Trump neemt Iran weer in het vizier
Donald Trumps aankondiging dat de VS zich zullen terugtrekken uit het nucleair akkoord uit 2015 en Iran opnieuw economische sancties zullen opleggen, zal de geopolitieke conflicten in de regio verhevigen en dreigt een grotere oorlog te ontketenen die de regio en mogelijk de hele wereld zal omvatten.
Tijdens de persconferentie op 8 mei noemde Trump het nucleair akkoord uit 2015 ‘fundamenteel defect’. Als bewijs haalde hij Iraanse inlichtingendocumenten aan die op 30 april door Israël waren vrijgegeven.
Toen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu vorige week deze documenten toonde, beweerde hij dat het overtuigende bewijzen waren dat Iran een kernwapenprogramma blijft nastreven, ondanks de overeenkomst met de regering-Obama en vijf andere landen.
Maar volgens een rapport uit november 2017 van het Internationaal Agentschap voor Atoom Energie (IAEA), dat toeziet op Irans naleving van de deal, zijn er geen aanwijzingen dat Iran de overeenkomst heeft geschonden.
Netanyahu’s ‘bewijsmateriaal’ ging in werkelijkheid over nucleaire activiteiten van Iran in het verleden en bevatte geen aantijgingen dat Iran momenteel kernwapens produceert of anderszins het nucleair akkoord uit 2015 schendt.
In feite wordt de VS het enige land dat de voorwaarden van de overeenkomst niet nakomt dankzij Trumps besluit om opnieuw economische sancties op te leggen die eerder miljoenen Iraniërs in economische moeilijkheden hebben gestort. Het doel van de regering-Trump lijkt, volgens een hooggeplaatste Europese diplomaat, om ‘het regime te breken’ middels economische verstikking.
Onmiddellijk na Trumps aankondiging antwoordde de Iraanse president Hassan Rouhani dat Iran zich voorlopig aan de deal met de andere landen zal houden. Maar als er nog meer landen zijn die uit de overeenkomst stappen, dan is Iran van plan om de industriële verrijking van uranium opnieuw op te starten.
De meeste Amerikaanse bondgenoten zijn boos over Trumps beslissing. De Franse president Emmanuel Macron liet in een tweet weten: ‘Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk betreuren het besluit van de VS om uit het JCPOA [Joint Comprehensive Plan of Action] te stappen. Nucleaire non-proliferatie staat op het spel.’ Uiteraard roemde Netanyahu president Trump en noemde hij de Amerikaanse terugtrekking ‘een historische zet.’ In Iran zullen de hardliners, die tegen elke vorm van onderhandelen zijn, Trumps beëindiging van het akkoord gebruiken om Rouhani’s aanpak van de VS af te schilderen als zwak en naïef. Ze zullen hem de schuld geven van de economische verslechteringen die onvermijdelijk zullen volgen.
Amerikaanse strategie
Het kernakkoord van 2015 werd gesloten tussen Iran en de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties – de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, China, Frankrijk en Rusland – en Duitsland: de P5+1.
Na jarenlange gesprekken ging Iran akkoord met een vermindering van 98 procent van zijn voorraad aan verrijkt uranium en het 15 jaar lang stilleggen van de ontwikkeling van zijn wapeninfrastructuur. In ruil daarvoor werd het merendeel van de verlammende economische sancties tegen Iran opgeheven waardoor het land kon re-integreren in de wereldeconomie, o.a. door het exporteren van olie.
Het akkoord markeerde een beslissende verschuiving in de Amerikaanse strategie ten aanzien van Iran. Zoals Ashley Smith schreef voor de International Socialist Review, brokkelde de Amerikaanse dominante positie als ‘s werelds enige supermacht af tussen de neoliberale hausse eind jaren 80 en 2008. In de nieuwe ‘asymmetrische multipolaire wereldorde’ streden de VS en zijn mondiale concurrent China om macht in Azië. Ondertussen probeerden regionale rivalen zoals Rusland en Iran hun invloed te vergroten, vooral in gebieden waar de greep van het Amerikaanse imperium verslapt was.
Een reeks van militaire nederlagen belemmerde de VS om de gewenste machtsorde in het Midden-Oosten te vestigen – de regio is geopolitiek cruciaal vanwege de enorme energiebronnen. De regering-Bush wilde een succesvolle invasie van Irak laten volgen door machtswisselingen in Iran en Syrië. Echter, het Iraakse verzet tegen de bezetting dwong de VS ertoe om de plannen aan te passen.
Vervolgens destabiliseerden de opstanden van de Arabische Lente in 2011 meerdere regimes in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Dit was een stok in de wielen van Washington.
De Amerikaanse regering beweerde dat het de volksopstanden in Tunesië en Egypte steunde, maar het hielp ondertussen Bahrein om het verzet te breken. Een desastreuze NAVO-interventie in Libië eindigde in een vernedering toen de Amerikaanse ambassadeur uit de ambassade werd gesleept en werd vermoord. Deze gebeurtenissen zetten de VS ertoe om van Bush’ beleid van regime change af te stappen en over te gaan op het stabiliseren van regimes.
De VS onderhandelden over het nucleair akkoord van 2015 vanuit een positie van relatieve teruggang in macht en in de context van deze ontwikkelingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Nu regime change in Iran niet langer mogelijk was na de rampzalige invasie van Irak onder de regering-Bush, moesten de VS overschakelen van het vijandig isoleren van Iran naar een voorzichtige toenadering. De regering-Obama regelde een deal die in feite aan inspecties onbeperkte toegang tot Iraanse gebouwen verleende en voorzag in een voorwendsel voor een militaire aanval als er ook maar een schijn van tegenwerking was.
Het nucleair akkoord werd door rechtse politici en haviken voorgesteld als capitulatie. Door anti-oorlog-links werd het daarentegen een stap richting vrede genoemd. Maar in werkelijkheid was de deal de diplomatieke uitdrukking van de belangen van het Amerikaanse imperialisme dat afwisselend diplomatie en oorlog aanwendt, naar gelang van wat er op dat moment nodig en mogelijk is.
Hoewel de methoden verschillend zijn, zijn de einddoelen dezelfde. De VS willen macht over de olie uit het Midden-Oosten, bondgenoot Israël geruststellen, groeiende invloed van Iran in de regio beperken, en het monopolie op kernwapens voor zichzelf en zijn bondgenoten behouden.
Iraans invloed
De afgelopen tien jaar is Iran als regionale macht opgekomen. Amerikaanse interventies in het Midden-Oosten hebben het Iraanse regime onbedoeld versterkt: door Saddam Hoessein in Irak uit te schakelen en de Taliban in Afghanistan te verzwakken – beiden rivalen van de Iraanse staat.
Irans bloedige militaire interventie in Syrië, bedoeld om het regime van Bashar al-Assad overeind te houden, heeft hun wederzijds voordelige alliantie versterkt. Iran kan steeds meer invloed uitoefenen op de ‘sjiitische halve maan’ die loopt van Hezbollah in Libanon, via Syrië en Irak, naar Iran en zijn bondgenoten in Afghanistan en Jemen.
Als reactie op deze ontwikkeling heeft Israël geprobeerd Iran in te dammen door een permanente proxy-oorlog in Syrië aan te wakkeren. En de Amerikaanse bondgenoot Saoedi-Arabië, die probeert om een blok van soennitische staten op te bouwen en zo de invloed van Iran tegen te gaan, is eveneens betrokken geweest bij proxy-oorlogen en politieke manoeuvres – van Syrië en Libanon tot Jemen.
Zowel Israël als Saoedi-Arabië verwelkomen het dat Trump afstapt van de strategie van Obama die de sancties tegen Iran verruilde voor de strikte limieten aan Irans nucleaire ontwikkeling.
Zelfs terwijl de VS en Iran proxy-eenheden aan tegenovergestelde zijden in Syrië hadden, werkten de twee mogendheden in Irak vaak samen om, zoals zij dat zagen, gemeenschappelijke vijanden in te dammen die een bedreiging vormden voor de federale regering van Irak – die aan de zijde staat van Iran.
Het opheffen van het nucleair akkoord met Iran zou de regimes van president Trump, de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Saoedische kroonprins Mohammad bin Salman dichter bij elkaar kunnen brengen.
Hardliners
Vanaf het begin van zijn presidentschap heeft Trump een agressief ‘America First’ nationalisme en oorlogszuchtigheid omarmd. Hij heeft zijn kabinet bemenst met protectionisten en haviken die oproepen tot confrontaties met Noord-Korea, Iran en China.
De onlangs aangestelde nationale veiligheidsadviseur John Bolton heeft openlijk gepleit voor pre-emptive strikes en regime change in Iran. Mike Pompeo, de voormalige CIA-directeur die onlangs benoemd werd tot minister van Buitenlandse Zaken, heeft ook gepleit voor het beëindigen van de nucleaire deal.
De unilaterale opzegging door de VS zet het op gespannen voet met zijn Europese bondgenoten Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland. Het kernakkoord is technisch gezien nog steeds van kracht – zolang de andere P5+1-landen geen nieuwe sancties instellen.
Europese bedrijven zullen echter hun werkzaamheden in Iran binnen 90 tot 180 dagen moeten beëindigen, anders lopen ze het risico te vallen onder Amerikaanse sancties. Bedrijven en internationale banken die zaken doen met Iran wordt dan de toegang ontzegd tot Amerikaanse markten en het Amerikaanse banksysteem. De VS hebben de leiding genomen. Europese bondgenoten kunnen onder druk gezet worden om te volgen.
De VS willen nu onderhandelen over een nucleair akkoord met Noord-Korea. Het is moeilijk te voorspellen wat de impact is van Trumps opzegging van een soortgelijke deal met Iran.
De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un kan proberen om extra concessies toegezegd te krijgen, omdat hij denkt dat hij toch niet veel te verliezen heeft. Misschien stappen de VS binnen een paar jaar weer uit de deal. Blijkbaar vrezen sommige figuren vlakbij Trump al dat zijn gretigheid om een overeenkomst met Noord-Korea te sluiten zou kunnen resulteren in een overeenkomst die verre van ideaal is – precies zoals Trump Obama’s akkoord met Iran noemde.
Trumps draai naar openlijke vijandigheid jegens Iran, weg van het nastreven van stabiliteit in het Midden-Oosten, baant de weg voor grotere conflicten en chaos in de regio. De belangrijkste overwinnaars op dit moment zijn de Amerikaanse oorlogsstokers, de Israëlisch-Saoedische alliantie en hardliners in Iran.
Gewone Iraniërs zijn degenen die hierdoor het meest direct gevaar lopen. Zij zullen opnieuw te maken krijgen met economische sancties die de economie eerder al hebben verwoest en tekorten aan basale levensmiddelen hebben veroorzaakt.
Maar zoals de golf van Iraanse anti-regeringsprotesten en stakingen hebben laten zien afgelopen december en januari, zijn de mensen in Iran niet slechts passieve toeschouwers bij de economische en politieke crises die de samenleving doen stuiptrekken.
Trump beschuldigt Iran van ‘bemoeienis’ in de hele regio, maar het is de VS die zijn troepen de halve wereld over gestuurd heeft om oorlog te voeren in de gebieden rondom Iran.
Trumps beslissing om het pad diplomatiek vrij te maken voor een economische oorlog – met daarop volgend een mogelijke militaire confrontatie – is het grootste gevaar, in de regio en in de wereld, evenals een duidelijke schending van de Iraanse soevereiniteit.
Dit artikel verscheen eerder in het Engels op SocialistWorker.org.