Normen en waarden en wandelende doden

Terwijl massa’s zombies zich buiten het warenhuis aan het verzamelen zijn, twijfelt ze of ze de halsketting mee zal nemen als cadeau voor haar zusje. ‘Waarom neem je hem niet gewoon mee?’ vraagt hij. ‘Omdat het diefstal is en er een politieagent toekijkt’, antwoordt ze. Met een glinsterende sheriffsbadge op zijn uniform zegt hij: ‘Ik denk niet dat die regels nog gelden.’
8 november 2011

Door Dominic Koster

Met The Walking Dead heeft regisseur Frank Darabont (Shawshank Redemption, Green Mile) zichzelf een behoorlijke uitdaging op de hals gehaald. Zijn voor tv bewerkte verfilming van de gelijknamige, succesvolle stripreeks van Robert Kirkman, Tony Moore en Charlie Adlard is echter zo populair gebleken dat nu een tweede seizoen is begonnen. De serie geeft het zombiegenre nieuwe sociale dimensies.

De zombiemythe kent haar oorspong in het voodoogeloof dat door Afrikaanse slaven werd meegebracht naar Haïti. Het idee dat dode lichamen van mensen betoverd kunnen worden en weer tot leven komen, heeft al vele boeken, films, games en stripverhalen geïnspireerd. En daar waar vampiers hun weg al lang naar het televisiescherm hebben gevonden, is er nu voor het eerst ook een tv-serie waarin zombies een prominente rol vertolken.

Maar in tegenstelling tot vampiers, die sinds Dracula geneigd zijn om een verleidingsritueel te beginnen met hun prooi, hebben zombies geen enkele intentie om enige sociale band aan te gaan met de nog levenden – behalve hen zo snel mogelijk met huid en haar te verscheuren. In The Walking Dead staat dit garant voor continue spanning; voortdurend is er een dreiging van ‘walkers’ (het woord zombie wordt vrijwel nooit in de zombiecultuur gebruikt). Maar ondanks de spanning en de indrukwekkende effecten blinkt de serie vooral uit in het meeslepende verhaal.

In het eerste seizoen zien we hoe hulpsheriff Rick Grimes zijn eerste dagen in de nieuwe wereld beleeft. Hij is gewond geraakt tijdens een schietpartij en wanneer hij eenzaam uit een coma ontwaakt, blijkt dat er iets goed mis is. De omgeving van het ziekenhuis ligt bezaaid met lichamen. De stad is verlaten en ook zijn vrouw en zoon zijn verdwenen.

Langzaam wordt duidelijk welke tragedie zich in de laatste weken heeft afgespeeld. De doden zijn tot leven gekomen. Omdat Atlanta veilig schijnt te zijn gaat hij daar op zoek naar zijn gezin. Rick rijdt zwaarbeladen te paard de spookstad in. Daar ontmoet hij naast een massa zombies ook andere overlevenden. In hun kamp zien we dat iedereen de apocalypse anders beleeft.

Waar de één radeloos is omdat hij alles is kwijtgeraakt, zien anderen dit als een nieuw begin. De normen en waarden van de oude wereld worden herzien en regels moeten opnieuw worden bepaald. Al snel blijkt dat Rick zich niet alleen zorgen hoeft te maken over de doden, maar ook over de levenden. ‘Jullie willen democratie, ik nomineer mij als leider. Wie stemt daarmee in?’ vraagt een redneck, terwijl hij zijn pistool rondzwaait.

Tijdens een hoog oplopende ruzie waarin racistische opmerkingen worden gemaakt, maakt Rick duidelijk dat er een noodzaak is voor solidariteit: ‘Er bestaan geen zwarte en witte mensen meer, alleen nog maar zwart vlees en wit vlees.’ Kortom, zombies discrimineren niet.

De overlevenden worden herhaaldelijk geconfronteerd met morele dilemma’s. Wat doe je als een geliefde is geïnfecteerd en je weet dat die uiteindelijk in een zombie zal veranderen? Kun je je dan nog wel aan de regel houden deze een kogel door het hoofd te schieten?

Doordat de personages uit de huidige maatschappij zijn gerukt en in een totaal nieuwe context moeten overleven, hebben zij een unieke kans om kritisch terug te kijken. The Walking Dead is daarmee behalve ijzingwekkende horror ook een dramaserie waarin persoonlijk leed en maatschappijkritiek een interessante plek hebben gekregen.

Vanaf 1 november 2011 is seizoen 2 van The Walking Dead elke dinsdag te zien bij FOXlife om 21.15 uur, zeven weken lang, met de herhaling elke zondag om 21.15 uur. De rest van de 13 afleveringen volgt volgend jaar. Zie hieronder de trailer.