Verdere verbreding van de beweging of radicale actie van een toegewijde minderheid?

Afgelopen zomer veroordeelde de rechter zeven activisten tot taakstraffen omdat zij hadden opgeroepen om de A12 te blokkeren. Dit zou een vorm van opruiing zijn. Maar net zoals in januari, toen het van het bed lichten van deze activisten leidde tot massale steun langs de A12, lijkt de repressie contraproductief te werken. In een paginagrote advertentie in de Volkskrant riepen meer dan 2.000 mensen op om de A12 te blokkeren. Tal van bekende wetenschappers en populaire artiesten zegden toe voor het programma van de supportdemonstratie.
Om de politieke druk te vergroten, heeft Extinction Rebellion (XR) aangekondigd over te gaan tot een permanente blokkade ‘net zolang tot alle fossiele subsidies zijn afgeschaft’. XR wil elke dag met tenminste vijftig rebellen terugkomen naar het gedeelte van de A12 tussen de tijdelijke Tweede Kamer en het ministerie van Economische Zaken. Organisatoren stellen dat ze al aanmeldingen genoeg hebben om dit een maand vol te houden.
Escalatie nodig
Het is goed dat activisten zoeken naar andere manieren om politieke druk uit te oefenen. In de eerste plaats omdat de klimaatcrisis escaleert. De maand juni was wereldwijd de heetste junimaand ooit en datzelfde gold voor juli. In delen van landen zoals India, Irak en Soedan leidt dit tot onleefbare temperaturen. Ook in Europa nemen bosbranden en gevallen van extreem weer toe. Het gevaar is dat ecosystemen hierdoor steeds meer drempels overgaan, zogenaamde tipping points, waardoor een zichzelf versterkend proces op gang komt. Dit is bijvoorbeeld het geval met permafrost die door de klimaatcrisis ontdooit, waardoor er veel methaan – een ander krachtig broeikasgas – vrijkomt.
Hiernaast steken politieke leiders en bedrijven hun kop in het zand. De COP is een internationaal orgaan dat op papier de klimaatcrisis bestrijdt, maar in de praktijk alleen vrijblijvende afspraken maakt. Holle beloftes zoals ‘klimaatneutraal in 2050’ worden gebruikt om in het hier en nu gewoon door te gaan met het uitstoten van CO2 en zakkenvullen. Zo kreeg Rutte IV deze zomer van de rechter nog toestemming om CO2 van olieraffinaderijen van Shell onder de Noordzee op te slaan.
Ook in andere rijke landen ontvangt het bedrijfsleven nog steeds subsidie om fossiele brandstoffen te stoken. Uit onderzoek van het Internationaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling blijkt dat de twintig grootste economieën samen hier meer dan 1.500 miljard euro aan uitgeven. In Nederland beloven regeringen al sinds 2009 dat de subsidies worden afgebouwd. Toen activisten van XR met hun protesten het onderwerp op de agenda zetten, kwam ‘klimaatdrammer’ Rob Jetten alleen maar met een belofte voor nieuw onderzoek naar de hoogte van deze subsidies.
Koren op de molen
Dat we de druk moeten opvoeren, wil nog niet zeggen dat een permanente blokkade daarvoor het beste middel is. De kracht van de protesten nu is namelijk dat ze zo massaal zijn. Mensen die om wat voor redenen niet gearresteerd willen of kunnen worden, kunnen door de grote supportdemonstraties toch onderdeel van de acties zijn. De burgerlijke ongehoorzaamheid en grote aantallen laten samen het draagvlak voor een einde aan de subsidies zien.
De permanente blokkade, met een relatief kleine groep activisten, is wat dat betreft een stap terug. Rebellen van XR hebben ongetwijfeld gekeken naar de manier waarop activisten van Just Stop Oil het publieke leven in het Verenigd Koninkrijk verstoren, bijvoorbeeld door zich vast te plakken aan schilderijen of door grote sportevenementen te ontregelen. Maar deze acties worden gevoerd door een erg kleine groep activisten en hebben grote gevolgen voor hun persoonlijke levens. Het zijn daarom vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid die een bredere groep sympathisanten weinig perspectief bieden.
De ervaringen van Just Stop Oil laten ook zien dat dit soort actievormen rebellen kwetsbaar maakt voor geweld. Ook in Nederland neemt intimidatie van activisten toe. Zo werden XR-activisten in Amsterdam tijdens een actie tegen de ING door rechtsextremisten met eieren bekogeld. Op het moment dat je met zo’n kleine groep actievoert, krijgen tegenstanders meer zelfvertrouwen om over te gaan tot geweld. Bovendien is het makkelijker kleine disruptieve acties in publieke ruimtes in diskrediet te brengen bij een breder publiek: waarom zouden immers werkende mensen het doelwit moeten zijn van activisten en niet de fossiele bedrijven die profiteren van subsidies?
De vraag is ook wie rebellen tegen intimidatie en geweld beschermt. Van de politie hoeven we weinig steun te verwachten. De politie was tijdens de vorige blokkade van de A12 zo gefrustreerd dat ze een klimaatactivist mishandelden om hem vervolgens van bijten te beschuldigen. Op het moment dat er minder camera’s op de politie staan, zullen zij ook het gevoel hebben met meer weg te kunnen komen. Ook internationaal zien we dat staten steeds steeds repressievere maatregelen nemen. Zo werd in Frankrijk klimaatorganisatie Les Soulèvements de la Terre verboden.
Extreemrechts heeft een klimaat geschapen waarin geweld tegen activisten wordt aangejaagd en gelegitimeerd. Zo stelde Telegraaf-columnist Ronald Plasterk vreedzame klimaatactivisten op één lijn met de moordenaar van Pim Fortuyn. Op deze manier ontstaat er een vicieuze cirkel waarin extreemrechtse retoriek en intimidatie leiden tot meer repressie en dit vervolgens weer tot meer extreemrechts geweld leidt. Een soortgelijk proces zagen we eerder met KOZP-activisten die door de NCTV werd meegenomen in een terreurmonitor en mede hierdoor met nog meer geweld werden geconfronteerd.
Escalatie door verbreding
Het is extra jammer dat XR een beperkende actievorm kiest nu een centrale eis van de groep – afschaffing van fossiele subsidies – een steeds breder draagvlak heeft gekregen. Meer dan 160 maatschappelijke organisaties ondersteunen de oproep tot de supportdemonstratie. En meer dan 400 ‘groene’ kerken riepen in mei hun achterban op om ook naar het protest te komen. Deze verbreding is het werk van honderden toegewijde activisten. Deze manier van zelforganisatie, waarbij activisten de eis aangrijpen om op hun eigen onderwerp een klimaatnetwerk op te bouwen, kan ook gebruikt worden op andere deelterreinen zoals biodiversiteit, de zorg of landbouw.
Activisten zouden hierbij ook meer nadruk kunnen leggen op het gigantische bedrag dat met de subsidies gemoeid is: 37,5 miljard euro. De afgelopen kabinetten hebben publieke voorzieningen zoals de zorg, huisvesting en onderwijs kapotbezuinigd. Door te laten zien waar deze miljarden beter voor gebruikt kunnen worden, kunnen we ook delen van de bevolking aanspreken voor wie de klimaatcrisis niet bovenaan het lijstje kopzorgen staat. Zo kost gratis ov maar vier miljard euro.
Die eis zou ook een belangrijke rol kunnen spelen in de economische strijd. Zowel in vervuilende sectoren die nu nog gesubsidieerd worden, met een pleidooi voor gelijkwaardig vervangend werk en een transitiefonds. Als in sectoren waarin juist geïnvesteerd moet worden, zoals het onderwijs. Solidariteit vanuit de klimaatbeweging met de docentenstaking van 5 oktober kan een belangrijke opmaat zijn om strijdterreinen meer met elkaar te verbinden.
In de strijd tegen de klimaatcrisis is de afschaffing van fossiele subsidies een druppel op de gloeiende plaat. In plaats van subsidies op het gebruik van olie, kolen en gas moeten fossiele bedrijven onteigend worden en is er een moratorium nodig op nieuwe fossiele projecten. Maar in het opbouwen van een maatschappelijke coalitie die dit kan afdwingen, kan de eis een belangrijke verenigende rol spelen.
Dit artikel verscheen in iets kortere vorm in De Socialist #357. Daar werd ten onrechte gesteld dat de AIVD KOZP als een ‘terroristische organisatie’ heeft aangemerkt. Dat is hierboven aangepast. Het was de NCTV die KOZP noemde in een terreurrapportage. Extreemrechtse propagandisten van De Telegraaf logen daarop dat de actiegroep volgens de NCTV ‘mogelijk geweld zou kunnen gaan gebruiken’, dat ‘citaat’ bleek verzonnen.