Van Royen documenteert seksisme tegen wil en dank
Door Hella Baan
Ze brak door in 2000 met de inmiddels verfilmde bestseller De gelukkige huisvrouw. Met lingerieontwerpster Marlies Dekkers introduceerde ze in 2007 met veel bombarie de schaal van ‘Stout’. Volgens hen is dit een geëmancipeerde levenswijze die draait om flirten, lingerie, succes, macht, seks en vooral carrière maken. Haar boegbeelden zijn Margaret Thatcher, Rita Verdonk, Nina Brink, Neelie Kroes en koningin Beatrix.
Van Royen gaat ervan uit dat vrouwen gebruik kunnen maken van dezelfde rechten en mogelijkheden als mannen, en ziet seksualiteit als belangrijk genots- en machtsmiddel. Dit draagt ze dan ook ten volle uit. Zo voelt voor haar in de Playboy poseren zonder van tevoren ‘nog een paar zakken siliconen’ in haar cup A te ‘plempen’ als ‘het toppunt van emancipatie’.
Maar in deze tentoonstelling gaat het om de vergankelijkheid van dat mooie lichaam. Tijdens een bezoekje aan de Venus van Milo realiseert Van Royen zich dit doemscenario ten volle als ze zich bedenkt: ‘Die verandert nooit, ik wel.’ Ze ziet ouderdom als ‘een moment waarop je als vrouw onzichtbaar wordt’. Zo begint ze zichzelf als een razende te fotograferen. Daarmee kan ze zowel het verouderingsproces monitoren als een minnaar van verse beelden voorzien.
Dit overgiet ze met een conceptueel sausje door het autobiografische materiaal is onder te verdelen in vijf thema’s: liefde, seks, licht, duisternis en vergankelijkheid. Waar de vergankelijkheid op slaat, is duidelijk. Maar de andere thema’s blijven vaag en bieden geen enkel inzicht in de brij van foto’s. Dat komt vooral de stijl onderling hemelsbreed verschilt. Sommige foto’s doen expressionistisch aan, andere meer documentair of pornografisch. Kwalitatief heel goede beelden worden gepresenteerd naast wazige kiekjes. Kortom, een duidelijke artistieke ontwikkeling ontbreekt en de foto’s hebben vooral gemeen dat Heleen erop staat.
Botox
We volgen haar binnen- en buitenshuis in diverse poses en ingezoomd op verschillende lichaamsdelen. Ze lacht, huilt, krijgt een shot botox en heeft een druppel sperma in het haar. Verder is er een behoorlijk intensieve studie van haar billen en haar al dan niet gelakte teennagels. In het midden van de ruimte staan op een vloerkleed drie kubussen, alles bekleed met selfies. In deze kakofonie vind je met moeite de tamponfoto terug waar zoveel twitteraars ‘massaal over hun nek’ van gingen. (Ja, laten we het vooral houden bij het veel acceptabeler blauwe bloed van de maandverbandreclame.)
Vanuit onzichtbare speakers leest Van Royen met een vlakke stem flarden tekst voor, begeleid door het ritmische gedreun van een wasmachine. Er is geen ontsnapping mogelijk, ze is overal. Hier en daar staan ook nog wat spiegels zodat de beschouwer zichzelf nog kan terugvinden, en er zwerven wat religieuze parafernalia rond. Maar eerlijk is eerlijk: Van Royen noemt zichzelf dan ook een ‘gepassioneerd amateurfotograaf’ en geen kunstenaar.
Toch is ze onverhoopt op iets gestuit. Op één muur heeft ze al het schokkende en seksistische commentaar gebundeld dat ze op haar getwitterde selfies kreeg. Het ziet eruit als een aaneengeregen reaguurders-gastenboek, met pareltjes als ‘Ik zou der doen, geen genade’, en ‘volblaffen en weer verlaten’. Midden in die zee aan quotes hangt één naaktfoto, die weerloos in de stroom meegezogen lijkt te worden. Misschien een mooie metafoor voor Van Royen zelf?
Seksismeprobleem
Uit de speakers klinkt: ‘Ik ben aan het verliezen. Alleen hard hollen helpt om niet weg te zinken.’ Van Royen wil uitstel van excecutie, oftwel de ‘tijd zo lang mogelijk oprekken’ door zich goed te conserveren. Ze doet daarvoor een beroep op de beschouwer als ze zegt: ‘Ga maar liggen. Vergeet maar even dat ik echt ben. Niets is verboden […] Alles mag.’ Het verleiden van de toeschouwer is de ultieme test om te zien of ze nog ‘tot de mooisten van het land behoort’.
Van Royen wil graag onecht (lees: voor eeuwig jong, mooi en begeerlijk) zijn, omdat ze blijft relateren aan het onrealistische schoonheidsideaal van deze maatschappij. In ruil daarvoor onderwerpt ze zich aan de grillige blik van elke voorbijganger. Zo vestigt de tentoonstelling de aandacht op de manier waarop Van Royen gevangen zit in een taboe dat ze niet kan, en wil, doorbreken.
Waarom zou ze? Het imago van stoute stoeipoes legt haar zeker geen windeieren. In het geval van deze tentoonstelling heeft ze zeker een slag geslagen. Ze exposeert onder de noemer ‘schrijversportret’ in een museum dat haar boeken niet beschouwt als noemenswaardige literatuur. Droogjes zegt ze daarover: ‘De foto’s zijn binnen, nu de rest nog.’
Er is inmiddels ook meer dan genoeg media-aandacht geweest, en daardoor belangstelling voor het fotoboek bij de tentoonstelling. Wekelijks wordt er een foto door Catawiki geveild, en als klap op de vuurpijl kunnen bezoekers van het museum tijdens de museumnacht bieden op de overgebleven foto’s.
Het volstaat niet om Van Royen weg te zetten als een ‘aandachtshoer’ of therapiekandidaat. Dat bevestigt alleen maar dat er geen gelijk speelveld is waarin (alle) vrouwen vrij zijn om hun seksualiteit te uiten zoals zij dat willen. Nederland heeft een seksismeprobleem, maar dat hoor je Van Royen niet zeggen. Daar heb je een echte feminist voor nodig.
T/m 6 september is Selfmade in het Letterkundig Museum in Den Haag.