30 maart 2008
Terwijl economen en ondernemers zeggen dat ‘te hoge’ loonstijgingen van arbeiders onverantwoordelijk zijn, bereikt de zelfverrijking aan de top jaarlijks nieuwe hoogtes. In 2007 steeg het inkomen van topbestuurders van de grote bedrijven met maar liefst 23 procent.
Afgelopen vrijdag stond er een opmerkelijk bericht in het Financieel Dagblad. Voor het eerst hebben aandeelhouders een beloningspakket van de topbestuuders verworpen. Het ging om een plan van de salarissen van de top van Philips, waarin zoals gebruikelijk was opgenomen dat ook bij tegenvallende prestaties de top rijkelijk beloond zou worden. Minister Bos reageerde enthousiast dat zijn ‘moreel beroep’ om de lonen aan de top te matigen nu hopelijk een trend gaat zetten.
Maar bij precieze lezing moeten er twee zaken geconstateerd worden. Ten eerste dat de miljoenensalarissen die de top van het bedrijfsleven zichzelf toekent tot deze week bij geen enkel bedrijf ook maar een strobreed in de weg is gelegd. Ten tweede dat het hier gaat om ‘een kritisch signaal’ tegen hoge bonussen bij slechte prestaties.
De trend van de exorbitante miljoenensalarissen wordt echter onverminderd doorgezet. Over 2007 was de stijging dus 23 procent, tegenover de gemiddelde stijging van 3,5 procent van het loon voor arbeiders. Afgelopen donderdag verscheen het jaarverslag van de ABN Amro. Wat blijkt? Bestuursvoorzitter Rijkman Groenink heeft in 2007 nog een extra bonus van 1,4 miljoen euro gekregen, bovenop de aandelenbonus van 26 miljoen en de afkoopsom van 4,8 miljoen. Dit als beloning voor een overname waarbij duizenden ontslagen zullen vallen.