‘Trotskistisch congres’ met Lafontaine en Žižek trekt honderden activisten naar Berlijn

In Berlijn vond van 2 tot en met 5 juni het spetterende ‘Marx is Muss’ congres plaats, georganiseerd door Marx21, de Duitse zusterorganisatie van de Internationale Socialisten. Met een uitgebreid programma en de juiste publiciteit wist ze vele honderden mensen naar het discussiefestival te trekken. Marx21 vormt in Duitsland een radicale fractie binnen de politieke partij Die Linke en dat werd duidelijk weerspiegeld in de debatten op het congres. Hella Baan was erbij en doet verslag.
9 juni 2011

Foto: panel met partijvoorzitter van Die Linke Oskar Lafontaine en Christina Buchholz, parlementslid van Die Linke en lid van Marx21

De aftrap werd gegeven door een uiteenzetting van de prominent Oskar Lafontaine (partijvoorzitter van Die Linke) over welk programma de partij nodig heeft. Het feit dat de politicus op een ‘trotskistisch congres’ zou spreken was in de media al breed uitgemeten, waardoor de bijeenkomst zo goed bezocht was dat die uiteindelijk op het basketbalveld tegenover het gebouw plaats moest vinden.

Daar pleitte Lafontaine voor het aannemen van een radicalere koers tegen de bezuinigingen op gewone mensen en het financieren van de perverse zelfverrijking aan de top. Ook hekelde hij in zijn speech de Groenen, die recentelijk bij de regionale verkiezingen flink gewonnen hebben. Hij gaf aan dat ze weliswaar op kernenergie politiek goed zitten, maar ze ook steun aan de oorlog in Afghanistan hebben verleend. In zijn woorden: ‘Het is niet mogelijk om een milieubeschermer te zijn en tegelijkertijd bommen op een land te gooien’.

‘Antisemitismeprobleem’

Ook verwees Lafontaine kort naar de commotie rond de deelname van twee regeringsvertegenwoordigers en diverse partijleden van Die Linke aan de Gaza Flotilla. Op basis daarvan is Die Linke er door de sociale wetenschapper Samuel Salzborn van beticht een ‘antisemitismeprobleem’ te hebben. Lafontaine reageerde met stevige taal op deze kwalijke beschuldiging, die ook buiten Duitsland steeds vaker tegen critici van Israël wordt ingezet.

Toch ging Lafontaine ook kwesties uit de weg. Het publiek kreeg bijvoorbeeld geen duidelijk antwoord op de brandende vraag die zijn betoog opriep: hoe pakken we dan specifiek de heersende klasse aan? Een bezoeker begreep dat wel: hij is en blijft toch vooral een sociaal-democraat – maar wel één die pleit voor een radicalere koers voor verandering, en dat is een overwinning.

Het congres bood volop ruimte om op specifieke onderwerpen in te gaan met tientallen meetings. Sommigen daarvan waren specifiek gericht op discussies binnen de partij, zoals ‘Is kritiek op Israël antisemitisch?’, ‘Welk alternatief bieden de Groenen?’, en de vraag ‘Moet het partijprogramma van Die Linke feministischer worden?’ Ook kwam de onmiskenbare betekenis van de Arabische revoluties in meerdere bijeenkomsten terug, zoals in de meeting ‘Imperialisme 2.0’, waarin Alex Callinicos van de Britse SWP onderstreepte hoe deze volksopstanden het Westerse imperialisme in grote problemen hebben gebracht.

Arabische inspiratie voor de kunst

Het Midden-Oosten is ook een inspiratie voor de kunst, gaf Ahmed Shah aan in een bijeenkomst over vrije kunst. In zijn woorden: kunstenaars hebben een levende beweging nodig om zich te laten inspireren. Per slot van rekening is het kunstenaarschap een baan en daarvoor geldt: het kapitalisme maakt het tot stom werk en creëert daarmee afgestompte mensen. Uiteindelijk ligt daarom de echte bevrijding van de kunst in de revolutie. De vroege vruchten daarvan zijn volgens Shah al te zien in de Egyptische (straat)kunst.

De noodzaak van revolutie kwam ook naar voren in diverse bijeenkomsten over vrouwenbevrijding. De echte mogelijkheden voor vrouwenbevrijding liggen bij een beweging van onderaf, zoals bleek uit de bijeenkomst ‘Alexandra Kollontai: vrouwenbevrijding na de Oktoberrevolutie.’ Regina Sternal zette daarin uiteen welke invloed de revolutie destijds had op het leven van vrouwen. Voor het eerst waren er goede faciliteiten georganiseerd en werden vrouwen samen met mannen aangemoedigd om zich te ontwikkelen als op zichzelf staande en belangrijke wezens.

Žižek en Callinicos over communisme

Een grote publiekstrekker was het debat ‘Is het communisme nog actueel?’ met als sprekers Slavoj Žižek, Dietmar Dath, Janine Wissler en Alex Callinicos. Ondanks Žižek constante verwijzing naar de film There will be blood leek er een eensgezindheid te zijn en het unanieme antwoord op de vraag luidde dan ook ‘ja’. De frictie had echter best wel opgezocht mogen worden, alleen al om het feit dat Žižek meent dat de bevolking ‘te gefragmenteerd is om te spreken van consistente arbeidersklasse’, terwijl Callinicos op een eerdere bijeenkomst over Marx flexibilisering duidde als iets dat juist een minderheid betreft.

Toch was er ook wat vuur toen Callinicos aangaf dat hij Die Linke ziet als een belangrijk referentiepunt voor verzet in Europa. Janine Wissler reageerde daarop scherp dat dit soort dingen zowel over Rifondazione in Italië als de NPA in Frankrijk zijn gezegd, maar dat revolutionairen in plaats van zich blind te staren op specifieke partijmodellen moeten kijken naar welke discussies er daarbinnen plaatsvinden. In haar woorden: ‘De partij wil niet het linkse alternatief zijn binnen Europa, we willen tot een netwerk behoren.’ Het opbouwen van dat netwerk zowel in Duitsland als internationaal, met oude getrouwen en nieuwe mensen, was het uitgangspunt voor dit inspirerende congres.

• Zie foto’s van Marx is Muss op flickr.com
• Zie video’s van Marx is Muss, waaronder de speech van Lafontaine, op het YouTube kanaal van Marx21