Tweehonderdste nummer van de Socialist
Sinds ik als hoofdredacteur begon, honderd min één nummers geleden, is er een hoop veranderd. In de wereld, in Nederland én in de Socialist. De eerste grote omslag kwam op de drempel van de 21ste eeuw, een half jaar na het honderdste nummer van onze krant. In Seattle gingen enkele tienduizenden mensen de straat op tegen de Wereldhandelsorganisatie.
Achteraf was het protest niet eens zo heel massaal, maar de symbolische betekenis was er niet minder om. Een nieuwe beweging tegen kapitalistische globalisering was voor het eerst zichtbaar voor de ogen van de wereld. ‘Seattle laat zien dat de antikapitalistische stemming niet iets is om af te doen als een voorbijgaand fenomeen’, schreven we de maand erna.
De Socialist was op dat moment nog een magazine, dat in gekopieerde vorm en in zwart-wit uitkwam. De omschakeling naar het huidige tabloidformaat kwam in april 2001. De eerste nummers op het nieuwe formaat stonden in het teken van de demonstraties in Genua tegen de G8. Het werden historische protesten, door de grootte en kracht die ze uitstraalden, maar ook door het doodschieten van de demonstrant Carlo Giuliani door de Italiaanse ME.
Het geweld van een moderne westerse staat waarvan we die zomer getuige waren, was nog maar een voorbode van wat ging komen. Op 11 september raakte de geschiedenis in een stroomversnelling. ‘Terwijl de wereld geschokt was over het grote aantal onschuldige slachtoffers dat onder het puin van het WTC werd begraven, bereidden Bush en zijn bondgenoten zich voor op een nieuwe bloedige oorlog in Afghanistan’, schreven we in het redactioneel. Irak moest toen nog komen.
Voor Nederland had 11 september nog een specifieke uitwerking. Pim Fortuyn koos die maand voor zijn entree in de politiek. Na de aanslagen verklaarde hij dat er een ‘koude oorlog tegen de islam’ nodig was. De Socialist koos voor het tegenovergestelde standpunt. ‘Wraak is geen oplossing, de islam is niet de vijand’, kopten we. In de jaren daarna is het er niet minder kil op geworden, met de komst van Wilders en Verdonk. Wij zijn in onze tegenstand tegen de toenemende islamofobie niet van koers veranderd, zelfs niet toen onze toenmalige drukker zijn deuren voor ons sloot na de moord op Fortuyn.
Logischerwijs had onze krant het grootste bereik op de hoogtepunten van protest. We verkochten vele honderden exemplaren op de massademonstraties tegen de oorlog in Irak begin 2003, en de vakbondsprotesten tegen Balkenende eind 2004. Maar ook op momenten dat het stiller was vervullen we een essentiële functie. Juist dan is er een krant nodig die helpt een kritisch geluid te verspreiden, analyses te verdiepen en mensen te vertellen over de kleinere acties die ook op momenten zoals nu gaande zijn.
De behoefte aan een echt socialistische krant, die niet meegaat in de waan van de dag, de waan van de winst, de waan van de ‘war on terror’ en de waan van Wilders, was zelden zo groot als nu. Voor zo’n krant zijn lezers veel belangrijker dan hoofdredacteuren. Word abonnee of maak een ander abonnee, zodat we de volgende honderd nummers kunnen maken.
Een uitgebreidere versie van dit artikel is te lezen in de papieren versie van de Socialist.
Ook in dit nummer:
Werk en strijd in een geglobaliseerde wereld – BBC-journalist Paul Mason vertelt over zijn vernieuwende en uitdagende boek over de nieuwe arbeidersklasse in tijden van globalisering
Hollywood tegen de oorlog – Hollywood produceert deze maanden een opvallende serie anti-oorlogsfilms. Bart Griffioen plaatst deze lichting films in de context van zes jaar ‘oorlog tegen terreur’
Tussen bimbocultuur en de nieuwe preutsheid – Pepijn Brandon en Ruth Fatah-Black over Plasterks emancipatienota en het ‘seksualiseringsdebat’
En verder: Donner trekt ontslagplan in, maar strijd is niet gewonnen – Scholieren in opstand tegen 1040-urennorm – Israëllobby: feit en fictie – Sarkozy is hoop Europese bazen
Klik hier voor een proef- of jaarabonnement.