Uitgesproken geluid tegen klimaatverandering op congres Bolivia

In Cochabamba in Bolivia kwamen vorige maand 30 duizend mensen bij elkaar voor een zogeheten ‘Wereldvolkerenconferentie over klimaatverandering en de rechten van Moeder Aarde’. De slotverklaring is niet te vergelijken met die van Kopenhagen. Het Cochabamba-akkoord eist een radicale vermindering van CO2-uitstoot, verklaart marktoplossingen taboe en roept op tot een einde aan het kapitalisme. Jonathan Neale was aanwezig en doet verslag.
11 mei 2010

Foto: deelnemers vanuit ruim honderd landen tijdens de massale slotbijeenkomst van de klimaatconferentie in Cochabamba op 22 april, die samenviel met de veertigste Earth Day

Het was een historische gebeurtenis. In december vorig jaar organiseerden de Verenigde Naties nog de klimaattop in Kopenhagen. Toen besloten de leiders van de machtigste landen ter wereld dat ze in feite niets zouden doen om klimaatverandering tegen te gaan. Veel milieuactivisten waren dan ook woedend. De regeringsleiders die bereid zijn om miljarden uit te geven om de banken overeind te houden, bleken ondanks allerlei mooie woorden duidelijk niet bereid om de planeet te redden.

Het gevaar ontstond hiermee dat de beweging tegen klimaatverandering zou eindigen in teleurstelling en demoralisatie. Maar Evo Morales, de bekende linkse president van Bolivia, nodigde sociale bewegingen en organisaties uit de hele wereld uit om in april een wereldwijde conferentie te beleggen om de strijd tegen klimaatverandering voort te zetten. Nieuw is echter dat deze klimaattop gekant is tegen de regering van de VS. Tot nu toe werd de milieubeweging gedomineerd door witte mensen uit de middenklassen van de rijke landen. Maar op deze conferentie is het merendeel van de deelnemers afkomstig uit de sociale bewegingen van Latijns- Amerika.

Gewone mensen

Tom B. K. Goldtooth bijvoorbeeld is een activist van het Inheemse Milieu Netwerk. Hij is een afstammeling van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika: ‘We hebben een massale beweging nodig die mensen ervan bewust maakt dat we de macht kunnen weghalen bij de VN en de regeringen, en kunnen teruggeven aan de gewone mensen. Per slot van rekening zijn het onze levens die in de waagschaal worden gesteld.’ Met deze conferentie lijkt het centrum van het verzet tegen klimaatverandering dan ook aan het schuiven: het initiatief komt nu steeds meer te liggen bij groepen in de wereld die direct onderdrukt worden.

Veel niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) waren buitengesloten van de klimaattop in Kopenhagen. Zo mochten Oxfam, het Wereldnatuurfonds, Friends of the Earth en Greenpeace bijvoorbeeld niet meedoen. De VN waren bang dat de NGO’s te radicaal zouden zijn en dat ze zouden protesteren tegen Obama. Dit heeft geleid tot grote onenigheid binnen de NGO’s zelf. Veel leiders van NGO’s zijn geneigd gehoor te geven aan wat de VN hun opdraagt. Maar veel mensen die in NGO’s actief zijn, zijn dat juist helemaal niet. En dus waren Friends of the Earth bijvoorbeeld ook in Cochabamba.

Veel andere NGO’s zijn echter bang voor een beweging die door de linkse Morales wordt geleid, omdat zo’n beweging zich tegen de VS kan gaan richten. De beweging zou daarmee in hun ogen ‘te politiek’ van karakter worden. Zo waarschuwde de Britse vakfederatie TUC haar lidbonden in een brief om geen afgevaardigden naar Cochabamba te sturen. Onderdelen van de milieubeweging zijn met deze strategie in de verdediging gedrongen, en dat maakt ons allemaal zwakker. Maar de linkervleugel in de beweging tegen klimaatverandering is juist in de aanval gegaan, en daar worden we allemaal sterker van.

Verander het systeem

Laura Hernandez en Raul Alban komen allebei uit Venezuela en waren aanwezig bij de alternatieve klimaattop: ‘Wij zijn lid van een revolutionair collectief dat zich De Watermeloen noemt. Wereldwijde klimaatverandering vloeit volgens ons voort uit het kapitalistische systeem. Wij steunen dan ook de leuze van president Hugo Chávez van Venezuela: verander het systeem, niet het klimaat.’

Milieu-activisten zien wel in dat het zuidelijke deel van de wereld onderdrukt wordt door het imperialisme van de rijke landen. Maar er wordt in deze beweging helaas nog maar weinig gesproken over thema’s als werkloosheid, de economische crisis of groene banen. Des te meer is duidelijk geworden dat de betrokkenheid van alleen NGO’s onvoldoende is: arbeiders, vakbonden en boeren in de hele wereld moeten zij aan zij vechten in deze beweging. Door deze inspirerende conferentie is de hoop op verbetering in ieder geval behoorlijk gegroeid.

De slotverklaring is niet te vergelijken met die van Kopenhagen. Het Cochabamba-akkoord eist een radicale vermindering van CO2-uitstoot, verklaart marktoplossingen taboe en roept op tot een einde aan het kapitalisme. Deze diepe tegenstelling met de houding van de grote westerse landen en veel van de NGO’s zal relevant worden in de aanloop naar de volgende VN-klimaatonderhandelingen, in november in Mexico. Er zijn vele duizenden activisten naar de klimaattop gekomen, maar die gaan ook allemaal weer naar huis en zullen daar weer honderdduizenden mensen kunnen gaan organiseren om zich te engageren in de strijd. Op naar Cancún.