Venezuela: is het 'nee' het einde van Chávez?
Het was merkwaardig stil in Caracas op zaterdag. Chavez’ campagne voor de hervorming van de grondwet was officieel de dag ervoor afgesloten met een massale demonstratie van voorstanders. De demonstratie was groter dan die de dag ervoor van de oppositie. Onder chavistas werd gespeculeerd over een overwinning met een kleine marge voor Chávez.
Op de zondag van de verkiezingen was het opnieuw stil. Dat was verrassend, gezien het hoge niveau van activiteit in de weken ervoor. Studentendemonstraties hadden geleid tot de sluiting van de universiteiten in verschillende steden. Tekorten aan goederen als suiker, meel, eieren en melk zorgden voor een gevoel van instabiliteit en crisis.
Zondagavond was het duidelijk dat Chávez de verkiezing had verloren. De Nationale Kiescommissie verklaarde dat de Nee-stem had gewonnen met 50,7 procent tegen 49,3 procent. Chávez gaf zijn nederlaag snel toe in een korte en waardige televisietoespraak.
Het belangrijkste cijfer van de verkiezingen is het aantal wegblijvers. Ongeveer 45 procent van de kiezers heeft niet gestemd, vergeleken met 30 procent toen Chávez in 2006 werd herverkozen. Een intensieve campagne van rechts zorgde voor een hogere opkomst van de tegenstanders, en de enige mogelijke conclusie is dat Chávez’ eigen aanhang is afgenomen. De grondwettelijke hervormingen zelf geven een aantal aanwijzingen hoe dit kan.
De 130 clausules waarmee de Bolivariaanse grondwet van 1999 zou worden herzien bestrijken een groot aantal gebieden. Maar vanaf het begin stelde Chávez dat de stemming over het totaalpakket zou gaan. Veel van die clausules waren duidelijk progressief – de uitbreiding van sociale zekerheid voor kleine zelfstandigen, de verkorting van de arbeidsdag tot zes uur en nieuwe regels tegen discriminatie op grond van religie of seksualiteit.
De hervormingen waren ook bedoeld om meer macht te geven aan de wijkraden die in 2006 werden opgericht en de missiones, de programma’s voor onderwijs, gezondheidszorg en andere publieke diensten. De term ‘volksmacht’ zou worden vastgelegd in de grondwet als de garantie voor het ‘socialisme van de 21ste eeuw’.
Maar een aantal andere clausules vergrootten sterk de macht van de staat en de president. Dit ging in tegen de belofte om de macht over de maatschappij te verschuiven naar de organisaties aan de basis. Het geschreeuw over een ‘dictatuur’ van rechts is onterecht, maar ook veel linkse mensen zijn bezorgd over de concentratie van macht in Chávez’ handen.
Rechts heeft zijn wapens goed gebruikt. Zijn dominantie over de media, zijn mogelijkheden om kunstmatige schaarste in basisgoederen te bewerkstelligen, om studenten van de private universiteiten te mobiliseren rond de slogans over dictatuur. En het won een aantal belangrijke bondgenoten, onder wie generaal Baduel. Zijn uitspraken tegen Chávez legden een verdeeldheid binnen het leger bloot, waarvan het bestaan lange tijd is ontkend.
Maar deze stap terug betekent niet dat het Bolivariaanse project is verworpen door de bevolking. De nederlaag wekt wel de indruk dat er sprake is van groeiende scepsis over de vraag in hoeverre beloftes zijn vervuld en ook in de toekomst vervuld zullen blijven worden. Veel van de sociale programma’s halen niet hun doelen. Dat is niet alleen het resultaat van inefficiëntie. Het is vooral het gevolg van de massale corruptie die altijd karakteristiek is geweest voor het politieke leven van Venezuela. Het is de Bolivariaanse revolutie niet gelukt daarmee af te rekenen. En hoewel voedseltekorten zijn toegenomen tijdens de campagne, waren ze al lang een probleem voor de armen in Venezuela.
Tegen deze achtergrond konden Chávez’ steeds radicalere stellingnames op het internationale toneel niet compenseren voor de frustraties en teleurstelling van veel gewone mensen. Voor hen moet democratie, een echt 21ste eeuws socialisme, bestaan uit het opbouwen van echte volksmacht, die tot nu toe nog niet gevestigd is. De Venezolanen die Chávez zo enthousiast gevolgd hebben, hebben geen illusies over de oude heersende klasse. Ze weten dat die, als ze weer aan de macht zou komen, verschrikkelijke wraak zal nemen, net zoals de Chileense heersende klasse dat deed in 1973.
De uitslag van het referendum is een signaal vanuit de basis, en een kreet over het soort van maatschappij dat de bevolking wil zien. Een maatschappij die niet berust op de macht van een individu, maar op het recht voor de massa van werkende mensen om hun eigen levens gezamenlijk te besturen. In andere woorden, een socialistische maatschappij.
Dit artikel is een vertaling uit de Socialist Worker. Een uitgebreidere versie is hier te lezen. Ook de Volkskrant had, bij hoge uitzondering, een hoop zinnigs te melden.