie, maar wist daarmee niet de aandacht af te leiden van hun door regeringsdeelname ingegeven draai op het referendum en de sleepwet. Pechtold stelde optimistisch: ‘Wij hadden eerst goud, nu zilver. Het is wel een plek op het podium.’ Maar het neoliberale midden is geen stabiele positie.

Gevestigd links

Pechtold weet dit. Dit is waarom hij zo graag met GroenLinks wilde regeren. Klaver weigerde wel mee te gaan in de gure politiek van Rutte-3 en plukte daar gisteren de (beperkte) vruchten van. Dat GroenLinks de grootste werd in Amsterdam en Utrecht is een lichtpuntje van deze verkiezingen. Met name het uitgesproken systeemkritische en antiracistische profiel van de afdeling in Amsterdam zou een voorbeeld moeten zijn voor de rest van links.

De groei van GroenLinks, maar ook die van de Partij voor de Dieren, is een uitdrukking van het feit dat veel mensen op zoek zijn naar een links, progressief en principieel geluid. De steun voor deze partijen is op zichzelf alleen geen stap in de opbouw van een strijdbaar links. Klavers liberale politiek is er één van vorm boven inhoud en de partij is, misschien met uitzondering van Amsterdam, vooral wit en hoogopgeleid.

Sociaal-democratisch links kreeg zware klappen. Na jaren van medeplichtigheid aan sociale afbraak halveerde de PvdA op veel plekken. Met de neoliberale en ‘progressief-patriottistische’ lijn onder Asscher is verbetering niet in zicht. De partij snijdt zich hiermee af van de rest van links en sociale bewegingen. De partij trok zich in Rotterdam terug uit het Linkse Verbond terwijl de partij in Amsterdam de landelijke demonstratie tegen racisme de rug toekeerde. Veel PvdA-stemmers zijn overgelopen naar GroenLinks of DENK.

De SP heeft niet kunnen profiteren van dit verlies, leverde in totaal eenderde van haar raadszetels in en is hard afgestraft voor haar lijn van de afgelopen jaren. Het landelijke perspectief van het nemen van ‘verantwoordelijkheid’ heeft zich niet uitbetaald. Op plekken waar de SP wethouders leverde zoals Amsterdam, Utrecht en Eindhoven halveerde de partij. Maar ook in Rotterdam, waar de partij een kritischer profiel heeft, verloor de partij.

Lilian Marijnissen bagatelliseerde het verlies door te stellen dat de partij ‘werk aan de winkel heeft, vooral in de steden’. Maar de problemen van de partij zijn structureel. Ze spitsen zich onder andere toe op het mantra van het nemen van ‘bestuursverantwoordelijkheid’ en een gebrek aan een sociaal-economisch perspectief dat gekoppeld wordt aan antiracisme. Het grote aantal SP’ers dat meeliep tijdens de landelijke antiracisme-demonstratie op 18 maart laat zien dat er een basis is om hierover een open en kritische discussie te voeren.

Het is positief dat NIDA, ondanks de deelname van DENK, haar positie in Rotterdam met twee zetels weet te behouden en in Den Haag ook in de Raad komt. Bij1 kan in Amsterdam met een welverdiende zetel ook een belangrijke rol spelen in de wisselwerking met sociale bewegingen, als inclusief weerwoord tegen guur rechts en als luis in de pels voor een links-liberale coalitie.

Een zelfde rol kan niet verwacht worden van DENK. Met zetels in bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam en Utrecht is DENK een van de winnaars van de gemeenteraadsverkiezingen. Maar DENK is een conservatieve partij met een Turks-nationalistische kern, die mensen aanspreekt op basis van antiracisme. Het succes van de partij is het gevolg van het falen van links om zowel een perspectief van gezamenlijke strijd tegen afbraak te bieden als het uitblijven van een links weerwoord tegen de normalisering van racisme en moslimhaat. DENK is meer een uiting van de onvrede hierover dan een antwoord hierop. Zo steunde de partij op papier de antiracisme-demonstratie op 18 maart, maar was zij hier zelf bij afwezig.

Opmars van extreem-rechts

Extreem-rechts heeft zich met de gemeenteraadsverkiezingen verder weten te institutionaliseren. De PVV verloor weliswaar in Almere en Den Haag, de steden waar zij al in de raad zat, en maakte weinig indruk op veel andere plekken zoals Rotterdam. Maar op alle dertig plekken waar de partij deelnam aan de lokale verkiezingen, won zij in totaal 76 raadszetels. Zo haalde de partij, ondanks de afwezigheid van dossierkennis, drie zetels in Purmerend.

Binnen het extreem-rechtse landschap is de PVV wel haar hegemonische positie kwijt. In Rotterdam werd Leefbaar opnieuw de grootste. De partij wist ondanks vier jaar aan afbraakbeleid en de alliantie met Forum voor Democratie haar profiel te handhaven als het ‘nette’ gezicht van extreem-rechts. Hiernaast werd in Den Haag de partij van oud-PVV’er De Mos de grootste en in Tilburg de lokale partij van Baudet-fan Hans Smolders.

In Amsterdam haalde Forum voor Democratie (FvD) drie zetels. Dit zijn er minder dan in sommige peilingen werd voorspeld. Het publieke debat, de acties en de dagelijkse uitingen van verzet hebben de racistische politiek van de partij zichtbaar gemaakt. Maar drie zetels in de Stopera zijn meer dan extreem-rechts heeft gehaald sinds de Centrum Democraten in 1994 vier zetels wonnen. FvD vergroot hiermee hun basis om hun giftige politiek verder te verspreiden.

De gevolgen van de opkomst van extreem-rechts beperken zich niet tot de raad. De normalisering van racisme en moslimhaat vormt meer en meer een materiële belemmering in het organiseren van de arbeidersklasse. Een beperkt maar groeiend deel van de arbeidersklasse denkt ondertussen dat hun islamitische collega een groter probleem vormt dan hun baas.

Wat nu?

Door de onder Rutte-2 ingezette ‘decentralisering’ – een verkapte bezuiniging van vijf miljard euro – moeten gemeenten steeds meer doen met minder. De vraag is hoe lokale partijen die ‘dichterbij de mensen’ zouden staan hiermee omgaan. Zo wist de autoritaire partij van De Mos in Den Haag zich te profileren met een groen-geel (ADO) fietspad, maar overziet de partij nu bijvoorbeeld wel de jeugdzorg, uitkeringsgerechtigden en buurtzorg. Binnen deze context moeten linkse partijen een schild vormen tegen de aanvallen van rechts – van zowel landelijk als lokaal.

Hiernaast is het de vraag welke lessen links trekt uit de verkiezingsuitslag. Zo zal de SP-top de uitslag aangrijpen om te benadrukken dat er (nog) meer aandacht nodig is voor lokale thema’s. Maar dit zou links alleen maar verder depolitiseren. Wat nodig is is een strijdbare antikapitalistische koers op landelijk niveau met een oriëntatie op het bouwen van bewegingen en het activeren van zoveel mogelijk mensen, niet slechts hologrammen. De landelijke FNV-bijeenkomsten tegen de afbraak van onze pensioenen volgende week kunnen hier een opstapje voor vormen.

Deze strijd moet hand in gaan met de strijd tegen de normalisering van racisme en de opkomst van extreem-rechts. Extreem-rechts is namelijk goed gepositioneerd om in de komende periode verder te groeien. En niet alleen op basis van verkiezingen. Er zit namelijk een tegenstelling tussen de fascistische retoriek van de PVV en haar nog uitsluitend electorale ambities. Gezien de concurrentie op rechts en de lokale worteling is de kans groot dat we de komende jaren meer pogingen zullen zien om de retoriek om te zetten in het bouwen van een fascistische beweging op straat.

Links heeft inderdaad ‘werk aan de winkel’.