Van Middelkoop brengt beschaving

Door Jelle Bruinsma
Toevalligerwijs was ik de afgelopen dagen druk bezig met het verspreiden van het dagblad de Pers van maandag 5 mei. Daarin geeft oorlogsjournalist Arnold Karskens in twee artikelen weer wat de realiteit op de grond is in Uruzgan. Karskens is de enige Nederlandse journalist die op eigen houtje naar de gebieden is afgereisd waar onze jongens militair actief zijn. De rest van het journaille doet slechts aan embedded-journalistiek, onder censuur van Defensie.
Met de Pers opengeslagen (met de kop ‘U heeft mijn familie gedood.’) benader ik van Middelkoop met de vraag wanneer deze mensen excuses en compensatie krijgen. Wanneer worden de nabestaanden gecompenseerd voor het verlies van (soms al) hun dierbaren? Wanneer krijgen zij te horen dat wij spijt van onze misdaden hebben? Wanneer krijgen zij geld om hun huizen weer op te bouwen en hun veestapels vervangen? De minister reageerde in eerst instantie afwijzend, en diverse mensen (bodyguards van Defensie of de RuG?) probeerden mij weg te duwen. Na veel geschreeuw beloofde van Middelkoop mij vijf minuutjes. Die vijf minuutjes vonden echter achter gesloten deuren plaats, de pers mocht niet aanwezig zijn.
In dit verder oninteressante gesprek reageerde van Middelkoop zoals het een minister betaamt, namelijk ontwijkend. Op specifieke zaken kon hij niet ingaan. Bovendien, suggereerde hij, Karskens kon je toch ook niet helemaal vertrouwen. (Het Ministerie van Defensie uiteraard wel). Daarenboven moest ik de schuldvraag toch niet zo zwart/wit stellen. De Taliban vermoordt mensen, wij maken slechts ‘per ongeluk’ burgerslachtoffers. Ik vroeg me af in hoeverre de nabestaanden van de slachtoffers dit ‘inzagen’. Zouden zij, zoals de Nederlandse burgers dat zo goed kunnen, begrijpen dat het platbombarderen van een heel dorp een ongelukje is?
Het Openbaar Ministerie bestudeert op dit moment nog de acties in Chora, maar is daar al een jaar mee bezig. Zou het OM Sultan Jan Mohammed reeds hebben ondervraagd? Hij verloor bij bombardementen die door Nederlandse troepen werden aangevraagd zijn vrouw, acht kinderen, veel kleinkinderen en aangetrouwde familie: 22 in totaal. Volgens Karskens wil Jan Mohammed ‘graag getuigen in een Nederlandse rechtszaak tegen de schuldigen. ‘Staat het in uw wet dat je onschuldigen mag doden? Nadat ze onze families hadden omgebracht, vroegen ze ons zelfs niet om vergiffenis.’
Na afloop van het onbevredigende gesprek werd mij door meerdere mensen verweten dat ik dit niet op een geciviliseerde manier aanpakte. Ze hebben wellicht gelijk. Onze beschaving is o zo geweldig. Onze ‘geciviliseerde’ helikopters schieten zeer ‘geciviliseerde’ raketten af. Amanullah (60) heeft mogen kennisnemen van onze civilisatie. Toen zijn dorp Kakrak ‘geciviliseerd’ werd door onze gevechtshelikopters rende hij met zijn gezin het huis uit. ‘Ik was met mijn gezin, maar ze waren jonger en ze liepen harder. Ik zocht beschutting en liet me vallen tussen het gewas op de akker.’ Zijn familie hoopte veilig en uit het zicht te zijn onder een boom. Maar zo simpel gaat dat niet. Onze techniek stelt ons in staat elk schuilend ‘terroristenkind’ te vinden. De tweede ronde bommen zorgde ervoor dat Amanullah onze ‘civilisatie’ niet snel zal vergeten: zijn familie werd samen met andere mensen en de boom uiteengereten door onze raketten. Met groeten uit Nederland.
De twee artikelen van Arnold Karskens staan online: kijk hier en hier