Van stadsbewoner tot boer door crisis
Door Daniel Hake
Flint, geboortestad van de Amerikaanse filmmaker Michael Moore, is ook de geboortestad van General Motors. De multinational bood in Flint ooit werk aan 80 duizend inwoners, naast nog honderdduizenden in het nabijgelegen Detroit. Door de neergang van de auto-industrie in de VS lopen beide steden nu langzaam leeg. Werkloze arbeiders die elders werk konden vinden trokken weg, veelal naar het zuiden en westen van de VS. De kansarmen bleven over: de werkloosheid is 20 procent en de bevolking is gehalveerd tot 110 duizend mensen. Eenderde leeft in armoede. Detroit, met ooit 2 miljoen inwoners, heeft er nu minder dan 1 miljoen. Dit betekent dat in bepaalde wijken hele straten verlaten zijn. Wat er van de huizen over is raakt steeds meer overwoekerd.
De overgebleven inwoners moeten wel de totale kosten betalen voor scholen, riolering, vuilnisdienst, politie etc. Omdat Amerikaanse steden geheel afhankelijk zijn van lokale belastingen moeten zij flink bezuinigen op dienstverlening en onderhoud. Sommige dreigen zelfs failliet te gaan. In Flint hebben ze een oplossing bedacht: krimp. De gemeente heeft al 1100 leegstaande woningen in buitenwijken laten slopen. Mogelijk komen daar nog duizenden panden bij. Zo wil de gemeente de overgebleven bevolking concentreren in een kleiner gebied zodat er een levensvatbare stad ontstaat. Volgens een bestuurder in Flint is de vraag niet of de steden krimpen, maar of dit op een verantwoorde manier gebeurt.
Detroit heeft plannen om de stad terug te brengen tot een aantal kleinere kernen, gescheiden door open land. De Amerikaanse federale overheid bekijkt nu of ze subsidie zullen geven om andere steden te ‘downsizen’. In de VS lijden tientallen steden aan dezelfde problemen als Flint en Detroit. Ooit zorgden hun bewoners voor megawinsten, nu zijn ze niet meer nodig en worden ze aan hun lot overgelaten.
De bewoners vinden hun eigen oplossing voor de crisis. Op de leeggekomen kavels waar ooit hun buren woonden verbouwen mensen nu hun eigen groenten. ‘Food Justice’ en ‘urban agriculture’ nemen overal in de VS een hoge vlucht, vooral in arme steden met veel braakliggende grond. Actiegroepen helpen bewoners die hun eigen voedsel willen kweken om aan de armoede te ontsnappen en gezond, milieuvriendelijk voedsel te eten. Vaak kweken mensen meer dan ze zelf nodig hebben, de rest wordt verkocht of weggegeven aan de voedselbank.
Ontstedelijking door crisis is geen typisch Amerikaans verschijnsel. In Oost-Duitsland bijvoorbeeld is de situatie dramatisch. In 2006 was er een leegstand van zo’n 1,3 miljoen woningen. 20 procent van de bewoners is werkloos, meer dan een miljoen mensen (vooral jonge hoogopgeleiden) zijn vertrokken. Er zijn prognoses die ervan uitgaan dat er in 2050 nog maar de helft van de bevolking over is. In Leipzig bijvoorbeeld worden delen van de woningvoorraad gerenoveerd en andere delen worden gesloopt en vervangen door parkjes en pleinen. Momenteel staan nog zo’n 55 duizend appartementen van de in totaal 320 duizend appartementen leeg.
In Nederland is het nog niet zo dramatisch, maat ook hier treedt krimp op. Het platteland verliest al jaren inwoners, vooral jongeren. Maar ook steden ontkomen niet aan de gevolgen van economische herstructurering. Heerlen en omstreken zijn het bekendste voorbeeld; sinds de sluiting van de mijnen in de jaren zeventig is de werkloosheid torenhoog. Jongeren zoeken hun heil elders: de bevolking in de regio daalt tot 2035 met 18 procent.
Minister van der Laan was na een werkbezoek aan Heerlen in februari ‘geschrokken’ van de ‘krimp’-problematiek. De Amsterdammer besefte niet dat er in Nederland hele straten leegstonden. De gemeenten in de regio bedenken nu hoe ze de krimp in goede banen kunnen leiden. Ook hier worden meer huizen gesloopt dan er teruggebouwd worden. Door de sociale voorzieningen zijn de Heerlenaren nog niet genoodzaakt moestuintjes te beginnen om te overleven. Maar met de bezuinigingen die Donner van plan is kan dat best nog komen.