Uitspraak in zaak-Giuliani toont beperkingen mensenrechtenhof
Door Jelle Klaas
Een korte terugblik: Berlusconi had de leiders van de G8 uitgenodigd om in Genua te vergaderen. De (voorbereiding van) de top kostte miljoenen. De gehele binnenstad werd hermetisch afgesloten voor demonstranten (de ‘rode zone’) en de overheid had aangekondigd honderden body bags te hebben ingeslagen en met tienduizenden politieagenten en soldaten klaar te zijn voor de demonstranten.
Veruit de meeste demonstranten wilden vreedzaam demonstreren. Een groot gedeelte van de demonstranten, waaronder de Internationale Socialisten, wilde echter wél in de rode zone demonstreren. Onder het motto ‘you are G8, we are 6 billion’ wilden we duidelijk maken dat de acht grootste oorlogsvoerders ter wereld niet méér recht hebben op de binnenstad van Genua dan de rest van de wereld.
In de recente uitspraak van het Hof is duidelijk te lezen dat één van de vreedzame groepen van enkele duizenden demonstranten, de Tute Bianche (‘witte overalls’), zonder waarschuwing werd aangevallen door de carabinieri, de militaire politie. De demonstranten werden opgejaagd, in elkaar geslagen met wapenstokken, en er werd gericht, op borsthoogte, met traangas op hen geschoten. Deze aanval van de politie, die door de hoogste Italiaanse rechter als onrechtvaardig en onrechtmatig werd neergezet, leidde ertoe dat de demonstranten in kleine groepen uiteenvielen en zich tegen de politie gingen richten. Volgens de Italiaanse rechter en het Hof was het geweld dat door de demonstranten als reactie op deze aanval gebruikt werd niet anders op te vatten dan als zelfverdediging.
Carlo Giuliani was onderdeel van één van de kleine groepen die door de stad achternagezeten werd. Samen met enkele honderden anderen lukte het hem een contigent van de carabinieri weg te jagen. Achter de groep van weggejaagde carabinieri reden twee jeeps aan. In één van de jeeps zaten drie jonge, zeer onervaren carabinieri van 19, 20 en 24 jaar oud. Mario Placiano, de twintigjarige agent, zat achterin. Hij had eerder die dag traangas moeten gebruiken tegen demonstranten en hij leed onder de effecten hiervan. Zijn commandant had hem zijn traangasgeweer afgepakt en hem achter in de auto laten zetten om van het veld te kunnen wegvoeren.
De auto met de drie jonge carabinieri raakte geïsoleerd en kwam vast te zitten. De groep van Giuliani begon de jeep aan te vallen. Placiano raakte in paniek en dacht dat hij gelyncht zou worden. Hij trok zijn pistool, riep iets en schoot vervolgens twee keer. Eén kogel raakte Giuliani in zijn hoofd. Hij viel op de grond waarna de jeep tweemaal over hem heen reed. Hij overleed midden op straat aan zijn verwondingen.
Giuliani’s familie vindt dat de Italiaanse Staat verantwoordelijk is voor Carlo’s dood. Onder andere door de manier waarop de repressie tegen de demonstranten was gepland en ingezet. Het Hof laat uitgebreid alle omstandigheden rond de dood van Giuliani aan bod komen: zowel van de kant van de carabinieri als van de kant van de demonstranten. Het Hof stelt zich onder andere de vraag waarom ongetrainde, zeer jonge, maar met vuurwapens gewapende agenten werden ingezet in een situatie die -mede door toedoen van de politie- zeer chaotisch was geworden.
Uiteindelijk geeft het Hof de familie ongelijk, en stelt dat de situatie waarin agent Placiano zich bevond, ertoe leidde dat hij kon en mocht denken dat zijn leven in gevaar was. Het doodschieten van Giuliani kan daarmee tot zelfverdediging gerekend worden. Over de repressie van de Italiaanse Staat als geheel tijdens de G8, laat het Hof zich niet uit.
Het is natuurlijk een schande dat de Italiaanse staat ongestraft blijft voor het doodschieten van Carlo Giuliani, het inzetten van incompetente jonge politieagenten, en in het algemeen de repressie en inperking van democratische rechten tijdens de G8 in Genua. Het Hof straft de G8 echter ook niet voor haar politiek, die miljoenen mensen elke dag confronteert met oorlog, armoede en honger. Het is ook niet de bedoeling van het Hof, een instelling van burgerlijke ideologie, om de verantwoordelijke heersers hierop aan te pakken. Dat is de taak voor de miljoenen die, ter nagedachtenis van Carlo Giuliani, zullen blijven opkomen tegen onrecht.
Jelle Klaas is advocaat in Haarlem, en was één van de demonstranten in Genua in juli 2001.