The Hunger Games: brood, spelen en een vleugje klassenstrijd

The Hunger Games, die al sinds de première op 21 maart in de top-10 staat van meest bezochte bioscoopfilms, is een sciencefictionfilm met een sterke vrouwelijke hoofdrol. Katniss Everdeen (Jennifer Lawrence, Winter’s Bone) is de heldin in een futuristisch verhaal waarin sociaal-economische ongelijkheid centraal staat.
15 mei 2012
Katniss brengt een solidariteitsgroet aan district 11 na de dood van hun ‘tribuut’

Door Selena Jans

Panem is een dystopische (anti-utopische) maatschappij ontstaan door samenvoeging van de landen van Noord-Amerika. Als prijs voor een mislukte opstand worden al 74 jaar lang twaalf districten gedwongen om elk twee tieners te offeren, een jongen en een meisje. Zij moeten als ‘tributen’ deelnemen aan de jaarlijkse ‘Hongerspelen’. Dat van hen slechts één tiener zal overblijven, definieert het wrede plot.

Panem is verdeeld in twee sociaal-economische lagen, die ook geografisch gescheiden zijn. De arbeiders van de twaalf districten werken vooral om te voorzien in de luxe van het Capitol, de regerende hoofdstad.

Katniss komt uit een van de armste districten, mijnwerkersdistrict nummer 12. Ze jaagt met pijl en boog om zichzelf en haar gezin van voldoende voedsel te voorzien. Er zijn wel voedselreserves, maar die worden streng bewaakt door zogenaamde ‘peacekeepers’. Wie wel om voedsel vraagt, loopt een groter risico om als tribuut te worden aangewezen.

Omdat de spelen niet alleen een bloederig toernooi zijn, maar tegelijk een populariteitswedstrijd, worden alle deelnemers uitgedost gepresenteerd aan het publiek alvorens ze gladiatorstijl hun lot tegemoet gaan in een bosrijke arena. Het gehele gebeuren wordt live op televisie uitgezonden en voorzien van scherp commentaar. De vergelijking met het platte volksvermaak van televisieprogramma’s als Idols en Fear Factor is gauw te trekken. Het is in het bijzonder wreed dat in de ‘reaping’, de selectieceremonie, de deelnemers worden getrokken uit de leeftijdscategorie van 12 tot 18 jaar.

Deze verfilming betreft slechts het eerste deel van de populaire gelijknamige boekentrilogie, in 2008 geschreven door Suzanne Collins, waarin Katniss de leiding neemt over een gewapende opstand tegen het welgestelde Capitol. De film volgt niet een typische epische verwikkeling, maar stelt de karakterontwikkeling van de hoofdpersoon centraal als slachtoffer van een wreed systeem van uitbuiting.

Ook het grote contrast tussen het simpele leven in de districten en dat in het decadente Capitol is beladen met sociale kritiek. Jennifer Lawrence speelt Katniss geloofwaardig als onwillige, opstandige heldin met feministische trekken. Haar angst is bijna te proeven, wat haar personage een krachtig element van realisme meegeeft.

Wie de boeken eerst leest, ziet wel verschillen. In de film komt niet de scherpe etnische tegenstelling tussen arm en rijk in beeld (in het boek: gekleurd versus wit). Ook had het plot meer kunnen benadrukken dat Katniss’ strijd geworteld is in de heersende sociale ongelijkheid.

Dit wordt voor de alerte kijker gesymboliseerd in de opstand die uitbreekt in het district van het twaalfjarige meisje Rue, nadat Katniss haar groet van solidariteit maakt naar de alom aanwezige camera’s. Het veelzeggende commentaar van president Snow (Donald Sutherland) daarop is: ‘Een vonk is goed, maar het mag niet overslaan.’

De film kan niet op onverdeeld positieve recensies rekenen. Sommigen noemen het plot ‘risicomijdend’ of hebben andere kritiek. In het algemeen vond ik zelf de film vooral de moeite waard om het revolutionaire sprankje hoop dat hij geeft. Deze is in tegenstelling met het standaard heldenverhaal van Hollywood, waarin de hoofdpersoon al te vaak in dienst staat van een nobel regime en tegen een kwaadaardige vijand strijdt.

De première van het vervolg Catching Fire is vastgesteld op 22 november 2013. Laten we hopen, zoals de titel belooft, dat de vonk overgaat in een ongebreideld vuur. Dan zou Katniss de kans krijgen om haar revolutionaire taak te gaan uitvoeren.