Vechten voor 'een toekomst zonder kapitalisme' in Spanje

Duizenden mensen, vooral jongeren, doen mee aan de nieuwe beweging in Spanje. Jongeren lijden al jaren onder slechte arbeidsomstandigheden, lage lonen en tijdelijke contracten. Maar met de nieuwste crisis van het kapitalisme is het veel erger geworden.
3 juni 2011

Foto: Demonstranten op het Puerta del Sol plein in Madrid.

Door Andy Durgan, vanuit Barcelona

21 procent van de Spaanse bevolking is werkloos, 40 procent daarvan is jonger dan 30. Hierbij zijn studenten die een baan zoeken niet meegeteld, dus het werkelijke cijfer is veel hoger. Als je jong bent in Spanje zijn je vooruitzichten mager. Ongeveer 85 procent van de mensen onder de 30 woont nog bij hun ouders, omdat huisvesting zo duur is.

De beweging is deels geïnspireerd door de gebeurtenissen in Egypte. De beweging die nu bekend staat als de 15 mei beweging riep op die dag op tot een demonstratie voor ‘Échte democratie nu’. Mensen verklaarden het gevestigde systeem een schijnvertoning – de verkiezingen, de partijen, alles. De gevestigde partijen hebben aan de lopende band hun beloftes gebroken en hun kiezers verraden. Veel van de eisen van de beweging zijn antikapitalistisch. Er is een algemeen gevoel dat wij niet moeten betalen voor de crisis.

De roep om echte directe democratie heeft revolutionaire gevolgen, ook al zien de meeste mensen die het eisen dat nog niet zo. De oproep tot demonstreren kwam niet van een enkele organisatie. Activisten werkten samen, fysiek en online, om de dag te organiseren.

Sommige activisten waren vijf jaar geleden betrokken in een campagne voor huisvesting, waaraan tienduizenden mensen in het hele land meededen. Anderen waren betrokken in een campagne tegen de beslaglegging op huizen van mensen die hun hypotheek niet meer konden betalen. Maar de meeste deelnemers waren nergens lid van. De oproep tot de demonstratie inspireerde tienduizenden mensen. Er zijn nu ongeveer 120 protesten en manifestaties in het hele land.

Op de maandag na 15 mei viel de politie het kampement aan dat een groepje mensen in Madrid spontaan had opgezet. Dit zorgde voor een uitbarsting van woede tegen de staat waardoor de demonstraties zich over het land verspreidden. Toen de mensen op de pleinen stonden, werd de invloed van de Arabische bewegingen zichtbaar.

De ontwikkeling van de beweging roept vragen op over de organisatie ervan. Vakbonden zijn in Spanje erg zwak. Slechts 19 procent van de arbeiders is lid van een bond. Arbeiders kunnen deelnemen aan een soort ondernemingsraden, die onderhandelen over lonen, of ze nu lid zijn van een bond of niet. De meerderheid van de leden van deze raden is lid van een vakbond, maar dat geldt niet voor de arbeiders die voor ze stemmen.

De meeste jongeren hebben weinig werkervaring en daardoor weinig ervaring met organisatie op de werkvloer of een positieve ervaring met de vakbonden. In september organiseerden de grootste bonden een algemene staking waaraan zeven miljoen mensen deelnamen. Maar de bonden gaven er geen vervolg aan en maakten kort daarna afspraken met de regerende Socialistische Partij, waardoor de rechten van arbeiders werden aangetast. Het ontslagrecht werd versoepeld, pensioenen verlaagd en de pensioenleeftijd verhoogd.

Een derde van de arbeiders in Spanje heeft een tijdelijk contract. Veel mensen zien de vakbonden als onderdeel van het verrotte systeem dat hen verraden heeft. De grote vakbonden hebben weinig te melden over de recente demonstraties. Hun antwoord lijkt op dat van de Socialistische Partij: erg overstuur, maar geen plannen om iets te doen. Dat is omdat het hun beleid en afspraken zijn waar de mensen tegen demonstreren.

De kiezers in Spanje hebben geen ruk naar rechts gemaakt. In de laatste verkiezingen verloor de Socialistische Partij meer dan 20 procent van de stemmen, maar rechts won maar 3 procent. Een paar stemmen gingen naar de andere linkse partijen, maar niet veel. De beweging heeft kritiek op de economische en politieke standpunten van de machthebbers. Er is geen band tussen de mensen op straat en de leiding van de vakbonden of van de Socialistische Partij.

Autonome ideeën spelen hier een grote rol, deels omdat de grote partijen compleet ondergeschikt zijn aan de banken en de financiële instellingen. Revolutionair links stortte in tijdens de jaren na de omschakeling van fascisme naar democratie die plaatsvond na de dood van generaal Franco in 1975. Hierdoor ontstond een vacuüm waarin er plek was voor autonome ideeën.

Deze ideeën zijn logisch voor mensen die niet georganiseerd zijn. De meesten komen voor de eerste keer in actie. De afwijzing van partijen en vakbonden past bij het idee dat dit iets nieuws is. Mensen willen iets nieuws opbouwen. Welke krachten er in de kampen vertegenwoordigd zijn verschilt van plaats tot plaats, maar de algemene consensus is dat organisaties niet toegelaten worden.

Er zijn serieuze discussies over hoe nu verder en revolutionaire socialisten zoals wij van En Lucha -de Spaanse zusterorganisatie van de IS- doen in die discussies mee. We zijn heel actief in de algemene vergaderingen van de kampen. Overal waar we aanwezig zijn werken we hard om te zorgen dat de vergadering en het kamp functioneren op elk niveau, schouder aan schouder met de activisten.

En hoewel we onze eigen ideeën hebben over hoe dingen zouden moeten ontwikkelen, en deze naar voren brengen, is het belangrijk om de massale directe democratie te respecteren waar de kampen op gebaseerd zijn. We hebben kraampjes met onze propaganda net buiten het kamp neergezet en hadden hiermee veel succes. We maakten een speciale editie van onze krant die het heel goed deed. We hebben tientallen mensen ontmoet die belangstelling voor ons hadden. Sommige van hen zijn lid geworden van En Lucha.

We zijn een blog begonnen, ‘van woede naar revolutie’, wat ook de kreet is die we in de kampen naar voren brengen. We zijn er van overtuigd dat we de anti-vakbonds-ideeën moeten aanpakken, anders kan de beweging zich niet uitbreiden en verdiepen. We werken samen met andere antikapitalisten en radicale vakbondsleden die in de kampen actief zijn met dit doel.

We zeggen dat de kampen zich moeten uitspreiden, vergaderingen organiseren in de wijken en de ideeën van de beweging naar de werkplek brengen. De organisatie van lokale vergaderingen en zelfs nieuwe kampen is erg succesvol. Interventies op werkplekken zijn moeilijker. Maar toen een aantal jongeren uit het kamp in Barcelona naar een metaalfabriek ging waar gestaakt werd waren de stakers bij de poort uitzinnig om ze te mogen ontmoeten.

Het is onmogelijk om te bepalen hoe veel mensen solidair zijn met de beweging, maar er zijn tekenen. Om negen uur elke avond slaan mensen in de kampen op potten en pannen als deel van het protest. Na de gewelddadige politieaanval op het kamp in Barcelona vorige week kwamen mensen hun balkons op om hetzelfde te doen. In Sevilla was er een demonstratie die vanuit het kamp door een arbeiderswijk ging. Mensen kwamen de straat op om mee te doen.

Vorige week besloten sommige kampen om een sluitingsdatum vast te stellen, die meestal samenviel met een plaatselijke mobilisatie. Ze benadrukken allemaal dat de massavergaderingen doorgaan in de wijken, en dat de strijd doorgaat. Dit is logisch omdat de beweging door moet gaan en het moeilijk is om de kampen oneindig door te laten gaan. De landelijke demonstratie op 19 juni is een richtpunt voor iedereen.

Tot nog toe heeft de beweging weinig invloed gehad op de strijd tegen de bezuinigingen. Maar dat kan veranderen. Belangrijker is dat een nieuwe generatie in de strijd is betrokken, een generatie die de basis kan vormen van een nieuwe levendige beweging tegen het systeem. En dit -zo hebben we in andere landen gezien- is steeds meer onderdeel van de nieuwe internationale jongerenopstand.


Andy Durgan is een vooraanstaand lid van de revolutionair-socialistische groep En Lucha, de zusterorganisatie van de IS in Spanje.