Turkse nationalisten misbruiken ramp voor aanval op Koerden

De aardbeving in Van, in Oost-Turkije, eist niet alleen een zware tol in doden en gewonden, maar illustreert ook op navrante wijze de maatschappelijke gevolgen van de al dertig jaar durende oorlog tegen de Koerden. In Turkije bereikte het anti-Koerdisch racisme een nieuw dieptepunt. In Amsterdam vielen Turkse nationalisten een Koerdisch centrum aan, waar op dat moment Koerden bijeen waren om hulp aan de getroffen regio te bespreken.
1 november 2011

Door Angela Ettema

De aardbeving in de stad Van had een kracht van 7,2 op de schaal van Richter. De ramp had eind oktober al het leven gekost aan ruim vijfhonderd mensen, maar velen worden nog vermist. De hulpverlening komt slechts langzaam op gang. Er is een groot tekort aan tenten, dekens en kinderkleren. Overlevenden proberen zich met de moed der wanhoop staande te houden in de bittere kou.

Het getroffen gebied ligt in het oosten van het land en een groot deel van de bevolking is Koerdisch. De regio is eerder door aardbevingen getroffen, maar wordt nu gelijktijdig het slachtoffer van een racisme dat onder zulke rampzalige omstandigheden nog niet eerder vertoond was. Dit komt doordat de aardbeving plaatsvond op een moment waarop het conflict met de Koerdische PKK na lange tijd weer oplaaide.

Koerdische kwestie

De regeringspartij AKP heeft de afgelopen jaren diverse initiatieven genomen om het slepende conflict met de PKK te beëindigen en de Koerdische kwestie vreedzaam op te lossen. Maar de laatste maanden heeft de AKP steeds meer haar toevlucht genomen tot het aloude recept van repressie en Turks nationalisme.

Volgens een PKK-leider, Murat Karayilan, zijn onderhandelingen tussen de Koerdische beweging PKK en de staat dit jaar stukgelopen op de onwil van de AKP-regering. Premier Erdogan, die door westerse politici vaak wordt aangeprezen als een democratisch rolmodel voor de Arabische wereld, gaf te kennen PKK-leider Abdullah Öcalan het liefst te willen ophangen.

Toen de hoop op een vreedzame oplossing vervlogen leek, hervatte de PKK haar gewapende aanvallen op het Turkse leger. In de gevestigde media werd het oplaaiende geweld vrijwel uitsluitend aan de PKK geweten. Op de dag voor de aardbeving waren bij een PKK-aanval in de grensplaats Cukurca 24 soldaten om het leven gekomen.

De gesneuvelde soldaten vormden de aanleiding tot een haatcampagne tegen de Koerden. Fascisten belaagden kantoren van de pro-Koerdische partij BDP en sloegen op de universiteiten Koerdische studenten in elkaar. Nu de regering de hoop op een duurzame vrede met de PKK de grond in geboord had, voelden racisten en fascisten zich gesterkt om ongegeneerd hun vuil te spuien.

De aardbeving in Van was voor hen geen aanleiding om hun haatcampagne af te blazen, integendeel. Via sociale media maakten hele en halve fascisten melding van hun vreugde over de Koerdische doden en hun hoop op soortgelijke rampen in andere steden in de regio. Ook in de media was er sprake van openlijk racisme.

Tv-presentatrice Müge Anli schilderde Koerden af als types die voortdurend stenen gooien naar de autoriteiten, maar bij rampspoed meteen hulp eisen van het Turkse leger. Nieuwslezeres Duygu Canbas zei dat het nieuws van de aardbeving verdrietig was, ‘ook al kwam het uit het oosten, uit Van’.

Uiteraard werd dit racisme in grofheid ruimschoots overtroffen op het internet. Nationalistische idioten deden via Facebook een oproep om bij wijze van ‘hulp’ Turkse vlaggen en stenen naar Van te sturen.

Solidariteit

Waar de officiële hulpverlening traag verliep, was de solidariteit van gewone mensen hartverwarmend. In tal van steden zijn miljoenen mensen betrokken bij het regelen van hulpgoederen. In de Istanbulse wijk Kadiköy kwamen straatkinderen bij hulpcentra kartonnen dozen brengen om goederen in te verpakken. Medevoorzitter Selahattin Demirtas van de Koerdische BDP zei dat de hulpgoederen ‘de geur van broederschap’ brachten.

Iemand stuurde een jas naar het rampgebied, met in een van de zakken het volgende bericht: ‘Ik wens je sterkte, broeder. Ik heb [na de aardbeving van 1999] in Gölcük hetzelfde meegemaakt als jij. Als je problemen hebt, kun je me altijd bellen op mijn mobiel.’ De ontvanger van de jas stuurde een sms: ‘Bedankt, broeder. Ik beloof je, als jij ooit valt, zal ik je ook op de been helpen.’ Deze solidariteit tussen Turken en Koerden is het beste antwoord op de racisten en fascisten die zelfs een aardbeving gebruiken voor hun provocaties.