Verfilming World War Z: alleen voor zombies

Zombiefilms kunnen een geweldig middel zijn om kritiek te leveren op de problemen van de huidige samenleving. Het is spelen met de gedachte van een nieuwe samenleving. Het boek World War Z van Max Brooks is hier een goed voorbeeld van. De gelijknamige film die vorige maand uitkwam is echter een grote teleurstelling.
29 augustus 2013


Door Jelle Klaas

De Living Dead-films van George A. Romero zijn het toonbeeld van goede zombiefilms. Ze leveren onder andere kritiek op consumentisme, oorlog, kapitalisme, racisme en de burgerlijke moraal. De films gaan over de menselijke aard, over het falen van de staat om de echte problemen op te lossen.

De zombies en de overlevers zijn op deze manier metaforen. In de traditie van deze zombiefilms schreef Max Brooks in 2006 zijn World War Z.

Het boek

Er is een wereldwijde zombie-uitbraak. Tien jaar voert de mens oorlog om te overleven. Tien jaar daarna probeert de mens de wereld weer op te bouwen. Op dat moment, twintig jaar na de uitbraak, schrijft een VN-rapporteur een rapport over de uitbraak, de oorlog en de gevolgen.

World War Z is een fictieve ‘oral history’. De VN-rapporteur interviewt mensen uit de hele wereld, van de eerste artsen die in aanraking kwamen met het virus tot de geheime diensten. Het boek laat de enorme chaos zien na de uitbraak en hoe verschillende regeringen en verschillende groepen mensen anders zijn omgegaan met deze crisis. Waarom konden Nieuw Palestina (voormalig Israël) en Cuba wel overleven en ging het grootste deel van Amerika, Rusland en China ten onder aan de crisis?

Het boek beschrijft de grote gebeurtenissen, zoals de belangrijkste veldslagen en politieke beslissingen, maar geeft ook ruimte aan de minder grote evenementen. In een mooi hoofdstuk wordt beschreven hoe een rijke Amerikaan als overlevingsstrategie een fort gebouwd heeft en dat volgestopt heeft met voedsel, celebrities en beveiligers. Hij doet dit natuurlijk niet voor niets, en laat dit live uitzenden richting alle overlevers die nog iets van tv kunnen ontvangen.

Brooks beschrijft hoe mensen ten tijde van de uitbraak toch nog superrijk konden worden, door nepmedicijnen op de markt te brengen, bijvoorbeeld. Hij laat mooi zien hoe de medicijnlobby werkt, en waarom winst maken voor bedrijven vóór de gezondheid van ons allen gaat.

Het boek houdt ons een spiegel voor over kapitalisme, klimaatverandering, vluchtelingenstromen, maar vooral ook over het functioneren van de staat. Het gaat over gewone mensen tijdens en na een wereldwijde crisis en oorlog.

Brooks wilde misschien iets te veel met zijn boek en niet alle hoofdstukken zijn even scherp, maar over het algemeen is het een van de betere, politiekere en originelere postapocalyptische boeken die ik gelezen heb.

De film

Op dit moment draait de verfilming van het boek in de bioscoop. Een blockbuster met Brad Pitt in de hoofdrol. Voor de luie geesten onder u, die geïnteresseerd zijn geraakt in het verhaal en die denken het boek te kunnen overslaan door naar de bioscoop te gaan: geen denken aan.

Zoals een geïrriteerde Max Brooks zelf heeft aangegeven: het boek en de film hebben maar één ding met elkaar gemeen: de titel. Nu is dat niet helemaal waar, er zijn wel wat elementen uit het boek gehaald die vooral in de inleiding en op de achtergrond van de film een rol spelen. Dit heeft echter het effect van het op de achtergrond weergeven van een scène gebaseerd op het Oude Testament in een Croky-chips-commercial.

Maar het resultaat is een simpele en domme actiefilm. Stoere militairen met gave wapenuitrustingen? Check! Ontploffende helikopters? Check! Hulpeloze vrouw die nergens goed voor is behalve huilen en voor de kinderen zorgen? Check! En zo kan ik nog wel even doorgaan.

De eerste vijftien minuten van de film zijn erg mooi gemaakt en erg spannend, er zitten gave special effects in en afgezet tegen een willekeurige andere domme Hollywood-actiefilm is World War Z niet eens zo beroerd. Maar afgezet tegen het boek is deze film als een interpretatie van James Joyce’s Ulysses verteld door ex-PVV’er Jhim van Bemmel.

Echt alle elementen die het boek goed en kritisch maken zijn door de filmmakers grondig verwijderd. In plaats van een wereldwijde blik, kijken we nu slechts door de ogen van één witte, mannelijke, stoere Amerikaan (Brad Pitt). De film speelt zich grotendeels af in een Amerikaanse stad, op een Amerikaans vliegdekschip en op een Amerikaanse legerbasis. Daarnaast zien we de witte Amerikaan wereldproblemen oplossen in Jeruzalem, in een Russisch vliegtuig en in Wales. De oplossing voor de crisis, waar het hele laatste stuk van de film over gaat, komt overigens geheel niet voor in het boek.

Juist omdat deze film, politiek, sociaal en filmisch zo goed en vernieuwend hád kunnen zijn, is het extra pijnlijk dat je je als bioscoopganger weer op eenzelfde manier benaderd voelt als tijdens het reclameblok, alsof je een willoze twaalfjarige puber bent.

Kortom, als je geïnteresseerd bent in een goed zombieverhaal lees dan het boek World War Z of kijk bijvoorbeeld Night of the Living Dead. De film World War Z is je geld niet waard.