Twijfels over België

Politici in België zijn er bijna een half jaar na de verkiezingen nog steeds niet in geslaagd om een nieuwe regering te vormen. Rechtse partijen wonnen die verkiezingen en zouden kunnen gaan regeren. Maar het conflict tussen Vlaamse en Waalse ambities legt de formatie lam. Het conflict bedreigt de solidariteit en opent weg naar verdere aanvallen op arbeidersrechten.
6 december 2007

Leterme al mislukt als formateurDoor Peter Storm

Net als in Nederland accepteert de gevestigde Belgische politiek de oppermacht van de markt. Christen-democraten, liberalen en ook sociaal-democraten voeren neoliberaal beleid door, met privatisering en meer marktwerking alom. De nederlaag van sociaal-democraten was een symptoom van teleurstelling van arbeiders op dat punt. Bij gebrek aan stevig links ging de verkiezingsoverwinning naar rechts.

Verhofstadt mag het proberenMaar rechts is verdeeld langs lijnen van taal. Er zijn Vlaamse en Waalse liberalen, Vlaamse en Waalse christen-democraten. De Vlaamse christen-democraten zijn ook nog eens gelieerd aan een Vlaams-nationalistische partij, de N-VA. Waalse liberalen hebben een pact met een vergelijkbare Waals-nationalistische partij. Dan zijn er nog de Vlaamse fascisten van het Vlaams Belang. De politieke atmosfeer is doordrenkt van Vlaams-Waalse rivaliteit.

Politici verwijzen daarbij naar oud zeer. De taalkwestie speelt sinds het ontstaan van België, maar is in de loop der tijd wezenlijk van karakter verandert. Ooit was het hele Belgische politieke en economische establishment Franstalig. Dat gold voor de Waalse ondernemers en aristocraten, maar ook voor de Vlaamse elite. Zolang de elite van grootgrondbezitters en opkomende kapitalisten zelf rechtstreeks de Franstalige staat bestuurde, leidde dit niet tot grote frictie. Het staatsapparaat was klein en kon met mensen uit ondernemers- en grootgrondbezitterskring worden bemenst. Naarmate de economie zich ontwikkelde groeide de rol van de staat, en haar behoefte aan personeel. Tegelijk ontstond er in Vlaanderen een moderne, opgeleide middenklasse.

Mensen uit die klasse werden echter, als ze in overheidsdienst wilden, vanwege hun taal gediscrimineerd. Daarom kwam er een beweging op voor rechten van Vlaamstaligen, die in Vlaanderen het Nederlands als taal in het openbare leven wilde zien. Na een politiek gevecht van tientallen jaren werd dat doel bereikt. Zo was, vanaf de jaren dertig, de kwestie feitelijk opgelost. Van discriminatie op grond van taal was in grote lijnen geen sprake meer.

Maar vanaf de jaren zestig kwam de Vlaamse-Waalse tegenstelling weer boven. Reden waren economische ontwikkelingen. Tot ver in de negentiende eeuw lag het zwaartepunt van de economie in Wallonië. Halverwege de twintigste eeuw veranderde dat. Olie verving steenkool – dus vestigden multinationals hun bedrijven liever bij de Antwerpse haven dan bij de kolenmijnen van Henegouwen. Verouderde industrieën in Wallonië kwijnden weg. Het gewicht van Vlaanderen groeide.

Vanuit Vlaamse ondernemers kwam groeiende druk om bevoegdheden van federaal naar regionaal (Vlaams en Waals) niveau over te hevelen. Wallonië moest zijn eigen boontjes doppen, Vlaamse geldstromen via Brussel moesten stopgezet worden. De formatiestrijd rond de staatshervorming is deel van dit proces.

De Vlaamse elite heeft bovendien een tweede doel: het verzwakken van de arbeidersbeweging. Die is in het industriële Wallonië sterker dan in Vlaanderen. Vlaamse kapitalisten hopen tegen de zwakke Vlaamse arbeidersklasse het doordrukken van neoliberalisme makkelijker te kunnen doen. Vlaamse en Waalse ondernemers kunnen arbeiders tegen elkaar uitspelen in een race to the bottom. Niet alle ondernemers in België zien dit zitten. Veel van hen zien de rechtse meerderheid als teken dat ook in een verenigd België arbeidersrechten voor de bijl kunnen, en de winsten opgekrikt. Zij vrezen de onrust die een splitsing mee kan brengen. Daarom gaat de stap naar een volgende staatshervorming gepaard met diepe conflicten.

vakbondsacties als deze bieden hoopIntussen komen vanuit vakbondskringen positieve initiatieven op gang. Op 15 december houden vakbonden in Brussel een landelijke demonstratie voor verdediging van de koopkracht en ‘voor een sterke en federale sociale zekerheid’ – tegen het voorgenomen opsplitsen daarvan per regio. Her en der zijn er al kleinere acties. Een manifestatie van de Christelijke vakbond ACV in het Waalse Charleroi bracht 500 mensen op de been. Claude Rolin, aanvoerder van het ACV, verklaarde: ’terwijl sommige politici zich elke dag vragen lijken de stellen bij de vorm van de taalgrens, vraagt een meerderheid van de loontrekkenden en uitkeringstrekkers zich dagelijks af hoe ze de winter gaan doorkomen met de dure stookolie’. Dat soort geluiden doorbreken de gevaarlijk opgestookte rivaliteit tussen Vlaams en Waals.

Een zinnig achtergrondstuk: “The End of Belgium”, van Herwin Lerouge van de Belgische Partij van de Arbeid (bepaald niet te verwarren met haar Nederlandse naamgenoot). Ondanks de maoïstische politiek van de schrijver het lezen waard.