Veel te weinig en veel te laat


3 augustus 2009


Tijdens de recente bijeenkomst van de G8 in ItaliË was klimaatverandering een van de belangrijkste onderwerpen op de agenda. Het resultaat laat echter zien dat we het redden van onze planeet niet aan de wereldleiders kunnen overlaten.

Door Peter van Eerbeek

Tijdens de top in juni spraken de G8-leiders uit te zullen ‘proberen’ de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden boven het ‘pre-industriële niveau’. Concreet: de rijke landen moeten hun uitstoot in 2050 hebben teruggebracht met 80 procent, voor de rest van de wereld bedraagt dit 50 procent.

De Britse premier Gordon Brown noemde dit een ‘historische overeenkomst’ die de weg zou vrijmaken voor het sluiten van een wereldwijd klimaatverdrag. Dit verdrag zal moeten worden gesloten bij de VN-conferentie over klimaatverandering in december in Kopenhagen. Volgens EU-commissaris Barroso is de doelstelling de temperatuurstijging op aarde tot 2 graden te beperken dan ‘in steen gehouwen’.

Terwijl de G8-prominenten in een haast euforische stemming leken te verkeren over deze zogenaamde vooruitgang is de realiteit anders. Volgens een rapport uit 2007 van het IPCC, de VN-organisatie die klimaatverandering onderzoekt, zou een reductie van de totale wereldwijde uitstoot in 2050 tussen 50 tot 85 procent leiden tot een temperatuurstijging van 2 tot 2,4 graden Celsius. De beste kans voor het beperken van de stijging tot maximaal 2 graden betekent dus het terugdringen van de wereldwijde uitstoot met 85 procent of meer. Daarnaast zou de piek van de uitstoot van broeikasgassen uiterlijk in 2015 moeten liggen.

Voorzitter van het IPCC, Rajendra Pachauri: ‘Als de G8-leiders overeenkwamen dat de grens van een stijging van 2 graden geaccepteerd kan worden, dan denk ik dat ze ook de bijbehorende voorwaarde dat globale uitstoot het hoogste punt moet bereiken in 2015 hadden moeten accepteren. En als dit zo is dan hadden ze moeten zeggen dat de uitstoot in 2020 enorm teruggebracht zou moeten zijn.’

De haalbaarheid van het beperken van de stijging van de temperatuur tot maximaal 2 graden op basis van de door de G8 voorgestelde plannen is dus zeer klein. En dat is in het beste geval, want in 2008 berichtte het IPCC dat de groei van de uitstoot in de periode van 2000-2007 veel hoger blijkt te zijn dan verwacht. Dit zou betekenen dat de reductie van de uitstoot dus nog groter zou moeten zijn dan voorgesteld in het IPCC-rapport uit 2007.

Volgens Jeremy Hobbs, directeur van Oxfam International, hebben de G8-leiders met het stellen van de limiet van 2 graden wel een plafond gesteld aan de temperatuurstijging, maar niks concreets gedaan om dit nu te bereiken: ‘De G8 zou nu actie moeten ondernemen om met de klimaatchaos om te gaan. Dit betekent dat ontwikkelde landen hun uitstoot met minstens 40 procent terug moeten brengen in 2020, en er 150 miljard dollar per jaar moet komen voor ontwikkelingslanden voor het maken van aanpassingen en reductie van uitstoot.’

De maatregelen die nodig zijn om klimaatverandering te beperken gaan er echter niet komen door te vertrouwen op de beloftes van de G8. De VN-top over klimaatverandering in december in Kopenhagen zal dan ook moeten worden aangegrepen om door protesten en acties de maatschappelijke druk op te voeren. De klok tikt voor de opbouw van een brede sociale beweging die in staat is om de concrete koerswijziging af te dwingen waarmee we een fatale ramp moeten zien te voorkomen.

Zie meer informatie over het protest in Kopenhagen op:
http://www.campaigncc.org/copenhagen