TTIP dood? Juich niet te vroeg

Europese ministers buitelen over elkaar heen om het einde van het diep impopulaire TTIP te voorspellen. In plaats van ons in slaap te laten sussen door deze uitspraken, moeten we het verzet bouwen en het protest van 22 oktober zo groot mogelijk maken.
8 september 2016

Door Ewout van den Berg

Vorige week zondag zei de Duitse minister van Economische Zaken Sigmar Gabriel: ‘De onderhandelingen met de Verenigde Staten zijn in feite mislukt, ook al durft niemand dat toe te geven.’ De maandag erop stelde minister van Buitenlandse Handel Ploumen het somber in te zien met de onderhandelingen. En op dinsdag voegde de Franse minister van Handel Matthias Fekl hieraan toe: ‘Wat Frankrijk eist is de zuivere, eenvoudige en het definitieve einde van de onderhandelingen.’

De uitspraken zijn tekenend voor het gebrek aan vooruitgang in de Trans-Atlantische onderhandelingen. Op geen van de 27 deelterreinen is een akkoord bereikt. Vooral in Europa is er veel weerstand tegen het neoliberale handelsakkoord. Met verkiezingen voor de boeg in verschillende landen – van de VS tot Duitsland en Frankrijk – zijn de kansen op een spoedig afgerond verdrag geslonken. Dit betekent niet dat links de verantwoordelijke ministers op hun woord moeten geloven en TTIP alvast dood moeten verklaren, integendeel.

Onderhandelingstruc

De twijfel over het slagen van TTIP was namelijk niet het enige gedeelde element in de interviews. De drie ministers stelden stuk voor stuk dat er nu stappen nodig zijn van de Amerikanen. Gabriel zei ‘dat Europa zich niet wil onderwerpen aan Amerikaanse eisen’. Fekl stelde verongelijkt dat ‘de VS alleen maar kruimels geeft’ en dat dat niet is ‘hoe je onderhandelt tussen gelijken en bondgenoten’.

Minister Ploumen durfde niet zo ver te gaan als haar collega’s in het voorspellen van het einde van de onderhandelingen. Ze zei simpelweg dat ‘zonder concessies van de Amerikanen het niet meer gaat gebeuren’. Hiermee laat ze zich in de kaart kijken. De uitspraken van de ministers zijn daarom meer een op elkaar afgestemde push om de Europese onderhandelingspositie te verbeteren dan een werkelijk signaal dat TTIP op instorten staat.

Karakter sociaal-democratie

Het is hierbij geen toeval dat de drie ministers stuk voor stuk lid zijn van sociaal-democratische partijen. Van oudsher staan die partijen onder grotere druk van onderaf en vanuit de vakbonden dan neoliberale hardliners zoals Rutte, Sarkozy en Merkel. Als TTIP wordt ingevoerd, beperkt dit de speelruimte van partijen die ‘kapitalisme met een sociaal gezicht’ beloven. Het verdrag is namelijk een frontale aanval op de positie van werkende mensen, georganiseerde groepen zoals vakbonden, klimaatbeweging en consumentenorganisaties en vergroot de macht van multinationals.

Betekent dit nu dat de sociaal-democratie de stekker uit TTIP gaat trekken? Niet per se. Als puntje bij paaltje komt, is de sociaal-democratie juist erg consistent in het steunen van de economische belangen van grote bedrijven in plaats van de behoeften van gewone mensen. Zelfs wanneer dit ten koste gaat van de eigen electorale kansen.

Zo was SPD’er Gerhard Schröder in Duitsland vijftien jaar geleden verantwoordelijk voor het doorvoeren van de neoliberale Hartz-hervormingen en voert Hollande in Frankrijk nu op autoritaire wijze de neoliberale arbeidswet door. Hoe ver deze zelfopoffering voor de status quo kan gaan, laat het Griekse Pasok zien. De partij loodste Griekenland de eurozone in, voerde een lange reeks drastische bezuinigingen door en haalde met de laatste verkiezingen slechts zes procent van de stemmen.

Dezelfde Ploumen die nu oproept tot ‘meer transparantie’ en stelt dat ‘klimaatdoelen’ onderdeel moeten worden van TTIP, is in Nederland medeverantwoordelijk voor het hoger beroep in de klimaatzaak, het geheimhouden van de onderhandelingen en het doorvoeren van VVD-beleid.

Groot belang

De economische en geopolitieke belangen achter TTIP zijn dan ook erg groot. Voor multinationals uit Europa en de Verenigde Staten is het verdrag een manier om de winstgevendheid te vergroten over de ruggen van werkende mensen. Op de wereldmarkt is het een poging om de concurrentie aan te kunnen gaan met grote bedrijven uit China en India. De onderhandelingen zullen daarom niet snel worden gestopt.

Marx typeerde kapitalisten ooit als een ‘bende vijandige broeders’. Bedrijven hebben een gedeeld belang in het omlaag drijven van lonen en arbeidsomstandigheden, maar zijn tegelijkertijd met elkaar in concurrentie om zoveel mogelijk winst. Enerzijds laat dit zien waarom handelsverdragen tussen verschillende staten notoir moeilijk te sluiten zijn. Verdragen zoals ACTA over ‘intellectueel eigendom’ en MAI over investeringen zijn bijvoorbeeld nooit in werking getreden.

Anderzijds betekent het ook dat wanneer het handelsverdrag met Canada, CETA, wel van kracht wordt en TTIP niet, Amerikaanse multinationals een concurrentienadeel ervaren. Hierdoor wordt het belang voor de VS groter om TTIP af te sluiten. Het is waar dat CETA een soort ‘TTIP via de achterdeur’ is, omdat Amerikaanse bedrijven via Canada ook gebruik kunnen maken van het verdrag. Maar Amerikaanse bedrijven willen liever de voordeur.

Verzet

In plaats van mee te gaan in de speculatie over het einde van TTIP, kan links zich beter richten op het uitbouwen van de beweging tegen TTIP en CETA. In Duitsland staan op 17 september in zes grote steden grote protesten gepland. Hierbij worden meer dan 100.000 mensen verwacht. Waar de Nederlandse FNV uitblinkt in halfslachtigheid – ze eist ‘aanpassing’ van TTIP en CETA – hebben Duitse vakbonden zich onomwonden uitgesproken tegen beide handelsverdragen. Dit is een belangrijk handvat voor kaderleden van de FNV om ook helderheid van hun leiding te eisen.

In Nederland staat er een groot protest op 22 oktober. Dit lijkt nu plaats te gaan vinden onder de leus ‘sla alarm tegen TTIP en CETA’. Het is belangrijk dat dit protest zo groot mogelijk gaat worden en dat hiervoor in verschillende steden actiecomites worden opgebouwd. Actiecomites die daarna ook lokaal kunnen organiseren en een volgend landelijk moment voor de verkiezingen groot kunnen maken. Een brede beweging tegen neoliberale en democratie-ondermijnende handelsakkoorden is het beste middel tegen een nog rechtser kabinet in maart.